HOOFDSTUK 1. INLEIDING
Tijdens de algemene beschouwingen van november 1994 nam de raad een PvdA-motie aan
waarin werd voorgesteld het gemeentelijke minimabeleid te evalueren. Een commissie van
raadsleden diende de evaluatie uit te voeren en op grond van de uitkomsten aanbevelingen te
formuleren.
In de toelichting op de motie werd erop gewezen dat de raad al eerder had besloten om
taakveldsgewijs tot periodieke evaluatie van beleid over te gaan, omdat de uitvoering van
raadsbesluiten, bijvoorbeeld doordat tussentijdse nieuwe ontwikkelingen niet in de uitvoering
worden geïntegreerd, wel eens leidt tot een eindresultaat dat niet (voldoende) overeenkomst
met het beoogde resultaat.
De keuze voor evaluatie van het minimabeleid werd vooral gemotiveerd door de overtuiging
dat de inkomenspositie van de minima verslechterde, terwijl hoge prioriteit wordt toegekend
aan voorzieningen ten behoeven van mensen die op een minimum inkomen zijn aangewezen.
Ten aanzien van die voorzieningen werd in het recente verleden regelmatig gewag gemaakt
van enkele knelpunten.
In de toelichting op genoemde motie werd ook verwezen naar het rapport Armoede uit de
stilte dat in 1989 uitkwam. Dat rapport was het resultaat van een onderzoek, eveneens
uitgevoerd door raadsleden, naar de positie van minima in Leeuwarden. Bij de behandeling
van dat rapport in 1989 werd de noodzaak geopperd het minimabeleid regelmatig te evalueren
om goed in te kunnen spelen op nieuwe politieke en maatschappelijke ontwikkelingen die voor
minima van belang zijn en op veranderingen in behoeften en wensen van mensen met een
minimum inkomen.
De commissie Evaluatie en Aanbevelingen Minimabeleid is samengesteld uit vertegenwoordi
gers van de Leeuwarder raadsfracties. Alle fracties zijn in de commissie vertegenwoordigd met
uitzondering van de fractie van de Nieuwe Leeuwarder Partij. Iedere partij heeft één vertegen
woordiger geleverd voor de evaluatiecommissie.
Dit leverde de volgende samenstelling van de commissie op:
Mevrouw drs M.C.M. Waanders (PvdA), voorzitter
Mevrouw drs A.M. Schaafsma (D66)
De heer drs J.H.C.M. Biemans (CDA)
De heer drs A.A.M. Brok (VVD)
De heer A.S. Roekiman (PAL/Groen Links)
De heer dr J.E. Greving (GPV/RPF/SGP), tussentijds vervangen door
De heer H. Douwstra (GPV/RPF/SGP)
Mevrouw W.M. Koolwijk is als secretaris-onderzoeker van de commissie aangesteld. De
eindverantwoordelijkheid van deze rapportage ligt bij de commissie Evaluatie en Aanbeve
lingen Minimabeleid.
1
1.1. Aanleiding evaluatie
1.2. Samenstelling commissie