I Aantal Gemiddelde Aantal huishoudens gezinsgrootte personen Wed. met kind <18 jaar 113 2 226 Wed. zonder kind <18 jaar 908 1 908 Wezen tot 10 jaar 2 1 2 Wezen van 10 tot 16 jaar 1 1 1 Wezen van 16 tot 26 jaar 12 1 12 Totaal 1037 1150 3) WAO/AAW; Het aantal huishoudens waar een WAO-uitkering binnenkomt bedraagt in Leeuwarden 3866 (Bron: GAK Leeuwarden). Landelijk leeft ongeveer 30% (n.a.v. onder zoeken gemeente Rotterdam) op het sociaal minimum. Dit zou voor Leeuwarden betekenen dat 1160 gezinnen het sociaal minimum ontvangen. Het aantal AA W-gerechtigden bedraagt in Leeuwarden 736 (Bron: GAK Leeuwarden). Mensen met een AAW-uitkering ontvangen sowieso een minimum-uitkering. Het totaal aantal mensen met een WAO/AA W-uitkering op het minimum komt dus op 1896. 4) WW; Het aantal mensen dat op 31 december 1994 een WW-uitkering ontving bedraagt: 2985. Gemiddeld 30% van de huishoudens met een WW-uitkering ontvangt een minimum inkomen (n.a.v. gegevens Rotterdam). 30% van 2985 bedraagt 896 huishoudens. RWW/IOAW/IOAZ/ABW: Soort huishouden Aantal huishoudens Gemiddelde gezinsgrootte Aantal personen Éénoudergezinnen 1091 2.72 2968 Echtpaar zonder kinderen 408 2 816 Echtpaar met kinderen 574 3.89 2233 Alleenstaanden 3935 1 3935 Thuiswonende kinderen 90 1 90 Totaal 6098 10042 5) Minimumloners; Landelijk is het percentage minimumloners onder de mensen die werken 3.2%. De gemeente Leeuwarden kent in totaal 30760 mensen die werken. 3.2% van 30760 is 984 personen. In ongeveer 50% van de huishoudens komt een tweede inkomen binnen. 984 x 0.5 492 huishoudens. De bron van de gemiddelde gezinsgrootte over 1995 is het Statistisch Jaarboek van het CBS. 6 De nu volgende tabel is afkomstig uit het rapport Armoede uit de stilte. Deze tabel geeft het aantal minima in 1988 weer. Tabel 2.2. Aantal minimumhuishoudens in 1988 in Leeuwarden Inkomen Aantal huishoudens Gezinsgrootte Aantal personen AO W-gerechtigden 4000 1.3 5200 Arbeidsongeschikten 650 3.5 1625 Langdurig werklozen en ABW-ers 6000 9846 Totaal 10650 16671 In de bovenstaande tabel zijn niet alle minima meegenomen. Op bladzijde 16 van het rapport Armoede uit de stilte wordt een schatting gemaakt dat 1 op de 4 inwoners van Leeuwarden tot een minimum huishouden behoort 1988. De uitkomsten van de tabellen geven aan dat de mensen met een bijstandsuitkering of een Rww/Ioaw/Ioaz-uitkering oververtegenwoordigd zijn binnen de totale groep minima. In 1988 was de groep AOW-ers ook sterk vertegenwoordigd binnen de groep minima. Het totaal aantal minima is sinds 1988 ongeveer gelijk gebleven. Wanneer er een vergelijking wordt gemaakt tussen tabel 1 en tabel 2, lijkt er op het eerste gezicht een verschil te bestaan tussen het aantal minima in 1988 en 1995. Echter in tabel 2.1 is rekening gehouden met AWW-gerechtigden, WW-gerechtigden en de minimumloners, dit is niet gebeurd in tabel 2.2. In het rapport Armoede uit de stilte wordt op bladzijde 16 een schatting gemaakt van het totaal aantal minimumhuishoudens. In 1988 leefde 1 op de 4 inwoners van de gemeente Leeuwarden op het sociaal minimum. Uit de hierboven genoemde tabel blijkt dat er 20185 inwoners in Leeuwarden nu op het sociaal minimum leven. De totale bevolking van Leeuwarden kent 87500 personen, dus de groep mensen die van een minimum uitkering afhankelijk zijn bedraagt ongeveer 23% van de Leeuwarder bevolking. Het totaal aantal minima is dus niet schrikbarend toegenomen. Wel is de samenstelling van de groep minima veranderd. Vergelijking van de tabel uit 1988 met die van 1995 leidt tot de constatering dat het aantal AO W-gerechtigden op het sociaal minimum drastisch is gedaald. 7 2.1.1. Conclusie omvang van de groep minima 2.1.2. Conclusie samenstelling van de groep minima

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 74