3.2. Doelstellingen en inhoud van de verschillende instrumenten
De onderstaande beschrijving van inhoud en doelstellingen van de verschillende instrumenten
is afkomstig uit de volgende gemeentelijke notities: Evaluatie minimabeleidd.d. 6 maart 1995;
Decentralisatie Bijzondere Bijstand 1991; Kwijtscheldingsbeleid d.d. 12 februari 1992.
Bijzondere bijstand/Noodfonds
Wanneer men extra kosten heeft gemaakt die men niet met het gewone inkomen kan bekosti
gen, kan er een beroep gedaan worden op de bijzondere bijstand. Het betreft kosten die als
noodzakelijk aangemerkt kunnen worden en die bovendien niet door andere regelingen of
instanties worden vergoed. Zo kan iemand bijvoorbeeld aanspraak maken op een vergoeding
in de kosten van dieetvoeding, studie, extra waskosten ten gevolge van ziekte, kosten van een
hoortoestel, kosten van steunzolen enzovoort.
De bijzondere bijstand heeft de volgende in 1991 geformuleerde doelstellingen:
- Het wegnemen van financiële drempels om te komen tot uitkeringsonafhankelijkheid;
- Optimaal gebruik maken van de mogelijkheden tot individualisering;
- Het verlagen van de drempel om voor bijzondere kosten in aanmerking te komen;
- Het tegengaan van het niet-gebruik van de bijzondere bijstand;
- Het versterken van de vangnet-functie van de Algemene bijstandswet;
- Het bevorderen van de uitkeringsonafhankelijkheid;
- Het voorkomen en bestrijden van schuldsituaties.
Kwijtscheldingsbeleid
Iedere Nederlander heeft in principe de plicht om belasting te betalen. Indien men niet aan
deze verplichting kan voldoen, bestaat de (beperkte) mogelijkheid daarvoor kwijtschelding te
krijgen. Om hiervoor in aanmerking te komen moet men aan een aantal voorwaarden voldoen.
Men kan kwijtschelding krijgen voor de volgende belastingen/heffingen: onroerendzaakbelas-
ting (OZB), hondenbelasting, rioolrecht en afvalstoffenheffing.
De doelstelling van het kwijtscheldingsbeleid is in 1992 als volgt geformuleerd:
- Een bijdrage leveren aan de directe lastenverlichting van huishoudens met een inkomen op
of net boven het sociaal minimum.
Fonds Maatschappelijke Activiteiten (FMA)
De gemeente Leeuwarden kent sinds 1989 een Gemeentelijk Fonds Maatschappelijke Activi
teiten (FMA). Het fonds heeft als hoofddoelstelling:
- Mensen met een minimum inkomen in staat te stellen (meer) deel te nemen aan maatschap
pelijke activiteiten.
Om in aanmerking te komen voor een bijdrage vanuit het Fonds Maatschappelijke Activi
teiten (FMA) dient men tenminste gedurende één jaar een bijstandsuitkering of een inkomen
van maximaal 105% van de bijstandsnorm te ontvangen.
11
De kosten voor creativiteitscursussen, lidmaatschappen van sportverenigingen, het bezoeken
van (sociaal) culturele manifestaties zijn voor een grote groep mensen moeilijk op te brengen.
Tot 1994 konden mensen met een minimum inkomen vanuit een fonds een vergoeding knjgen
van maximaal f 50,- per jaar. Sinds 1 januari 1994 is dat bedrag verhoogt tot f 100,- per jaar
(zie ook paragraaf 3.4.). Als randvoorwaarde is geformuleerd dat de regeling helder en
gemakkelijk uitvoerbaar moet zijn om zodoende de uitvoeringskosten beperkt te houden.
Schuldhulpverlening
De centrale doelstelling van schuldhulpverlening is:
- Het bieden van hulp aan inwoners van Leeuwarden die in een situatie van overkreditering
verkeren of dreigen te geraken, waarbij naast financiële problemen ook immateriële
problemen een rol spelen. Als uitgangspunt geldt dat de cliënt gemotiveerd wil meehelpen
aan het oplossen van beide probleemvelden.
Voor huishoudens die niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, bestaat de
mogelijkheid van schuldhulpverlening. Professionele instanties bieden hulp bij het verminderen
of oplossen van schulden. De Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland (GKB) behandelt
aanvragen voor schuldsanering van inwoners van Leeuwarden. De gemeente geeft een
vergoeding van f 350,- per behandelde aanvraag.
Daarnaast bestaat in Leeuwarden sinds 1983 het Projekt Overkreditering (PO): een samenwer
kingsverband van de Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland (GKB), de gemeentelijke
sector Sociale Zaken, het Algemeen Maatschappelijk Werk van de Stichting Hulp en Welzijn
Leeuwarden (HWL), het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD) en de Stichting
Reclassering Friesland (SRF). Het Projekt Overkreditering is gestart om huishoudens die niet
door de Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland (GKB) geholpen kunnen worden anders
zins hulp te bieden. Door de bundeling van krachten kan hulpverlening klantvriendelijker en
efficiënter plaatsvinden. Centrale doelstelling van het Projekt Overkreditering is:
- Het ontwikkelen van een samenhangend stedelijk hulpaanbod voor huishoudens met
problematische schulden.
Op het terrein van de schuldenproblematiek speelt ook het Budget Advies Centrum (BAC) een
rol; het Budget Advies Centrum is in 1992 van start gegaan: zie paragraaf 3.4.
Fiatteringsbeleid
De gemeente voert sinds 1986 een fiatteringsbeleid: woningen worden niet toegewezen
wanneer een woningzoekende meer dan het eenmaal vastgestelde bedrag aan maandelijks
huursubsidie zou moeten krijgen bij aanvang van de huurovereenkomst. Dat bedrag was in
1986 f 250,- op dit moment gaat het om een bedrag van f 300,-.
Het beleid werd ingevoerd naar aanleiding van signalen dat uitkeringsgerechtigden steeds
vaker te dure woningen kregen toegewezen, terwijl de woonlasten sterk waren gestegen als
gevolg van de gedeeltelijke afbouw van de huursubsidie. Inmiddels is ook door het rijk het
fiatteringsbeleid ingevoerd.
12