4. Schriftelijke reactie van het Steunpunt AAW/WAO Vrouwen Friesland
(d.d. 22 juni 1995)
Wat betekent het voor mensen, vrouwen die vanuit de ziektewet/WAO in de WW of bijstand
komen?
In de bijstand wordt naar het vermogen van de partner gekeken; een reden om soms geen
bijstand aan te vragen. De economische zelfstandigheid van vrouwen wordt hiermee
onderuit gehaald.
Arbeidsongeschikte vrouwen die goedgekeurd zijn ondervinden te weinig begrip voor hun
situatie, hun ziekte-beperkingen en handicaps. Het steunpunt AAW/WAO vrouwen Friesland
vindt dat deze groep met zorg behandeld moet worden.
Goedgekeurde (arbeidsongeschikte) vrouwen komen in de knel wanneer zij in beroep gaan
tegen de beslissing van de bedrijfsvereniging en tevens bijstand (of WW) aan moeten
vragen, waarmee ze een sollicitatieplicht hebben.
Een groot aantal vrouwen kan om gezondheidsredenen geen 40 uur per week werken. Laag
opgeleide vrouwen en vrouwen die bijv. 20 uur per week een laagbetaalde baan hebben en
een aanvullende uitkering daarbij nodig hebben omdat ze anders onder het minimum zitten,
krijgen het financieel niet ruimer. Dit omdat het hebben van werk kosten met zich mee
brengt i.v.m. de presentatie (kleding, kapper, schoeisel, kosten woon-werk verkeer en kosten
die in collegiaal verband gemaakt worden. Ook oppas voor kinderen).
WAO-vrouwen die goedgekeurd zijn, zijn niet als langdurig werkloos te beschouwen en
lopen daardoor de regelingen voor langdurig werklozen mis. Zij maken minder kans op
scholing en bemiddeling.
- WAO-vrouwen, goedgekeurd, maar nog wel gezondheidsproblemen hebbend, worden nog
zwaarder belast door de sollicitatieplicht. Vaak is dit ten nadele van de algehele gezondheid.
Vrouwen die verplicht zijn flexibele arbeid te zoeken en te accepteren komen voor extra
kosten te staan. (bijv. oppas voor kinderen) Éénoudergezinnen flexibele arbeid combineert
daarom slecht.
Een laag WAO-inkomen gedurende een langere periode en daarna bijstand, brengt vrouwen
in een isolement, de kwaliteit van het dagelijks leven verslechterd meer en meer. Bij
pogingen om problemen op te lossen ontstaan altijd weer andere problemen omdat er geen
rek meer in zit. Ook al is dit bekend, dit probleem is er nog steeds, vandaar deze herhaling.
- Het is voor vrouwen een enorme omschakeling dat zij plotseling uit de WAO gezet zijn en
in een situatie terecht komen waarin zij "gezond" zijn. Er zijn vrouwen die hier nauwelijks
iets van begrijpen. Dit heeft emotionele en praktische gevolgen in het contact met de
uitkerende instanties.
WAO-vrouwen die vanuit de W AO in de bijstand terecht komen, hebben goede voorlichting
nodig en moeten van de bijstandsambtenaar te horen krijgen op welke gronden zij zich ziek
kunnen melden en binnen welke termijn zij weer aanspraak op de "oude WAO-uitkering"
kunnen maken wanneer hun oude kwaal' aantoonbaar verergerd is.
6
5. Verslag van het gesprek met De Arme Kant van Leeuwarden
(d.d. 21 september 1995)
De Arme Kant van Leeuwarden is een kerkelijke werkgroep die zich bezighoudt met vraag
stukken die te maken hebben met de armoedeproblematiek in de gemeente. In de werkgroep
zijn verschillende kerkelijke groeperingen vertegenwoordigd. Ook is een aantal ervaringsdes
kundigen lid van de werkgroep.
Hieronder volgen de belangrijkste uitkomsten van het gesprek:
Bijzondere bijstand
Het drempelbedrag van f 186.- wordt als een belemmerende factor genoemd. De ervaringen
van de werkgroep ten aanzien van de bijzondere bijstand zijn voor het overige niet negatief
te noemen. Wel werd voorgesteld de voorlichting over de zaken die via de bijzondere bijstand
vergoed kunnen worden te verbeteren.
Fonds Maatschappelijke Activiteiten (FMA)
Het FMA wordt door de leden van de werkgroep positief gewaardeerd. Als probleem wordt
evenwel ervaren dat de kosten die voor vergoeding in aanmerking komen eerst moeten worden
voorgeschoten. De werkgroep is van mening dat er in ieder geval een instrument als het FMA
moet blijven. Zeer geïnteresseerd is de werkgroep daarom in een "stadspas".
Schuldhulpverlening
De leden van de werkgroep hebben zelf geen ervaringen met dit instrument. In zijn algemeen
heid merken de leden op dat bij schuldhulpverlening een menselijke benadering gewenst is.
Men moet de cliënten niet het idee geven dat zij op de knieën moeten om voor deze vorm van
hulpverlening in aanmerking te komen. Ook moet bureaucratie vermeden worden. De één
loket gedachte spreekt de werkgroep aan.
Kwijtscheldingsbeleid
Over dit instrument is de werkgroep zeer te spreken. Te meer nu recentelijk de mogelijkheden
tot kwijtschelding verruimd zijn. Gewezen wordt nog op de mogelijkheden om af te zien van
het opleggen van aanslagen.
Fiatteringsbeleid
De werkgroep is niet precies op de hoogte van de inhoud van het fiatteringsbeleid. Na
verduidelijking wijst de werkgroep wel op het gevaar van ghetto-vorming. Tevens wordt
geïnformeerd naar de relatie tussen het fiatteringsbeleid en de woonkostentoeslag voor mensen
in de bijstand.
Tot slot wijzen de leden van de werkgroep er op dat in een aantal gevallen, zeker wanneer
sprake is van "afwijkingen van de normale patronen", zeer negatieve ervaringen met de sector
Sociale Zaken bekend zijn. Bureaucratie, weinig klantvriendelijk optreden en "van het kastje
naar de muur"- gedrag worden in dit verband genoemd. De werkgroep wijst er op dat deze
(nu nog) incidentele signalen, serieus genomen moeten worden.
7