6. Verslag van het gesprek met het Buro Sociale Raadslieden (BSR)
(d.d. 25 oktober 1995)
Het gesprek is gevoerd met de heer Tuinman. Hieronder volgen de belangrijkste uitkomsten
van het gesprek:
Aantal cliënten
In 1994 bezochten 1543 cliënten het BSR. In 1995 zijn tot 24 oktober reeds 1618 cliënten
geholpen en de verwachting is dat het BSR in 1995 in totaal 1830 cliënten zal ontvangen. Het
cijfer van 1994 is niet echt representatief, omdat het BSR in dat jaar stagnaties heeft gekend
in de personele bezetting en de organisatorische inbedding in de Stichting Hulp en Welzijn
Leeuwarden (HWL).
Hulpvragen
Onderstaand overzicht geef aan waarop de hulpvragen in 1994 en 1995 betrekking hebben:
Hulpvraag 1994 1995 1995
(tot 24 okt.) (doorvert. cijfers
01-10-1994 tot
01-10 1995)
uitkeringen
werken
belastingen
wonen
consumentenzaken
juridische zaken
personenrecht
onderwijs
gezondheid
welzijn
overige
1543 1618 1832
Zowel in 1994 als in 1995 heeft ruim een kwart van de hulpvragen betrekking op de proble
men met de uitkering van de cliënten. Het BSR heeft dan ook zeer vaak (telefonisch) overleg
met medewerkers van de sector Sociale Zaken van de gemeente Leeuwarden.
Contacten met Sociale Zaken en belastingdienst
De meeste hulpvragen m.b.t. uitkeringen worden dankzij de medewerking van Sociale Zaken
wel opgelost, maar gemiddeld genomen moet te lang op een reactie worden gewacht: in de
meeste gevallen gaat het om enkele weken.
Het BSR vindt dat er te veel per "geval" wordt gehandeld door Sociale Zaken, terwijl het
soms om vragen en oplossingen gaat die op meerdere uitkeringsgerechtigden betrekking
hebben.
526 569 645
69 67 84
195 301 299
176 192 224
130 131 169
133 107 127
124 142 154
91 64 71
24 18 20
56 13 24
19 14 15
8
Verder wordt geconstateerd dat mensen die bij Sociale Zaken komen met vragen over de
hoogte van hun uitkering in de meeste gevallen alleen een mondelinge toelichting krijgen en
geen schriftelijke (cijfermatige) onderbouwing. Die mensen komen dan bij het BSR en via het
BSR worden die schriftelijke gegevens door de sector Sociale Zaken aangeleverd. Het zou
beter zijn wanneer Sociale Zaken belangrijke gegevens met betrekking tot de hoogte van de
uitkering op papier zet als cliënten vragen hebben over de hoogte van hun uitkering.
Veel uitkeringsgerechtigde cliënten benaderen het BSR met vragen over betalingsprobleme
n bij belastingaanslagen. In het verslag van het gesprek met het WAO-beraad is al gewezen
op het feit dat de communicatie tussen belastingdienst. Sociale Zaken en (in veel gevallen)
de bedrijfsvereniging veel te wensen over laat. Ook het BSR voelt veel voor een één-loket-
voorziening voor alle uitkeringsgerechtigden van waaruit gerichte doorverwijzing kan
plaatsvinden.
Tenslotte wordt gesteld dat het goed te merken is dat de werkwijze van de dienst sterk
verzakelijkt is.
Overige
Het BSR wijst zijn cliënten op de verschillende instrumenten van het gemeentelijk minima
beleid. Een bezwaar dat cliënten regelmatig uiten t.a.v. het Fonds Maatschappelijke Activi
teiten is dat men eerst een bedrag moet uitgeven alvorens een vergoeding te kunnen ontvangen
vanuit het fonds. De desbetreffende uitgaven stijgen echter uit boven het beschikbare budget,
waardoor een (tijdelijke) schuld ontstaat.
Voor de snel groeiende groep licht-gehandicapte (ex-)WAO-ers die op het sociaal minimum
terug vallen, is er geen beleid ontwikkeld. De functies waarvoor deze mensen (blijkens de uit
slag van de herkeuring) in aanmerking komen, zijn bijna altijd functies die alleen op papier
bestaan. Wellicht kunnen WVG-middelen ook worden ingezet voor een beleid dat gericht is
op maatschappelijke activering van deze groep mensen. Regulier betaald werk is voor hen
immers geen reëel perspectief.
9