Blad 2 - over de consequenties van die visie voor het aantal ac commodaties en voor het te ontwikkelen subsidieverdeel- systeem geen eensluidend standpunt bestond. De initiatiefgroep heeft ons hierop verzocht drie scenario's uit te werken en op zijn consequenties door te rekenen. Deze scenario's zouden moeten uitgaan van: de bestaande situatie; de ontwikkelde visie; "iets" er tussen in. Voorts is verzocht deze scenario's, alvorens tot besluit vorming over te gaan, met het werkveld te bespreken. Naar aanleiding daarvan hebben wij op 24 oktober 1995 het rapport "3 Scenario's voor het verminderen van het aantal buurt- en wijkaccommodaties" vastgesteld als uitgangspunt voor het stadsdebat op 21 november 1995. Aan bovengenoemd rapport, dat voor u ter inzage is gelegd, alsmede aan het stadsdebat is publicitair veel aandacht besteed. Uit het debat zijn de volgende conclusies te trekken: - het huidige aantal accommodaties dient gehandhaafd te blijven; - over het nieuwe subsidieverdeelsysteem bestaat geen een duidigheid; - over de eigendomsverhoudingen en het groot onderhoud bestaat onduidelijkheid en geen eensluidende visie. Met deze conclusies moeten wij constateren dat de onderlig gende visie, zoals geformuleerd in samenspraak met de ini tiatiefgroep van raadsleden en gepresenteerd in het rapport "3 Scenario's voor het verminderen van het aantal Buurt- en wijkaccommodaties" moet worden losgelaten. Omdat de diverse gevolgde inspraakprocedures niet tot een eenduidige visie over het te ontwikkelen subsidieverdeelsy steem hebben geleid, hebben wij besloten een, op ambtelijk niveau ontwikkelde, notitie ter advisering voor te leggen aan de vergadering van de Commissie Welzijn op 21 december 1995. Naar aanleiding van de in voornoemde vergadering gevoerde discussie is het advies van de commissie alsvolgt geformu leerd - de bestaande accommodaties handhaven, met uitzondering van de binnenstad. Voor de peuterspeelzaal, welke ge huisvest is in de binnenstad, dient een passende oplossing te worden gevonden; - de op p.m. geraamde bezuiniging buurt- en wijkaccommoda ties op nihil vast te stellen; - een nader onderzoek te verrichten naar eigendomsverhou dingen en het groot onderhoud; een combinatie te maken van de gepresenteerde voorstel len, zowel het voorstel van ambtelijke zijde als dat van Blad 3 de Samenwerkende Bewoners Organisaties, inzake het sub sidie ten behoeve van huisvestingskosten en het subsidie ten behoeve van organisatie- en activiteitenkosten met inachtneming van de geconstateerde knelpunten; - fusies tussen organisaties aantrekkelijk maken door een premie van 100% van de afkoopsom beschikbaar te stellen en dit over een periode van 5-10 jaar af te bouwen; vasthouden aan de SE score (PAL/GrLinksCDA en NLP) bij de uitwerking van het subsidie organisatie- en acti viteitenkosten; - extra aandacht wordt gevraagd voor speeltuinverengingen (PvdA) en de dorpen (NLP) - gelden uit de Sociale Vernieuwing en Grote Steden Beleid beschikbaar te stellen aan activiteiten op wijk- en buurtniveau en ook op zo kort mogelijke termijn invul ling te geven aan deze gelden. Op basis van deze conclusies leggen wij u thans ten behoeve van de besluitvorming de beleidslijn voor inzake het buurt en wijkwerk, alsmede de concept- subsidieverordening terza ke 3. Nieuw beleid Buurt- en wijkwerk Inleiding Achtereenvolgens komen aan de orde de voorstellen om het toekomstig beleid gestalte te geven inzake de eigendoms verhoudingen en het groot onderhoud (3.1), het handhaven van het aantal accommodaties (3.2); het subsidiever deelsysteem (3.3). 3.1 Eigendomsverhoudingen en groot onderhoud Tijdens het debat op 21 november 1995 is gebleken dat over dit onderwerp nog te veel onduidelijkheid bestaat. Ook tij dens de commissievergadering van 21 december 1995 bleek dat nader onderzoek terzake gewenst is, zeker omdat de conse quenties van een keuze belangrijke financiële en juridische gevolgen hebben. Op grond daarvan stellen wij u voor dit onderdeel los te koppelen van onderhavige besluitvorming. Wij zullen in overleg met de betrokken organisaties een voorstel ontwikkelen inzake de eigendomsverhoudingen en het groot onderhoud. Wij verwachten u in de loop van 1996 een voorstel terzake ter besluitvorming te kunnen voorleggen. 3.2 Handheven van het aantal accommodaties Zowel uit het werkveld als de opstelling van de fracties tijdens de commissievergadering van 21 december 1995 is gebleken dat het aantal accommodaties dient te worden ge handhaafd. Dit impliceert dat een mogelijke bezuiniging is uitgesloten. U hebt immers bij de Bezuinigingen 93-97 ge steld dat een bezuiniging gerelateerd diende te worden aan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 110