1 het de grote maatschappelijke veranderingen van nu én van de 21e eeuw
aan kan.
2. taken naar het bestuur moeten dat het dichtst bij de burgers staat; met
andere woorden: taken moeten op lokaal niveau worden uitgeoefend tenzij
overtuigend is aangetoond dat dat niet mogelijk of doelmatig is. Het
beginsel van de omgekeerde bewijslast dus.
Als men dit uitgangspunt serieus neemt is het ondenkbaar dat de schaal
van de kleinste gemeente maatstaf is bij de toedeling van taken aan
provincie of de gemeenten. Als de provinciehoofdstad een taak aan kan
en de kleinste gemeente niet, zou differentiatie een mogelijke oplos
sing kunnen zijn. Dat is een ijzeren en logische consequentie van het
beginsel dat taken op een zo laag mogelijk niveau uitgeoefend moeten
worden.
3. het bestuur in Friesland voldoet aan de eisen van doelmatigheid, door
zichtigheid, integraliteit en democratische legitimatie.
Deze uitgangspunten betekenen voor ons dat zorgvuldig moet worden nagegaan wat
?e.?ro^"e maatschappelijke problemen in Friesland zijn. Met die maatschappe
lijke problemen als uitgangspunt moet het eindresultaat van het projekt zijn
dat oplossingen daarop toegesneden zijn, dat uitholling van de gemeente als
volwaardige bestuurslaag ten koste van alles is voorkomen maar ook dat de
uiteindelijke bestuurlijke organisatie echt toekomstwaarde heeft. Het nieuwe
bestel moet dus ook de komende decennia tegen maatschappelijke veranderingen
bestand zijn.
De sterke positie van de gemeente is gebaseerd op een combinatie van een
aantal bijzondere omstandigheden fysieke nabijheid, herkenbaarheid, overzich
telijkheid, signaleringsvermogen en flexibiliteit) en op het onvervreemdbare
feit dat zij de bestuurslaag zijn die het dichtst bij de burger staat. De
gemeente heeft een algemene taakstelling en een rechtstreeks gekozen bestuur.
Kortomgemeenten zijn de geschiktste overheidslaag om bestuurlijk maatwerk
te leveren.
Tot slot willen wij van de gelegenheid gebruik maken nogmaals aan te geven dat
wij open staan voor verandering. De reacties op "Tuskenspul" hebben aangetoond
dat alle betrokken actoren dezelfde houding hebben aangenomen, ook omdat er
zonder concrete oplossingen over en buiten de besturen in Friesland wordt
beslist. Toch moeten de opmerkingen van de bewindslieden van Binnenlandse
Zaken ter harte worden genomen. Zij hebben aangegeven dat Friesland weliswaar
voorop mag lopen in het landelijke proces van Bestuurlijke Vernieuwing, maar
dat Friesland niet uit de landelijke pas mag gaan lopen.
Reactienota "De Leeuwarder visie op het eindrapport Fryslan Fernijt!".
2
§- 2.
Een Friese keuze en een nieuwe stijl van besturen.
2.1 Een Friese keuze.
Bij de start van het projekt is met elkaar afgesproken te willen werken aan
nieuwe bestuurlijke verhoudingen in Friesland. Dit vraagt om een verduidelij
king van de rol van de verschillende partners in het geheel. Er is gekozen
voor een basisstructuur van drie integrale bestuurslagen. De plaats en de
positie van deze bestuurslagen, zoals de Stuurgroep die voor ogen staat, laat
zich op hoofdlijnen als volgt omschrijven:
de gemeente is beleidsbepaler en uitvoerder op die terreinen van over
heidszorg die betrekking hebben op de directe woon- en leefomgeving;
de provincie vervult een coördinerende en ordende taak;
het Rijk heeft een beleidsbepalende taak op hoofdlijnen.
Wat de bestuurlijke vernieuwing voor onze provincie moet opleveren, wordt door
de Stuurgroep omschreven als een "helder en herkenbaar bestuur voor de Friese
samenleving". Dit wordt vertaald in een bestuur dat:
doorzichtig is;
efficiënt en effectief opereert;
samenhangend is;
goed bereikbaar is en
democratisch gelegitimeerd is.
Deze uitgangspunten heeft de Stuurgroep gehanteerd bij het doen van voorstel
len omtrent de herverdeling van taken. Binnen de hiervoor geschetste context
is geen plaats meer voor hulpstructuren in de vorm van gemeenschappelijke
regelingen waaraan specifieke taken en bevoegdheden zijn opgedragen.
Wij kunnen instemmen met deze "Friese keuze", zijnde de kern van het project
bestuurlijke vernieuwing. Wij vinden dat de Stuurgroep hiermee een stap
vooruit heeft gezet in de wijze waarop over de bestuurlijke organisatie in
Nederland en in het bijzonder voor die van Friesland en al haar inwoners moet
worden gedacht. Wij ondersteunen dan ook de richting die de Stuurgroep hiermee
wijst
2.2. Een nieuwe stijl van besturen
Deze nieuwe stijl van besturen volgt op de geformuleerde uitgangspunten uit
het vorige hoofdstuk en kan voor het grootste deel onze goedkeuring wegdragen,
met name de erkenning van de specifieke situatie rond Leeuwarden in verband
met een mogelijke aanpassing van de schaal van gemeenten. Wel is het zo dat
wij nog het volgende willen opmerken ten aanzien van die schaal van gemeenten.
Wat we nogmaals willen benadrukken is dat problemen met de schaal van uitvoe
ring er niet toe mogen leiden dat taken bij de gemeenten verdwijnen, althans
in ieder geval niet bij die gemeenten die deze lokale taken prima kunnen
behartigen, zowel beleidsmatig als uitvoerend. In termen van het project
Bestuurlijke Vernieuwing Friesland zouden we dit als volgt moeten formuleren:
als de verantwoordelijkheid van gekozen volksvertegenwoordigers voor de lokale
problematiek in sommige gemeenten niet in voldoende mate georganiseerd kan
worden, mag dit niet tot gevolg hebben dat ook de rest van de gemeenten, die
deze verantwoordelijkheid wel in voldoende mate georganiseerd hebben, deze
taken eveneens kwijtraken.
Wij zijn het ermee eens dat duidelijk moet worden op welk niveau uiteindelijke
keuzes gemaakt worden: lokaal waar dat lokaal kan en provinciaal waar dat
provinciaal moet. We missen hier echter een concretere uiteenzetting over
welke taken en bevoegdheden er dan provinciaal behartigd moeten worden. In
"Tuskenspul" werd nog het woord bovenlokaal gebruikt voor de taken die de
provincie moest behartigen, in "Fryslan fernijt" is deze term achterwege
gelaten. In ieder geval moet vastgehouden worden aan het beginsel dat taken
zo dicht mogelijk bij de burger moeten komen te liggen.
Reactienota "De Leeuwarder visie op het eindrapport Fryslan Fernijt!".
3