4.3.2. Reactie op de voorstellen. Met de voorstellen, waaronder de opheffing van de "hulpstructuur" Vervoerregio Friesland, kunnen wij instemmen. De achterliggende deelrapportage is overigens al deels achterhaald door de intentieverklaring inzake concept-convenant VERDI van 24 november 1995. Voor een goede afstemming tussen de gemeentelijke en de provinciale verant woordelijkheid voor verkeer en vervoer en de verkeersveiligheid voorzien de voorstellen in een lichte structurering van het overleg. Deze structurering kan plaatsvinden binnen de voorgestelde nieuwe communicatiestructuur provin cie-gemeenten. In deze nader uit te werken structuur dienen in de huidige vervoerregio bestaande bestuurlijk draagvlak en werkwijze te worden behouden. 4.4. Milieu 4.4.1. Stuurgroepvoorstellen. De gemeenten en provincie zijn de afgelopen jaren door het rijk gestimuleerd de achterstanden in vergunningverlening en handhaving in te halen. Door een financiële stimulans van het rijk heeft de samenwerking van gemeenten op milieugebied in de WGR-regio's vorm gekregen. Echter de taakverdeling tussen rijk, provincie en gemeenten is voor de burger niet altijd even helder. "Wie geeft welke vergunning af en door wie wordt dat gecontroleerd?" Ook op het terrein van het milieu is het van belang dat één bestuurslaag een aanvraag behandelt en controle uitoefentMet de volgende voorstellen wordt een bijdrage verleend aan het doorzichtig maken van het bestuur a. Het gezamenlijke beleidskader Het provinciaal Milieu Beleidsplan vervult de functie van gezamenlijk beleidskader. Dit milieubeleidsplan komt tot stand in overleg met de gezamenlijke gemeenten (zie onder communicatiestructuur) en wordt door Provinciale Staten vastgesteld. Het heeft een bindende werking op dezelfde wijze als het Streekplan. Het plan bevat de bovenlokale beleidslijnen en waarborgt het rijksbeleidDaarmee kan het rijk ook verder terugtreden. Binnen de vastgestelde hoofdlijnen kunnen de gemeenten autonoom invulling geven aan hun eigen beleid. Op deze manier komt voor het milieuterrein eenzelfde systematiek tot stand als bij de voorstellen omtrent ruimtelijke ordening b. Verdeling bevoegdheden vergunningverlening en handhaving. De provinciale bevoegdheid inzake vergunningverlening en bestuurlijke handhaving wordt in beginsel overgedragen aan de gemeentenDe vergunning verlening en handhaving die tot de bevoegdheid van de provincie blijft zijn uitzonderingen en zijn óf complex van aard óf kent bovenlokale aspecten. Nader uitgewerkt moet worden op welke wijze voldaan kan worden aan kwali- teitswaarborging en hoe verplichtingen van provincie en gemeenten naar het rijk kunnen worden nagekomen. c. De vormgeving van de uitvoering. Door de overdracht van bevoegdheden en de opheffing van de WGR-regio's wordt een nieuwe vorm voor de uitvoering voorgesteld. Uit een oogpunt van behoud en versterking van de kwaliteit is bundeling in één professionele organisatie die zowel de provincie als de gemeenten ten dienste staat van belang. De hoofdlijnen voor die nieuwe organisatie zijn als volgt: 1. takenpakket De nieuwe organisatie gaat de taken uitvoeren van de huidige regionale milieubureau s en de provinciale dienstonderdelen vergunningverlening en handhaving voorzover de bevoegdheden overgaan naar de gemeentenDe provincie kan besluiten de uitvoering samenhangend met de resterende bevoegdheden direct in de nieuwe organisatie onder te brengen. Gemeenten en provincie verbinden zich de eerste drie jaar de uitvoering van de huidige taken te zien als minimum pakket. De uitvoering en uiteindelijke vormgeving dienen een flexibel karakter te hebben, waardoor ook uitvoerende activiteiten van Waterschap Friesland tot het takenpakket kunnen gaan behoren. Reactienota "De Leeuwarder visie op het eindrapport Fryslan Fernijt!"10 2. centraal of gedeconcentreerd. Om reden van kwantiteit en kwaliteit wordt gekozen voor één organisatie Om zo dicht mogelijk bij de gemeenten te staan zal in de implementatie fase nagegaan worden of de aan de organisatie op een gedeconcentreerde wijze vorm kan worden gegeven. 3. front office/back office. Alle front office taken worden op het gemeentehuis uitgevoerd. Dat betekent dat de burger ook daar terecht kan. In de implementatie fase moet nagegaan worden of op deze basis de één-loket-gedachte kan worden gerea1iseerd 4. de rechtsvorm van de organisatie Omdat door de uitvoeringsorganisatie in het kader van de handhaving ook namens de overheid wordt gewerkt is gekozen voor een publiekrechtelijke vorm. De inrichting van de gemeenschappelijke regeling dient zodanig te zijn dat de beheersverantwoordelijkheid bij de provincie en gemeente komt te liggen. Het management zal op basis van contacten voor een vraag gestuurde organisatie dienen te zorgen. Met deze voorstellen zijn de contouren van de bestuurlijk vernieuwde situatie geschetstDoor de regie-rol van de provincie te versterken met de waarborging van het rijksbeleid in het provinciaal beleidsplan en in beginsel de vergun ningverlening en handhaving bij de gemeenten te leggen kan een helder bestuur worden verkregen. De voorgestelde flexibele uitvoeringsorganisatie zal volgens de voorgestelde hoofdlijnen in de implementatie fase verder vorm krijgen. De flexibiliteit is temeer noodzakelijk om in te kunnen spelen op de landelijke ontwikkelingen (o.a. Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MDW) 4.4.2. Reactie op de voorstellen. Algemeen Op het terrein van milieu wordt geconstateerd dat het voor de burger niet altijd even helder is wie welke vergunning afgeeft en deze controleert. Dit gegeven vormt in het kader van de bestuurlijke vernieuwing aanleiding tot het doen van voorstellen. Het gaat hier om een landelijk probleem, aangezien de bevoegdheidsverdeling geregeld is in de Wet Milieubeheer. Friesland profileert zich nu landelijk door een andere bevoegdheidsverdeling voor te staan, gericht op het lokale niveau. Eén bestuurslaag en daarmee één loket verantwoordelijk voor allerhande zaken rondom bedrijfsvestigingen betekent daadwerkelijke vernieuwing. Toch is er nog wel het een en ander op te merken. Zo betreuren wij het dat de optie van het centrumgemeente-model in de voorstellen op het terrein van milieu in het eindrapport van de Stuurgroep geen nadere uitwerking gekregen heeft. De gemeente Leeuwarden heeft weliswaar een voldoende geëqui peerde zelfstandige milieudienst, maar wij hadden deze vaak specialistische kennis ook graag ten dienste gesteld aan de Leeuwarden omringende gemeenten. Er is nu echter gekozen voor één uitvoeringsorganisatie waarmee wij onder voorwaarden kunnen instemmen. Deze voorwaarden vindt u in de hiernavolgende puntsgewijze reactie op de voorstellen inzake Milieu terug en in de implemen tatiefase zal hiermee rekening gehouden moeten worden. Verdeling bevoegdheden vergunningverlening en handhaving Bij de verdeling van bevoegdheden inzake vergunningverlening en handhaving wordt aangegeven dat deze bevoegdheden in beginsel worden overgedragen. Dit kan en moet stelliger, mede op grond van de in het hoofdstuk "Een nieuwe stijl van besturen" geformuleerde uitgangspunten. Daarbij gaat het er voor de provincie om dat er een verschuiving plaatsvindt van de toezichtsrol naar de regierol. De term "in beginsel" wordt wel verduidelijkt door hierachter te stellen dat het gaat om inrichtingen die complex van aard zijn of dat het gaat om inrichtingen waar bovenlokale aspecten in het geding zijn. Daar waar het gaat om bovenlokale aspecten is het welhaast logisch dat in een dergelijk geval de provincie het bevoegd gezag is. Echter daar waar het gaat om complexe inrichtingen is dit niet logisch. Er wordt immers een nieuwe uitvoeringsorganisatie opgericht die is "gericht op behoud en versterking van de kwaliteit". Het is dus de bedoeling dat straks Reactienota "De Leeuwarder visie op het eindrapport Fryslan Fernijt!".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 18