5. Herverdeling van taken omtrent de economische ontwikkeling. 5.1.1. Stuurgroepvoorstellen. De keuzes waarvoor Friesland staat, vragen een helder en adequaat bestuur. Het bestuur alleen kan echter de maatschappelijke veranderingen niet sturen. Zeker op het terrein van de economische ontwikkeling is dit het geval. De ontwikke ling en de groei van de economie is primair een aangelegenheid en verantwoor delijkheid van het bedrijfsleven. Dat neemt niet weg dat de overheid een belangrijke taak heeft als het gaat om het scheppen van gunstige randvoorwaar den voor de ontwikkeling van het bestaande bedrijfsleven en het aantrekken van nieuwe bedrijven Het economisch beleid is grotendeels een autonome bevoegdheid van de bestuurs lagen. Een wettelijk voorgeschreven takenpakket ontbreekt. De in de praktijk gegroeide rolverdeling sluit aan bij die welke de uitgangspunten vormen van het Project Bestuurlijke Vernieuwing Friesland. Deze wordt nog versterkt door de voorstellen op het terrein van ruimtelijke ordening en milieu. Op dit beleidsterrein zal met name de nieuwe stijl van besturen vorm moeten krijgen. Algemeen Voor het realiseren van een evenwichtige economische ontwikkeling worden door de betrokken maatschappelijke organisaties en de overheden in Friesland afspraken neergelegd in een maatschappelijk contract. De provincie heeft hierin een initiërende en regisserende taak. Op grond van streekplan en economisch beleidsplan wordt vastgesteld dat de stimulering van nieuwe bedrijvigheid zich concentreert op de Westergozone (Harlingen - Leeuwarden en de A 7 (Sneek - Heerenveen - Drachten) Het Centraal Punt Bedrijfsleven (KvK, NOM, provincie) is beschikbaar voor de gemeenten. Gemeenten maken op contractbasis gebruik van de diensten van dit bureau ten behoeve van eigen acquisitie en ontwikkelingsprogramma Leeuwarden Hoofdstad Voor de economische ontwikkeling van Friesland is de positie van Leeuwarden van eminent belang. Daarom is een versterking van de positie van de gemeente Leeuwarden als hoofdstad van Friesland geboden. Deze constatering is door alle gemeenten, de provincie en het Rijk bevestigd Het landelijk beleidskader Herindeling en de vraag van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken aan GS van Friesland zich op korte termijn uit te spreken over de wenselijkheid van een herindeling rond Leeuwarden hebben het werk van de Stuurgroep over deze zaak in een wat ander perspectief geplaatst Immers, veel eerder dan verwacht zullen de betrokken gemeenten en de provincie tot een concrete stellingname moeten komen. Dat is een nieuw feit, dat ten tijde van de vaststelling van Tuskenspul nog niet kon worden voorzien. Gedeputeerde Staten van Friesland hebben in overleg met de Stuurgroep besloten om in februari 1996 het zogeheten 'Open Overleg' op grond van de Wet ARHI van start te doen gaan. Zij hebben de staatssecretaris medegedeeld zich bij het opstellen van een startdocument voor deze ARHI-procedure mede te willen baseren op een advies van de Stuurgroep Bestuurlijke Vernieuwing over de relatie van Leeuwarden tot haar omgeving. Tegen de achtergrond van die ontwikkelingen heeft de Stuurgroep zich beraden op de vraag welke van de drie in Tuskenspul genoemde instrumenten het meest kan bijdragen aan de versterking van de positie van Leeuwarden als hoofdstad van Friesland. De mogelijkheden daartoe zijn in volgorde 1)een sterker sturende rol voor de provincie, 2versterking van het Stadsgewest Leeuwarden, 3)een beperkte herindeling van Leeuwarden met twee gemeenten Reactienota "De Leeuwarder visie op het eindrapport Fryslan Fernijt!". 14 ad 1een sterker sturende rol van de provincie Duidelijk is dat een versterking van de sturende rol van de provincie voor aangelegenheden rond Leeuwarden een belangrijke bijdrage moet leveren aan het gestelde doel. Door een beter gebruik van de nu reeds aan de provincie toekomende instrumenten kan de positie van Leeuwarden aanmerkelijk worden versterktOok het in het project Bestuurlijke Vernieuwing voorgestelde systeem van Ruimtelijke Ordening kan daaraan bijdragen. Om die rol goed gestalte te geven dienen er afspraken te worden gemaakt tussen Leeuwarden en de provincie over de wijze van sturing en de realisatie van de gestelde doelen. De stuurgroep constateert dat met het formuleren van die afspraken reeds een begin is gemaakt. ad 2) versterking van de stadsgewestelijke samenwerking Een versterking van de sturende en plannende rol van het Stadsgewest Leeuwar den past niet in de doelstellingen van het project Bestuurlijke Vernieuwing Friesland. Bovendien kan worden vastgesteld dat in de Nota Vernieuwing Bestuurlijke Organisatie ook het rijk afstand heeft genomen van een dergelijke constructie. Voor de Stuurgroep valt dit middel daarom op de in Tuskenspul geformuleerde wijze af. Wel is een set van uitvoeringsafspraken tussen Leeuwarden en haar omliggende gemeenten van waarde. Het is denkbaar dat dit geschiedt in de vorm van een op uitvoering gerichte samenwerking. Deze samenwerking biedt ook de mogelijkheid van de uitvoering van de Westergo-zone te ondersteunen. Bedacht moet worden dat de complexiteit van besluitvorming toeneemt naarmate het aantal deelnemers toeneemt. Ten aan zien van dit instrument stelt de Stuurgroep daarom vast dat dit slechts in aanvullende zin kan bijdragen aan het gestelde doel. ad 3) een beperkte herindeling Tot slot de beperkte herindeling. Daarvan concludeert de Stuurgroep dat samenvoeging van Leeuwarden met Leeuwarderadeel en Menaldumadeel kan leiden tot versterking van de slagkracht van Leeuwarden. Voor een aantal beleidster reinen neemt daardoor de afstemmingsproblematiek af. Bovendien neemt - gelet op de aanwijsbare samenhang - de kans op integrale beleidsvoering toe. Dit geldt met name op het terrein van de woningbouw, de sociaal-economische ontwikkeling en de infrastructuur. Voor afstemmingsproblemen met de niet genoemde omliggende gemeenten geeft dit middel geen oplossing. Dat betekent voor de stuurgroep dat de in Tuskenspul aangegeven beperkte herindeling als solitair instrument niet voldoende bijdraagt aan het gestelde doel. Of en in hoeverre een combinatie van een beperkte herindeling met (een van) de andere instrumenten dat wel kan doen, of dat die beide andere instrumenten in samenhang volstaan, heeft de stuurgroep niet onderzocht. Dat zou ook niet passen in de projectopzet Bestuurlijke Vernieuwing Friesland en zeker niet in de tijdsplanning die daarvoor geldt. Het is juist het overleg tussen provincie en meest betrokken gemeenten dat hierover concreet uitsluitsel kan geven. De Stuurgroep acht de ARHI-procedure daarvoor het juiste middel. 5.1.2. Reactie op de voorstellen. Het onderzoek naar de vraag of herindeling rond Leeuwarden wenselijk is en naar de verschillende varianten komen in de Arhi-procedure aan de orde. Daarom is in het kader van Fryslan fernijt een standpuntbepaling met betrekking tot dat specifieke onderdeel hier niet aan de orde. Wij constateren met voldoening dat de procedure voor een gemeentelijke herindeling inmiddels gestart is met de uitnodiging van Gedeputeerde Staten voor het "open overleg" in het kader van de Wet Algemene Regels Herindeling (ARHI)In dit overleg kunnen de argumenten voor en tegen herindeling op basis van wederzijds respect op een zorgvuldige en zakelijke manier worden uitgewis seld en gewogen. Reactienota "De Leeuwarder visie op het eindrapport Fryslan Fernijt!'

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 20