I
Bijlage bij raadsbesluit nummer 7791 van 6 juni 1996
Toelichting op de huisvestingsverordening 1996
Algemeen
De huisvestingsverordening 1996 is voor een aanzienlijk
deel gebaseerd op een model, dat door de VNG is gepubli
ceerd in "Gemeente en Huisvestingswet, Verdelen met be
raad" (VNG 1993)
De gekozen benaming is wellicht wat weids; zij is desal
niettemin gekozen omdat de benaming tot uitdrukking brengt
dat de verordening berust op de Huisvestingswet en volks-
huisvestingsbelangen beoogt te regelen. Bovendien kan zij
in de toekomst fungeren als "kapstok"; mocht op enig ander
punt op basis van de huisvestingswetregeling nodig zijn dan
kan deze worden ondergebracht in deze verordening.
De verordening maakt in hoofdstuk 2 het splitsen van rech
ten op gebouwen vergunningplichtig. De bedoeling daarvan is
te voorkomen dat zonder enige controle nu in één hand rus
tende rechten op flatcomplexen worden gesplitst. Veelal
volgt daar uitponding op. De vergunning beoogt een tweele
dige gemeentelijke controle. Enerzijds kan hiermee worden
voorkomen dat te veel huurwoningen worden onttrokken aan de
huursfeer. Anderzijds, en dat is minstens zo belangrijk,
beoogt de regeling controle op de bouwkundige staat van het
gebouw voor uitponding. Immers de problemen bij uitponding
zijn voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de
slechte staat van de bebouwing; het is nu eenmaal in de
exploitatie van een gebouw op een bepaald moment uit rende
mentsoverwegingen interessanter het gebouw af te stoten dan
het te renoveren.
Hoofdstuk 3 beoogt de groei van het aantal kamergewijs ver
huurde panden (kvp's1) te reguleren. Doel van de regeling
is niet om een volstrekte stop op het verschijnsel te zet
ten; wel om het in het algemeen te reguleren en in buurten
waar al te veel kvp's voorkomen het te stoppen. Het is dus
primair het volkhuisvestingsbelang dat regulering nodig
maakt: dat belang is gelegen in:
het behoud van een redelijke voorraad (goedkope)
koopwoningen
een redelijke geografische spreiding van de kvp's
niet te veel druk op bepaalde wijken/buurten/straten;
het belang van de kamerbewoning bij ordentelijke huis
vesting
De verordening doet nogal technisch aan: goede voorbeelden
daarvan zijn de artikelen 2.2, tweede lid en artikel 3.2.
Dit heeft overigens goede gronden. De belangrijkste is dat
aangesloten is op de terminologie van de Huisvestingswet:
de wat technisch aandoende begrippen hebben een nauwkeurig
1 De politieke KVP is al zo lang opgegaan in het CDA; gebruik van deze afkor
ting lijkt weer vrij van "merkenrecht".