8.2. De Leeuwarder conclusies. Voor het trekken van conclusies moeten de eindvoorstellen getoetst worden aan de eerder genoemde criteria nldat het bestuur zodanig ingericht moet zijn dat 1. het de grote maatschappelijke veranderingen van nu én van de 21e eeuw aan kan. 2. taken naar het bestuur moeten dat het dichtst bij de burgers staat; met andere woorden: taken moeten op lokaal niveau worden uitgeoefend tenzij overtuigend is aangetoond dat dat niet mogelijk of doelmatig is. Het beginsel van de omgekeerde bewijslast dus. 3. het bestuur in Friesland voldoet aan de eisen van doelmatigheid, door zichtigheid, integraliteit en democratische legitimatie. Toekomstwaarde vernieuwde bestuurlijke organisatie (1e criterium). Aan het eerste criterium, namelijk dat het bestuur zodanig ingericht moet zijn dat het de grote maatschappelijke veranderingen van nu én van de 21e eeuw aan kan, wordt met de eindvoorstellen niet voldaan. In deze voorstellen tot een andere taakverdeling komt de bijzondere positie van Leeuwarden voor geheel Friesland niet tot uitdrukking, bijvoorbeeld in de vorm van differentiatie- voorstellen. Wij zijn van mening dat dit criterium het criterium is wat ons voor ogen staat in het zgn. wet ARHI-trajectBij de beoordeling van de stuurgroepvoorstellen heeft dit criterium dan ook niet meegewogen. Als dit traject afgelopen is kan pas echt een conclusie getrokken of de vernieuwde bestuurlijke organisatie toekomstwaarde heeft en in staat is de maatschappe lijke problemen in Friesland het hoofd te bieden. Dit moet, mits de juiste structuur wordt gekozen, met het trekpaard Leeuwarden naar onze mening zeker lukken. De "weegschaal" is vrijwel in evenwicht (2e criterium) Het geheel overziende kan naar onze mening de conclusie zijn dat als alle voorstellen aanvaard worden de "weegschaal" van provinciale en gemeentelijke taken vrijwel in evenwicht is en dat er geen schokkende veranderingen zullen gaan optreden. Naar de provincie gaan gedeelten van het cluster openbare orde en veiligheid. Naar de gemeenten de vergunningverlening en handhaving op het gebied van milieu. Meer taakverschuivingen vinden er niet plaats. Het overige deel van het cluster fysieke leefomgeving kenmerkt zich met name om een nieuwe stijl van besturen en versterking van de regierol van de provincie (ruimtelij ke ordening en verdeelsystematiek) en een vertaling van landelijke afspraken (verkeer en vervoer). Het cluster zorg blijft waar het thuishoort nl. bij de gemeente alhoewel in onze ogen de uitvoering geschiedt door een provinciale dienst GGD. Mochten er voorstellen de eindstreep niet halen en dan met name die waar het gaat om taken die zo dicht mogelijk bij de burger uitgeoefend moeten worden, met name op het gebied van milieu, dan zullen de gemeenten het totaalpakket dienen te heroverwegen. Kijkend naar het tweede criterium kan geconcludeerd worden dat de eindvoorstellen voldoen aan het uitgangspunt: wat lokaal kan, moet lokaal. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat wij het betreuren dat in dit projekt van overdracht van specifieke rijkstaken, met uitzondering van enige beweging in de voorstellen rond ruimtelijke ordening, geen sprake is. Dit ervaren wij als een gemis omdat juist in de afgelopen jaren één van de argumenten voor de overdracht van rijkstaken naar provincies en/of gemeenten is dat decentrale overheden beter dan de rijksoverheid in staat zijn maatwerk te leveren voor hun territoir. Dit heeft vooral te maken met de toegankelijkheid van de gemeentelijke overheid. Reactienota "De Leeuwarder visie op het eindrapport Fryslan Femijt!". 22 Tussenstructuren worden grotendeels opgeruimd (3e criterium). Vier gemeenschappelijke regelingen worden opgeheven nlRegio Noord-Fries land, Alarmcentrale Friesland, Centrale Post Ambulancevervoer en Vervoerregio Friesland. Daarnaast worden er overigens weer twee gemeenschappelijke regelin gen "nieuwe stijl" voorgesteld nlvoor de puur gemeentelijke taken op het gebied van milieu en voor een GGD-Friesland. Zoals eerder is aangegeven wijst de gemeente Leeuwarden de laatste regeling af en kiest voor een provinciale dienst GGD. De tijd van de bestuurlijke en ambtelijke inbreng in de diverse commissies, dagelijks- en algemeen bestuur van de diverse regelingen zal hiermee vrij komen. Kijkend naar het derde criterium kan de conclusie zijn dat door het opheffen van een aantal gemeenschappelijke regelingen, met name die van de Regio Noord-Friesland, de doorzichtigheid en democratische legitimatie wordt verbeterd. Eindconclusie Op diverse onderdelen worden aansprekende voorstellen gedaan die de bestuurs- filosofie en -cultuur uitdragen, zoals die in de inleidende hoofdstukken van "Fryslan fernijt" beschreven wordt. Dit nodigt uit om de stap tot deze vernieuwing daadwerkelijk te nemen. In de voorstellen die worden gedaan blijkt dat de Stuurgroep het niet bij mooie woorden alleen heeft gelaten. Een lange voorgeschiedenis op landelijk niveau die wordt gekenmerkt door veel voorne mens, nota's, plannen etc. maar weinig concrete resultaten, wordt hiermee en met de voorstellen zoals die door de V.N.G. zijn gedaan, doorbroken. Wij hopen dat met inachtneming van de aandachtspunten die wij als gemeente Leeuwarden naar voren hebben gebracht, de stap voorwaarts inderdaad gemaakt zal kunnen worden en dat de theoretische doorbraak praktijk wordt. Reactienota "De Leeuwarder visie op het eindrapport Fryslan Fernijt!".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 24