14 15 Intensivering van beleid Zorg en opvang: verslaafdenzorg maatschappelijke opvang ouderen Jeugd en veiligheid: school in de wijk toename Halt-afdoeningen Integraal wijkbeheer (inclusief volkshuisvestingsplan): aanpak segregatie de GSB-thema's op wijkniveau. GSB-plan onderwijs: maximalisering aantal jongeren met startkwalificaties inburgering nieuwkomers Vooruitlopend op het wettelijk kader "Wet onderwijsvoorrangsbeleid" voor een lokaal achterstandsplan, wordt een GSB-actieplan Onderwijs opgesteld. Wij willen hierbij opmerken dat een gemeente slechts in beperkte mate rechtstreeks werk kan scheppen. Het investeringsbeleid van de gemeente is voorwaardenschep pend en de effecten worden pas op de lange termijn zichtbaar. Het gebrek aan werk op de korte termijn is daarmee niet opgelost. Voor de korte termijn is daarom, naast het stimuleren van de marktsector, een grote inspanning op het scheppen van gesubsidieerd arbeid van belang en het creëren van werk als gevolg van verhoogde inspanningen op gebied van achterstallig onderhoud, infrastructuur, etc. Gesubsi dieerd werk heeft een beperkt structureel karakter en dient dus op de middellange en de lange termijn vervangen te worden door reguliere arbeid in de markt en/of bij de overheid. Als overbrugging en als middel om mensen beter toegerust te maken voor de arbeidsmarkt is het zeer belangrijk. Inzet extra financiële middelen Afhankelijk van het huidige gemeentelijk beleid is er sprake van nieuwe activiteiten of intensivering van bestaande activiteiten. Voor de uitwerking van de actieplannen zijn extra financiële middelen nodig. Samenwerking met partners is kenmerkend voor het GSB. Voor deze samenwerking is een voorwaarde, dat de gemeente aangeeft welke (extra) budgetten beschikbaar worden gesteld om de beleidsintensivering ten behoeve van het GSB te realiseren. Op basis van het convenant "steden staan voor stedelijkheid" heeft het Rijk inmiddels voor Leeuwarden een extra structureel budget vrijgemaakt van f 6,6 miljoen in 1996, oplopend tot f 7 miljoen in 1999. Ook met de provincie Friesland wordt een convenant gesloten, waarbij een beroep zal worden gedaan op de inzet van extra financiële middelen door de provincie. Met betrekking tot een aantal terreinen wordt overleg gevoerd over de inzet van extra budgetten door andere partners, zoals het bedrijfsleven en woningbouwcorporaties. Intensivering van beleid De bundeling van budgetten kan het effect hebben van een vliegwiel, waardoor de bijdragen voor het Grote Stedenbeleid verder toenemen. Het is de taak van de gemeente om hierin een regiefunctie te vervullen. Aangezien de actieplannen nog niet zijn uitgewerkt, op het moment dat deze perspectiefnota werd opgesteld, kunnen we in deze nota geen volledig overzicht worden gegeven van de verwachte extra uitgaven en de beschikbare financiering ervan. Uitgangspunt is dat eerst wordt onderzocht of er financiële ruimte kan worden vrijgemaakt binnen de bestaande begroting. Daarnaast zal worden voorgesteld om de financiële ruimte, die nu voor sociale vernieuwing beschikbaar is, in te zetten voor het Grote Stedenbeleid. Naar verwachting gaat het om een bedrag f 1 miljoen structureel. Met betrekking tot dit budget liggen er echter ook voorstellen voor projecten, die nu reeds worden uitgevoerd en in het kader van het GSB zullen moeten worden gecontinueerd. Wij stellen voor om in aanvulling op bestaande budgetten structureel een extra budget beschikbaar te stellen van f 1,5 miljoen waarmee de projecten in het kader van het GSB bekostigd kunnen worden. Aangezien de feitelijke invulling van het GSB nog niet is afgerond, stellen wij voor om voor 1997 het budget in de begroting 1997 op te nemen als een stelpost. Op basis van de actieplannen GSB kan eind 1996 een nader besluit worden genomen over de verdeling. Dan kunnen ook meerjarenplannen worden opgesteld. 2.3 Onderhoud fysieke leefomgeving De realisering van onze beleidsprioriteiten in de afgelopen jaren is ondermeer mogelijk gemaakt door de gemeentelijke budgetten voor de aanleg en onderhoud van de fysieke infrastructuur te beperken. Dit was mogelijk omdat met aanzienlijke extra financiering uit Europese fondsen en het Stadsvernieuwingsfonds de meest noodzake lijke investeringen in de fysieke infrastructuur konden worden gedaan. Deze extra financiering is echter aan het afnemen, zodat aanleg en onderhoud nu zwaarder op de gemeentelijke begroting gaan drukken. Om de fysieke leefomgeving op peil te houden is op basis van technische criteria geadviseerd in de komende jaren meer aandacht aan onderhoud te geven dan voorheen het geval was. Dit onderhoud biedt een mogelijkheid tot extra werkgele genheid. Wij zijn van mening dat naast de traditionele inschakeling van reguliere ondernemingen; ook moet worden onderzocht of er alternatieve werkgelegenheid- bevorderende oplossingen kunnen worden benut. Op basis van verrichte onderzoeken is geraamd welke maatregelen mogelijk zijn om de fysieke leefomgeving op het gewenste niveau te houden. Hieronder zijn deze onderhoudswerken nader belicht. In het kader van de voorgenomen speerpunten van het gemeentelijk beleid vormen deze werken een stevige basis voor extra werk. Een belangrijk deel wordt gevormd door het onderhoud aan verhardingen. De huidige budgettaire impuls bedraagt bijna f 3,5 miljoen terwijl op basis van het wegbeheersysteem circa f 11,4 miljoen nodig is om het onderhoudspeil, volgens

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 268