20 21 Beleidskader Op basis van de herziening van de verdeelmaat- staven voor het Gemeentefonds verandert de financiële positie in de beleidsperiode. Inclusief de vijfde tranche over 2001 resulteert dit in f 2,0 miljoen Totaal ombuigingen als gevolg van intensivering van beleid f 0,8 miljoen Verder zijn wij van mening dat beleidsintensiveringen nodig zijn met betrekking tot: de onderhoud fysieke leefomgeving de herbezetting arbeidsduurverkorting de verbetering bedrijfsvoering (LIS) Het totaalbedrag van deze beleidsintensiveringen komt bovenop de reeds aangegeven ombuigingen van f 0,8 miljoen. Voor dat bedrag zullen aanvullend bezuinigingen getroffen moeten worden. Deze zullen tot besparingen moeten leiden in dezelfde jaren als waarin de beleidsintensiveringen tot extra uitgaven leiden. De besluitvorming hierover zal aan de hand van nadere rapportages separaat plaatsvinden. Naast een sluitende exploitatie-begroting is een gezonde vermogenspositie een randvoorwaarde. Bestanddelen van het eigen vermogen kunnen gedeeltelijk worden gebruikt voor de realisatie van beleidsprioriteiten. In hoofdstuk 5 zullen wij hier nader op ingaan. 3.3 Vastgestelde beleidsontwikkelingen en convenanten In diverse documenten (de Structuurschets "Leeuwarden, open stad", het Grote Stedenbeleid, het stedelijk knooppuntprofiel) hebben wij onze deelvisies over de gewenste ontwikkeling voor de middellange termijn uiteengezet. De in deze docu menten voorgestelde ontwikkelingen vormen een belangrijk kader voor de uitvoering van ons beleid. Het Rijk kent aan Leeuwarden een functie toe als trekker van het noorden. Het vergt veel inspanning deze functie in te vullen. Een inspanning die Leeuwarden niet alleen aankan. Dat betekent dat wij, om de rol als trekker te kunnen vervullen, met derden samenwerken. Deze samenwerking krijgt onder meer gestalte door met overheden (Rijk, provincie en (buur)gemeenten) en andere (markt)partijen overeenkomsten te sluiten. Wij noemen: overeenkomst vaarverbinding Akkrum-Grouw-Leeuwarden; samenwerkingsovereenkomst Westergozone; actualisering Vinex; intentie-overeenkomst Harmoniekwartier; raamovereenkomst ontwikkeling Hofsingelproject; intentieverklaring "de NieuweStad". Beleidskader Ook hebben wij op 15 oktober 1995 in het kader van het Grote Stedenbeleid met de andere G-15 gemeenten een convenant afgesloten met het kabinet. Dit convenant "steden staan voor stedelijkheid" is door de raad vastgesteld als beleidskader voor de uitvoering van het Grote Stedenbeleid. Wij verwachten binnenkort ook een convenant met de provincie te sluiten. In deze convenanten wordt afgesproken dat de partijen een bepaalde inspanning en/of prestatie zullen leveren. De hieruit voortvloeiende financiële consequenties voor Leeuwarden leggen, voorzover deze niet gedekt zijn binnen de reguliere middelen of de exploitatie van een plangebied, een beslag op onze financiële middelen. Uit een overzicht van de afgesloten convenanten, die als bijlage in deze perspectief nota is opgenomen, blijkt dat nog niet voor alle samenwerkingsovereenkomsten duidelijk is wat de financiële consequenties bekend zijn en in welk jaar. Momenteel wordt onderzoek verricht hoe de relatie bestuurder en bestuurde kan worden. Uit de eerste resultaten blijkt dat maatregelen nodig zijn op het gebied van de communicatie, de wijze van dienstverlening, het productaanbod, e.d. Het is mogelijk dat de organisatie of de bedrijfsvoering beïnvloed gaat worden door de maatregelen. U zult hierover te zijner tijd worden geïnformeerd. 3.4 Een goede bedrijfsvoering In 1993 is gestart met een traject om de besturing en beheersing van de gemeentelij ke organisatie te versterken. Het proces is onder de naam "Leeuwarden in stelling" in gang gezet. Een belangrijke onderdeel is de verbetering van de bedrijfsvoering. Een goede bedrijfsvoering is immers niet alleen gericht op een doelmatig functione rende organisatie, maar vormt ook een voorwaarde om gefundeerde beslissingen te kunnen nemen, risico's in te kunnen schatten en de financiën te bewaken. De bestuurlijke informatievoorziening verbeteren betekent dat de diverse bestuurders en managers tijdig, samenhangend en volledig worden ingelicht over zowel financiële als materiële zaken. Het plannings- en controlproces bepaalt mede welke type bestuurlijke informatievoor ziening op welk moment voor handen moet zijn. Dit proces is gestoeld op een beleidsplanningscomponent (kaders) dat top-down gericht is en als op een operatione le planningscomponent (werk/jaarplannen) die bottom-up werkt. Op basis van deze laatste component kunnen de verscheidene management-niveaus diverse verbeterings- en veranderingsactiviteiten inplannen. Om aan de periodieke, alsmede de ad-hoc vraag aan bestuurlijke informatie te kunnen voldoen zijn ingrijpende veranderingen noodzakelijk inzake de informatiever werking en in de beheersing van zowel productie als middelen-processen. Om dit te doen slagen is het nodig om: - afspraken te documenteren; - processen te herstructureren; - de automatisering op deze processen af te stemmen; - het personeel te scholen in deze nieuwe werkwijze.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 271