32 33 Financieel perspectief Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat kapitaallasten voor vervangingsinvesteringen in het jaar 2000 en vrijvallende kapitaallasten elkaar ongeveer in evenwicht houden. Nader onderzoek is gewenst. 5.3.3 Tarievenbeleid In het collegeprogramma is met betrekking tot het tarievenbeleid het volgende bepaald: Het streven is gericht op een structurele lastenverlichting. Op de opbrengst van de onroerend-zaakbelasting mag gedurende de komende collegeperiode uitsluitend een correctie op basis van het prijsindexcijfer worden toegepast. Bij de heffingen blijft het uitgangspunt dat de vervuiler betaalt. De burger heeft daarbij recht op een zo efficiënt mogelijke uitvoering van de aan deze heffingen gekoppelde activiteiten, om de lasten zo laag mogelijk te houden. Per 1 januari 1996 zal worden gewerkt met een gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing; een en ander gebeurt vanuit het principe 'de vervuiler betaalt'. Bij de rioolretributie wordt nagegaan of een koppeling aan de hoeveelheid ver bruikt water mogelijk is. Bij de begrotingsbehandeling 1996 is voorlopig een bedrag van f 250.000,- per jaar in de jaren 1997 t/m 1999 van de stelpost nieuw beleid aangewezen voor kosten van de lastenverlichting. Daar waar overschotten worden behaald op de belangrijkste door heffingen gefinan cierde gemeentelijke activiteiten worden deze overschotten middels tariefsegalisatie reserves aan de burger teruggegeven. De tariefsaanpassingen van belastingen en heffingen leiden derhalve niet tot een budgettair resultaat met uitzondering uiteraard van de middelen die bestemd worden voor structurele lastenverlichting. Wel kan een tariefstelling leiden tot verschuivingen binnen de kring van belastingplichtigen. Zo zal de invoering van een gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing leiden tot een verschuiving van lasten tussen één- en meerpersoonshuishoudingen. 5.4 Vermogenspositie 5.4.1 Het eigen vermogen volgens de balans per 31 december 1995 Volgens de balans per 31 december 1995 bedraagt het eigen vermogen van de gemeente f 125 miljoen. Dit bedrag bestaat voor f 64 miljoen uit algemene reserves en voor f61 uit bestemmingsreserves. Van de algemene reserves wordt de rente over f 49 miljoen gebruikt als structurele bate voor de begroting en resteert derhalve een bedrag van f 15 miljoen wat als dekking kan dienen voor incidentele tegenvallers zonder dat dit leidt tot budgettaire consequenties. Het eigen vermogen zoals dat in de balans gepresenteerd wordt, is afhankelijk van de waardering van bezittingen en schulden. In de volgende paragrafen geven wij een toelichting op die vermogensbestanddelen, waarvan de waardering van grote invloed zou kunnen zijn op de omvang van het eigen vermogen. Financieel perspectief 5.4.2 Materiële vaste activa Inmiddels is het rapport over de gemeentelijke panden verschenen. Uit dit rapport blijkt een achterstand op onderhoud op dit gemeentelijk bezit. Een nader onderzoek ter verdere specificering van de onderhoudssituatie vindt thans plaats. Uit de rapportage blijkt voorts dat de gemeente veel panden in bezit heeft die zij niet strikt nodig heeft om haar overheidstaak uit te oefenen. Nader onderzoek moet worden gestart in hoeverre het mogelijk is een deel van de panden af te stoten en of daarmee een boekwinst kan worden behaald, die van voldoende omvang is om voorzieningen te vormen voor achterstallig onderhoud voor de resterende panden. In de rapportage van de Lis-werkgroep financiën wordt voorgesteld de afschrijvings percentages voor nieuwe investeringen te herzien. Voor bestaande investeringen wordt voorgesteld een uitsterfsysteem te hanteren. Indien deze voorstellen worden overgenomen hebben deze spelregels geen gevolg voor het in de balans gepresenteer de eigen vermogen. 5.4.3 Immateriële activa In de balans per 31 december 1995 is voor een bedrag van f 22 miljoen aan immate riële activa opgenomen. Dit bestaat ondermeer uit: Renovatie Cambuurstadion f 7 miljoen Boete vervroegde aflossing geldlening f 6 miljoen Overige f 9 miljoen Uit bedrijfseconomisch oogpunt zou afboeking ineens van deze activa de voorkeur verdienen. Binnen de overheid is activering van deze kosten echter gebruikelijk en volgens de comptabiliteitsvoorschriftenook toegestaan. Vooralsnog staan wij handhaving van activering van deze kosten voor. 5.4.4 Aandelen Naar de waarde van de in bezit van de gemeente zijnde aandelen is een extern onderzoek ingesteld. Bij het onderzoek is ook betrokken de invloed van bestaande blokkeringsbepalingen op de waarde van de aandelen, alsmede het verlies aan gemeentelijke invloed bij eventuele afstoting van aandelen. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat gezien de vele juridische voetangels en klemmen op korte termijn door verkoop van aandelen waarschijnlijk geen middelen zijn vrij te maken. Een uitzondering moet worden gemaakt voor de aandelen Bouwfonds Nederlandse Gemeenten waar een gedeeltelijk vrije verhandeling vermoedelijk in 1997 mogelijk zal zijn. 5.4.5 Voorraad bouwterreinen grondbedrijf De omzetsnelheid van de bedrijfsterreinen in het grondbedrijf is te laag. Uit oogpunt van stimulering van de werkgelegenheid doen wij in deze perspectiefnota voorstellen ter bevordering van de versnelde verkoop van bedrijfsterreinen. Daarnaast resulteert een versnelde uitgifte in het rendabel maken van de gepleegde investeringen alsmede hogere OZB inkomsten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 277