75 76 Toelichting op het resultaat TOELICHTING OP DE MIDDELEN Als gevolg van onjuiste ramingen werd met name bij gymna stieklokalen een hoger bedrag aan rijksvergoedingen ont vangen, dan in de begroting was geraamd. Per saldo levert dit de gemeente een voordeel op van f 125.000. Ten behoeve van andere voorzieningen werd weliswaar een lagere rijksbijdrage ontvangen van f 90.000, maar hier staat een lagere storting in het fonds "technisch onder houd" tegenover van nagenoeg gelijke grootte. Per saldo heeft dit dan ook geen of weinig invloed gehad op het resultaat. Het fonds wordt op basis van de LONDO systema tiek gevoed en aangewend. Aan onroerendzaakbelasting op schoolgebouwen werd f 54.000 minder betaald dan in de begroting was geraamd. Deze lagere onroerendzaakbelasting is het gevolg van een lagere taxatiewaarde van schoolgebouwen. Hoewel deze lagere onroerendzaakbelasting ook reeds in eerdere reken ingen tot uitdrukking kwam, is de begroting van 1995 niet aangepast. In principe levert een dergelijke verlaging van de onroerendzaakbelasting de gemeente geen voordeel op, omdat de opbrengsten navenant zullen dalen. In dit geval is concernbreed evenwel sprake van een incidentele meevaller, omdat in de begroting bij de raming van de opbrensten onroerendzaakbelasting wel rekening is gehou den met een lagere opbrengst bij schoolgebouwen, terwijl bij onderwijs is uitgegaan hogere bedragen. De kosten van het zwemonderwijs zijn als gevolg van de nieuwe tariefstructuur fors gestegen. Bij de sector on derwijs heeft dit geleid tot een kostenstijging van f 108.000, die bij de sector sport en recreatie als extra opbrengst op zwembaden is verantwoord. Doordat de bijdra gen in de vervoerskosten van het zwemonderwijs vanaf 1995 per seizoen in rekening worden gebracht in plaats van per kalenderjaar, ontstaat (eenmalig) een voordeel aan de batenkant van f 36.000. Per saldo is in 1995 dan ook spr ake van een nadeel van f 72.000. Bij de gemeentelijke gymnastieklokalen onstaat in 1995 in totaal een voordeel van f 64.000. Dit is zowel het gevolg van lagere exploitatie-uitgaven (met name tuinonderhoud en schoonmaakkosten)als van hogere verhuuropbrengsten. Met name deze hogere verhuuropbrengsten zijn opmerkelijk, omdat hier werd gerekend op een tegenvaller als gevolg van tariefstijgingen. De werkelijke kosten overhead zijn in 1995 f 97.000 hoger dan geraamd. De oorzaak van deze overschrijding heeft te maken met de invoering van LIS. De hieruit voortvloeiende reorganisatie, alsmede de daarbij behorende personele bezetting heeft geleid tot een verschuiving van budget ten, die niet op de juiste wijze in de begroting zijn aangepast. Daarnaast is in het kader van privatisering van ASBO de functie van schakelfunctionaris geïntrodu ceerd. Ook deze lasten komen ten laste van de sector onderwij s De becijferde overschrijding bij het basisonderwijs maakt het noodzakelijk een bedrag van f 100.000 te reserveren. Zoals bekend moet op basis van gelijke behandeling van het openbaar en bijzonder basisonderwijs, een eventuele overschrijding bij het openbaar basisonderwijs tot een zelfde bedrag worden doorbetaald aan het bijzonder basisonderwij s Toelichting op het resultaat TOELICHTING OP DE MIDDELEN f f f f f f 83000 47 000 50000 60.000 56 000 27000 functie 430/431 openbaar en bijzonder speciaal onderwijs. Het voordelig resultaat op deze functie is onstaan door: - hogere rijksvergoedingen - lagere onroerendzaakbelasting - overschrijdingsregeling - lagere exploitatiekosten - nadelige resultaten oude dienstjaren - lagere kosten zwemonderricht De rijksvergoeding voor andere voorzieningen (de onroe rendzaakbelasting en verzekeringen) is f 47.000 hoger. Daarnaast is er nog een rijksvergoeding van f 36.000 over oude dienstjaren verwerkt. In totaal is dus sprake van een hogere rijksbijdrage van f 83.000. Ook bij het speciaal onderwijs is er sprake van een voor deel van f 47.000 op onroerendzaakbelasting. Zie verder de toelichting bij functie 420/421. De becijferde overschrijding bij het openbaar speciaal onderwijs maakt het noodzakelijk om een bedrag van f 50.000 te reserveren. De lagere exploitatiekosten zijn het gevolg van lagere kosten schoonmaken gymnastieklokalen (f 35.000) en lagere kosten andere voorzieningen (f 25.000)In totaal dus een voordeel van f 60.000. Bij het bijzonder speciaal onderwijs is sprake van een nadelig resultaat van f 56.000 op oude dienstjaren als gevolg van niet verhaalbare vervoerskosten. De kosten van zwemonderwijs zijn f 27.000 lager, doordat de kosten in 1996 worden verrekend. Dit betekent overi gens wel, dat het resultaat in 1996 met eenzelfde bedrag lager zal uitvallen. functie 460 openbare scholengemeenschap AVO/VWO/VBO Het nadeel op deze functie van f 57.000 is gedeeltelijk het gevolg van hogere overheadkosten ten bedrage van f 19.000. Bij functie 420/421 is op de reden van de overschrijding van de overheadkosten reeds ingegaan. Naast een verschil op overheadkosten bestaan er nog ver schillen op de diverse subfuncties. In de jaarrekening van de Bestuurscommissie wordt hierop nader ingegaan. functie 461 bijzondere scholengemeenschappen AVO/VWO/VBO Als gevolg van een ramingsfout zijn een deel van de in komsten en uitgaven niet meegenomen in de begroting. In de begroting van 1996 is deze ramingsfout reeds her steld. In 1995 leidt dit tot een incidenteel voordeel van f 65.000. functie 480 gemeenschappelijke uitgaven en inkomsten Het voordeel op deze functie is ondermeer ontstaan door: - lagere gemeentelijke bijdrage f 139.000 - minder kosten leerlingenvervoer - hogere kosten overhead - hogere uitgaven controle onderwijzend personeel - nadelig resultaat oude dienstjaren 250000 60000 36000 53000

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 387