Risicoparagraaf
- herverdeling en overheveling middelen maatschappelijke opvang naar het gemeen
tefonds, waarbij nog sprake is van een rijksbezuiniging;
- decentralisatie van verslaafdenzorg, waarbij onvoldoende middelen zijn opgeno
men voor de methadonverstrekking.
Garantieverleningen
In het verleden was het gebruikelijk dat de gemeente zich garant stelde voor verstrek
te geldleningen aan particulieren.
Gezien de verslechterde economische situatie, bestaat een zeker risico dat burgers niet
meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. De garanties voor aankoop van wonin
gen zijn, voorzover niet overgenomen door de Stichting Nationale Hypotheekgarantie,
afgekocht.
In Dokkum heeft een gebouwenruil plaatsgevonden ten behoeve van de huisvesting
van de dependance van het Slauerhoff College te Dokkum in één gebouw. Het was de
bedoeling dat de aankoopprijs en de verbouwingskosten zouden worden betaald uit de
verkoopopbrengst van de twee verlaten panden. Zowel de gemeente Leeuwarden als
de gemeente Dongeradeel hebben zich hiervoor elk voor de helft garant verklaard. De
verkoop van de betrokken panden verloopt uiterst moeizaam en gevreesd moet dan
ook worden dat een beroep op de garantie zal worden gedaan. Daarbij moet tevens
rekening worden gehouden met extra rentekosten, omdat de aanschaf- en verbou
wingskosten al betaald hadden moeten zijn.
B3- instellingen
Een speciale vorm van garantieverleningen heeft betrekking op de B-3 instellingen.
Ten aanzien van de zgn. B3-stichtingen heeft de gemeente een verdergaande verplich
ting dan de eventuele toegekende exploitatiesubsidie. De stichting cultureel centrum
De Harmonie, Zalen Schaaf en de stichting MCL vallen hieronder.
Door landelijke ontwikkelingen in de gezondheidssector moet (strikt) formeel reke
ning gehouden worden met de risico's die in principe gelopen kunnen worden, dan
wel met kosten die gepaard gaan met het afkopen van de B-3 status.
Sociale Werkvoorziening
Naast de normale bedrijfsrisico's (onzekerheden omtrent de rijksbijdrage en de
marktgerichte activiteiten van de DSW) kunnen voor de komende beleidsplanperiode
nog de volgende ontwikkelingen worden gesignaleerd.
(In de eerste plaats zijn) De kosten van de reorganisatie, zoals wachtgeld-vut, boven
talligheid en herplaatsingskosten zijn zo nauwkeurig mogelijk ingeschat (in de begro
ting verwerkt).
Deze schatting is evenwel gebaseerd op een aanname met betrekking tot het tempo
waarmee de ontstane boventalligheid kan worden afgebouwd. De feitelijke ontwikke
ling van deze kostenpost is onzeker.
Daarnaast zal een mogelijke herziening van de ziektewet, waarbij het risico voor
ziektekosten in beginsel volledig bij de werkgever wordt gelegd, consequenties
hebben voor de DSW.
18
Risicoparagraaf
Kwijtscheldingsbeleid
De gebruikmaking van de mogelijkheid tot verruiming van het kwijtscheldingsbeleid
zal mogelijk leiden tot een stijging van het aantal gehonoreerde kwijt-
scheldingsverzoeken. Het risico heeft echter alleen betrekking op de kwijtschelding
voor wat betreft onroerend-zaakbelasting (in februari 1996 heeft de raad een besluit
genomen omtrent het minimabeleid).
Bijzondere bijstandsverlening
Met de invoering van de nABW per 1 januari 1996 vallen een aantal kostencompo
nenten, welke voorheen als "algemene bijstand" konden worden beschouwd, thans
onder de "Bijzondere bijstandsverlening". De belangrijkste verschuivingen zijn de
woonkostentoeslagen, premies particuliere ziektekostenverzekering en de toeslagen in
bijzondere situaties op landelijke normen voor personen van 18-21 jaar. In dit ver
band vindt er tevens een herschikking van middelen van algemene naar bijzondere
bijstand plaats. Vanaf 1997 komen de kosten van taakwijzigingen tussen Rijk en
gemeenten geheel voor rekening van de gemeente. In hoeverre het budget voor de
"bijzondere bijstand" in de toekomst toereikend zal zijn is thans is thans moeilijk te
beantwoorden. Verwacht mag worden dat één en ander nadelige financiële consequen
ties zal hebben.
Geraamde uitkeringsbedragen
De geraamde uitkeringsbedragen zijn gebaseerd op een tweetal kengetallen:
a. het verwachte gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden op jaarbasis;
b. het verwachte gemiddelde uitkeringsbedrag.
ad a.
Het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden is sterk afhankelijk van de economische
situatie c.q. de ontwikkeling van de werkgelegenheid.
In totaliteit wordt over de beleidsperiode per jaar rekening gehouden met 6115
uitkeringsgerechtigden (exclusief WBO), verdeeld over de verschillende uitkeringsre
gelingen.
Een variatie van bijv. 100 uitkeringsgerechtigden betekent een aanpassing op de
geraamde bedragen van ongeveer f 2,2 miljoen en heeft voor 10% (dit is het gemeen
telijk aandeel) invloed op de gemeentebegroting.
ad b.
Het gemiddelde uitkeringsbedrag per cliënt op jaarbasis is gebaseerd op gegevens van
voorgaande jaren, aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling.
Schommelingen in de samenstelling van het cliëntenbestand als ook aanpassingen in
de feitelijke uitkeringsniveaus kunnen invloed hebben op het gemiddelde uitkerings
bedrag.
Additionele Werkgelegenheid
Het creëren van aanvullende arbeidsplaatsen is één van de speerpunten van gemeente
lijk beleid. Toch moet rekening worden gehouden met mogelijke risico's op dit
terrein.
19