10 DIENST STADSBEHEER 10.1 Resultaat (Bedragen x f 1 miljoen) Begroting Rekening Verschil na wijziging Lasten 59,5 60,5 1,0 N Baten 24,5 26,5 2,0 B Saldo 35,0 34,0 1,0 B Het voordelig resultaat is als volgt opgebouwd: - Resultaat op kapitaallasten 0,4 B - Exploitatie sportvelden 0,3 B - Exploitatie zwembaden 0,3 N - Exploitatie recreatiegebieden 0,3 B - Overige mee- en tegenvallers 0,3 B Resultaat 1995 ^0 B Het voordelig resultaat op kapitaallasten is vooral veroorzaakt door het vertraagd besteden van de door de raad in het boekjaar 1995 en voorafgaande jaren geaccor deerde investeringskredieten. Het voordelig saldo op sportvelden is veroorzaakt door het voeren van een sterk terughoudend uitgavenbeleid; dit heeft de ten opzichte van de begroting tegenvallende opbrengsten uit met name het schoolgebruik ruimschoots gecompenseerd. Het nadelig saldo op zwembaden is veroorzaakt doordat het bezoekersaantal recreatief zwemmen drastisch achterbleef bij het in de begroting opgenomen verwachtingspa troon. Deze ontwikkeling wordt nog meer benadrukt, wanneer dit in samenhang met het schoolzwemmen wordt bezien. Deze doelgroep zorgde ervoor dat er ruim f 123.000,- meer aan opbrengsten werd gegenereerd dan geraamd. Dat het bezoek aan recreatiebaden afneemt wordt door de landelijke trend bevestigd. De raming zal dan ook structureel met +/- f200.000,- moeten worden bijgesteld. Het voordelig saldo op recreatiegebieden is voornamelijk het gevolg van de extreem droge periode in de zomer. Hierdoor kon met name de frequentie van het maai- patroon aanzienlijk worden verminderd. 40 Dienst Stadsbeheer 10.2 Ontwikkelingen 10.2.1 Verzelfstandigingsonderzoek De belangrijkste ontwikkeling voor de dienst was in 1995 het onderzoek naar een mogelijke integrale verzelfstandiging. In januari werd een hernieuwde start gemaakt met het onderzoek. In het najaar werd het onderzoek afgerond en bleek een integrale verzelfstandiging van de dienst geen haalbare optie te zijn. Via besluitvorming werd gekozen voor een traject waarin Stadsbeheer zich ontwikkelt en versterkt middels de systematiek van afzonderlijke deeltrajecten. In 1996 zal als eerste vorm en inhoud worden gegeven aan de dienst door het invoeren van het zgn. sectormodel, de werving van de sector managers en de verdere herstructurering van de dienst. Vanuit deze strategische visie is aan het einde van het jaar daadwerkelijk de eerste stap gezet door het benoemen per 1 januari 1996 van de heer C.W. van Endt tot directeur van de dienst. 10.2.2 Beheer en onderhoud van wegen, waterwegen, kunstwerken, groen en riolering (algemeen) Kerngegevens 1995 1994 oppervlakte rijweg in mJ 4.610.318 5.000.000 bruggen (beweegbaar) 18 18 bruggen (vaste) 186 186 tunnels/viaducten 21 21 oppervlakte te onderhouden ha's: gewoon plantsoen 117 120 gazons 99 110 bosplantsoen 40 35 bermen 100 77 recreatiegebieden (ha's) de Groene Ster 50 50 de Froskepólle 13 13 Leeuwarder Bos 140 140 Kalverdijkje/Nijlan 25 25 riolering in km. 420 400 rioolputten (aantal) 191 302 straatkolken (aantal) 23.806 24.052 41

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 433