Dienst Stadsbeheer Dit leidt soms tot gevaarlijke situaties voor voetgangers en fietsers. De wortels vernie len op diverse plaatsen ook tuinmuren. In 1996 zal deze problematiek worden aange pakt en zal naar oplossingen worden gezocht. De wettelijke veiligheidseisen ten aanzien van speeltoestellen zijn aangescherpt. Dit betekent dat alle in Leeuwarden geplaatste toestellen geïnventariseerd en beoordeeld moeten worden. In dit kader zijn in het verslagjaar de eerste stappen gezet om te komen tot een beleidsplan "speelplaatsen". Dit document wordt in 1996 afgerond en ter besluitvorming voorgelegd. In het kader van de Bedrijfsinterne milieuzorg (BIM) zullen in de komende jaren maatregelen moeten worden getroffen om aan de noodzakelijke eisen te kunnen voldoen. Ten dele zullen deze extra maatregelen slechts uit reguliere budgetten kun nen worden gefinancierd. De in 1995 uitgevoerde risico-inventarisatie met betrekking tot de arbo-omstandighe- den op de begraafplaatsen heeft tot een plan van aanpak geleid. Dit plan wordt vanaf 1996 in stappen tot uitvoering gebracht. De maatschappelijke ontwikkelingen rondom uitvaart en rouwverwerking zijn van dien aard, dat de nabestaanden een nadrukkelijker rol in het gehele proces opeisen. Hieraan dient de nodige aandacht en zorg te worden besteed. 10.2.10 Weg- en Waterbouw Watergangen De watergangen slibben langzaam dicht. De oorzaak hiervan is dat er èn onvoldoende financiële middelen zijn om de (vaak verontreinigde) baggerspecie te verwijderen èn geen mogelijkheden zijn om de baggerspecie te verwerken c.q. te bergen. Deze situatie heeft in toenemende mate tot gevolg, dat: - er stagnatie optreedt in de stedelijke en economische ontwikkeling; - er risico's optreden met betrekking tot de volksgezondheid en het milieu en - er kostenstijgingen zullen optreden door verspreiding van vervuild slib en vermen ging van vervuild slib met schoon slib. Op provinciaal niveau wordt eraan gewerkt om op zo kort mogelijke termijn ruimte voor het bergen van vervuilde baggerspecie te creëren. Op basis van het Baggerbe- leidsplan gmeente Leeuwarden en de provinciale ontwikkelingen zal op zo kort mogelijke termijn toch tot baggeren van verschillende watergangen moeten worden overgegaan om de hiervoor geschetste ongewenste ontwikkelingen een halt toe te roepen. De gemeente zal hiervoor de komende jaren tientallen miljoenen guldens vrij moeten maken. Via perspectief 1997 wordt deze problematiek nader aangekaart 10.2.11 Rioleringen Uit het eind 1995 vastgestelde Ontwerp-Kostendekkingsplan Rioleringen, waarin de hoofdlijnen van het rioleringsbeleid zijn vastgelegd, blijkt dat het rioolrecht binnen een periode van 10 jaar stapsgewijs zal stijgen naar ongeveer f 300,- per huishouden per jaar. Ongeveer de helft van de meer te genereren financiële middelen zijn nodig om de reguliere vervangingen te financieren. De andere helft is globaal nodig voor de noodzakelijke intensivering van beheer en onderhoud en investeringen voortvloeiende uit de steeds strenger wordende milieu-regelgeving. Het ligt in de bedoeling dat het Gemeentelijke Rioleringsplan in 1996 ter vaststelling aan de Raad wordt voorgelegd. Op grond van dit beleidsplan zullen vervolgens jaarplannen met betrekking tot vervan ging, inspectie, onderhoud e.d. nader worden uitgewerkt. 46 11 DIENST WELZIJN 11.1 Resultaat (Bedragen x f 1 miljoen) Begroting Rekening Verschil na wijziging Lasten 360,6 358,0 2,6 Baten 277,7 277,1 M Saldo 82.9 80.9 M Het nadelig resultaat is als volgt opgebouwd: Resultaat op kapitaallasten 0,2 N Resultaat op personeelslasten 0,5 B Resultaat op kostenplaatsen 0,4 N Gemeentelijk voordeel op uitkeringen 1,8 B Lagere kosten onderwijs 0,4 B Hogere exploitatiekosten Harmonie en verhoging OZB 0,7 N Juridische bijstand Harmonie 0,5 N Lagere subsidies diverse instellingen 0,5 B Overige mee- en tegenvallers 0.6 B Resultaat 1995 2.0 B Het nadelig resultaat op kapitaallasten is o.a. het gevolg van de hogere rente- en afschrijvingskosten ten bedrage van f 0,65 miljoen in verband met de nieuwbouw van de stadsschouwburg De Harmonie. In de Perspectiefnota 1996 is ter dekking van deze hogere kapitaallasten reeds een extra budget van f 0,5 miljoen beschikbaar gesteld. Het resultaat op personeelslasten is enerzijds het gevolg van het niet besteden van de budgetten sociaal convenant en flankerend beleid. Hiertegenover staan de hogere salaris-kosten van de projectleider onroerend goed. Het resultaat op kostenplaatsen heeft betrekking op de kostenplaats Gebouwenbeheer en Onderhoud (GBO). Doordat er minder opdrachten voor derden zijn uitgevoerd kunnen de overhead kosten van de afdeling GBO niet uit de tarieven worden gedekt. 47

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 436