Dienst Welzijn
11.2.3 Additionele werkgelegenheid
Algemeen
De werkgelegenheid behoort tot de hoofdaandachtspunten van het regeringsbeleid.
De groei van de werkgelegenheid wordt onder meer gezocht in het met behulp van
subsidiegelden ontwikkelen van nieuw werk. In de sociale zekerheidswetgeving wordt
steeds meer het accent verlegd van uitkeringsverstrekking naar uitstroom-bevordering
en toeleiding naar (gesubsidieerde) arbeid.
In het verslagjaar deden zich enkele nieuwe ontwikkelingen voor op het gebied van
aanpassing van wetgeving. Ook kwamen nieuwe voorstellen in discussie tot stroomlij
ning van regelgeving met betrekking tot gesubsidieerde arbeid. Te noemen zijn de
discussienota Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW), een voorstel tot herziening
van de Wet Sociale Werkvoorziening, een voorstel voor een nieuwe Arbeidsvoorzie
ningswet en een nieuwe Algemene Bijstandswet.
Kernpunt in deze ontwikkelingen is, dat de gemeentelijke regie-rol op het gebied van
uitstroombevordering uit de uitkeringssituatie wordt versterkt. Ook wordt van de
gemeente verwacht, dat zij goed samenwerkt met Arbeidsvoorziening en andere
uitkeringsinstanties, zoals de bedrijfsverenigingen. Verder krijgt de gemeente steeds
meer een sturende taak bij het ontwikkelen van nieuwe vormen van gesubsidieerde
arbeid.
Deze ontwikkelingen hebben niet alleen invloed op het te voeren beleid, maar zullen
ook gevolgen hebben voor de organisatie van het gemeentelijk werkgelegenheidsbe
leid.
In 1995 werd door het college een projectgroep ingesteld, die een voorstel moet
voorbereiden over hoe de activiteiten op het gebied van de gesubsidieerde arbeid in de
toekomst georganiseerd moeten gaan worden.
Andere belangrijke ontwikkelingen in 1995 waren:
1. Intensivering Trajectontwikkeling en Bemiddeling (ITB).
De al sinds 1992 bestaande samenwerking met het RB A-Friesland op het gebied van
individuele trajectbemiddeling werd opnieuw vorm gegeven in het project ITB. Doel
van het project is om in 2,5 jaar tijd 1000 langdurig werklozen extra (dat wil zeggen
boven de reguliere taakstelling van 200 per jaar) te bemiddelen naar reguliere arbeid.
De samenwerking met het RBA en de wederzijdse verantwoordelijkheden binnen het
ITB-project werden vastgelegd in een overeenkomst, waarin ook op een aantal andere
punten nadere samenwerkingsafspraken werden gemaakt.
Het project is per 1 juli 1995 van start gegaan. De eerste resultaten (tweede halfjaar
1995) laten zien dat de taakstelling van in totaal 300 bemiddelingen in 1995 niet is
gehaald. Er werden 430 deelnemers in traject genomen (doel was 900), waarvan er
120 bemiddeld werden naar een baan (doel was 300). De oorzaken voor het achter
blijven op de taakstelling lagen op organisatorisch terrein (koppeling van bestanden
RBA/gemeente) en hielden verband met aanloop- en doorstromingsproblemen.
50
Dienst Welzijn
2. Nieuwe werkgelegenheidsinstrumenten
Bevordering van werkgelegenheid is de eerste prioriteit van het huidige kabinetsbe
leid.
Het Rijk heeft daarom ook nieuwe instrumenten ontworpen om de werkgelegenheid
voor langdurig werklozen te verruimen, met name aan de onderkant van de arbeids
markt.
Melker t-1 banen
In het kader van het Grote Stedenbeleid zullen binnen de kabinetsperiode 40.000 extra
arbeidsplaatsen kunnen worden verdeeld over de 19 grote steden. Voor de helft zullen
deze in de zorgsector worden ingevuld; voor de andere helft kunnen ze door de
gemeente worden verdeeld over andere sectoren. Voor 1995 waren dat de sectoren
veiligheid, toezicht en kinderopvang.
Van deze zgn. Melkert-1 banen zijn er afgelopen jaar 32 aan Leeuwarden toegewezen.
Doordat de invulling pas vanaf 1 juli kon plaatsvinden, is voor 1995 uitgegaan van 64
banen. Het aantal Melkert-1 banen in de zorgsector bedroeg in 1995 voor de Leeuw
arder instellingen ongeveer 70. De werving en selectie van de kandidaten voor deze
banen werd verzorgd door het ITB-project in samenwerking met het Arbeids
bureau.
Met veel creativiteit is door alle betrokkenen gezocht naar functies, die passen binnen
de criteria van de regelgeving. Zo werden functies ontwikkeld van politiesurveillant,
medewerker publieksopvang, groepshulp kinderopvang, onderhoudsmedewerker,
transportmedewerker, medewerker huishoudelijke dienst, assistent tussenschoolse
opvang.
Melkert experimentbanen
In het kader van de regeling "Experimenten met inzet van uitkeringsgelden" werd aan
de gemeente een subsidie toegekend voor in totaal 300 experimentbanen, te beginnen
met 50 banen in 1995. Het gaat om arbeidsplaatsen die kunnen worden ontwikkeld
met de inzet van loonkostensubsidies van maximaal f 18.000,- per jaar. De subsidie
wordt voor maximaal 2 jaar verleend.
Voor de coördinatie en uitvoering van de werkzaamheden die nodig zijn om de
experiment-banen te vinden, is een project-organisatie opgezet onder verantwoorde
lijkheid van de sector Additionele Werkgelegenheid. In deze projectorganisatie werken
gemeente en Arbeidsbureau met elkaar samen. Per 1 oktober is de projectorganisatie
van start gegaan. Er zijn verschillende acquisitie-methoden gebruikt. In totaal zijn 26
vacatures voor een Melkert-experimentbaan binnengehaald. Hiervan komen er 18 voor
rekening van de gemeente en 8 voor het Arbeidsbureau. Het zoeken van geschikte
kandidaten werd verzorgd door het ITB-project.
Zowel het aantal binnengehaalde vacatures als het aantal plaatsingen is achtergebleven
bij de planning en de taakstelling voor 1995. Dat komt omdat eerst tijd geïnvesteerd
moest worden in informatieverspreiding en contactopbouw met werkgevers. Pas later
kan dan de vacature worden genoteerd. Ook moest er eerst inzicht ontstaan in de
doelgroep die voor dit type banen in aanmerking komt.
In totaal zijn er in de eerste weken van het project 2 kandidaten geplaatst op een
51