Blad 2
Zij tekenen ernstig bezwaar aan tegen het bouwplan vanwege:
sterk verminderde (zon)licht inval in tuin en woning;
ernstige aantasting van de privacy.
Na aanpassing van het bouwplan hebben de omwonenden (ook de
nieuwe bewoners van Irenestraat 6) hun bezwaarschrift ge
handhaafd met de aanvulling dat men op grond van het be
stemmingsplan er bij de aankoop van de woning vanuit is
gegaan, dat zeker in een woongebied, de bestaande bouwhoog
ten gehandhaafd zouden blijven. Het bouwplan van de Arbo-
dienst Friesland is in strijd met het bestemmingsplan, het
geen naar de mening van de bezwaarmakers een ernstige aan
tasting van het woongenot, c.q. waardevermindering van de
woning betekent
Het bouwplan en de daartegen ingediende bezwaren liggen
voor u bij de stukken ter inzage
Wij merken daarover het volgende op.
Berekeningen laten zien dat de schaduwwerking van de extra
laag, dus de directe vermindering van zonlichttoetreding
meevalt. Alleen in de wintermaanden november, december en
januari is er sprake van meer schaduw midden op de dag.
Deze extra schaduw ligt met name op de (Aruba)straatOmdat
de zon in deze maanden al vroeg weer onder gaat, dus laag
staat, zijn de effecten ten opzichte van de huidige situa
tie gering. De zon gaat door de lage stand halverwege de
middag al schuil achter de flats aan de andere (de oneven)
kant van de CuragaostraatHierdoor ontstaat er in de win
termaanden nauwelijks een vermindering van zonlichttoetre
ding door het bouwplan, 's Zomers staat de zon te hoog om
van nadelige invloeden te kunnen spreken.
Omdat de ramen in de woningen voornamelijk aan de voor- en
achterkant zitten en nauwelijks aan de zijkant (die naar de
Arbo-dienst is gekeerd)is er geen sprake van een wezen
lijke vermindering van daglichttoetreding.
Wij achten dit bezwaar dan ook ongegrond.
De te bouwen extra laag is aan de kant met het zicht op de
(tuinen van) de bezwaarmakers voorzien van normale
vensters. Hierdoor heeft men zicht op de tuinen van de pan
den Arubastraat 7, Prins Bernhardstraat 3 en 5 en Irene
straat 6 (door het "terugspringen" ten opzichte van de hui
dige dakrand ontstaat er een "dode hoek" en heeft men nau
welijks zicht op de tuinen van de overige woningen)
Een en ander zou ondervangen kunnen worden door het aan
brengen van gematteerd glas in de onderste helft van de
vensters van de te bouwen extra laag. Noodzakelijk achten
wij dit niet, omdat het bouwplan ook privaatrechtelijk aan
de eisen voldoet.
Blad 3
Het is in een stedelijke bebouwing voorts onvermijdelijk,
c.q. onontkoombaar dat (enige) beperkingen kunnen worden
gesteld aan de privacy. De mate waarin dit gebeurt achten
wij evenwel niet van dien aard, dat aan het bouwplan geen
medewerking zou kunnen worden verleend.
Ook dit bezwaar achten wij niet gegrond.
De vermeende aantasting van het woongenot en de waardever
mindering van de woning houden verband met eerdergenoemde
bezwaren
Zoals reeds opgemerkt wijkt het bouwplan af van het gelden
de bestemmingsplan. Uit stedebouwkundige overwegingen be
staan er evenwel geen bezwaren tegen het bouwplan. Het oor
spronkelijke bouwplan is bovendien, na eerdere bezwaren van
omwonenden, zodanig aangepast dat vermindering van zon
lichttoetreding en beperking van de privacy zoveel mogelijk
worden voorkomen.
Vanwege reorganisaties bij de Arbo-dienst Friesland is het
aantal arbeidsplaatsen bij de dienst toegenomen. Hierdoor
is het gebouw zoals het er nu staat te klein. Er is daarom
een dringende reden voor uitbreiding van het gebouw.
In haar vergadering van 16 januari 1996 heeft de Commissie
Stadsontwikkeling geadviseerd, dat de Arbo-dienst wederom
met de omwonenden om de tafel zou moeten gaan zitten om tot
overeenstemming te komen. Dit gesprek heeft op 6 maart jl.
plaatsgevonden. De Arbo-dienst heeft inhoudelijk verder
gaande concessies gedaan. Zie hiervoor de bij de stukken
ter inzage gelegde tekening, waarbij met gekleurde lijnen
de diverse aanpassingen van het bouwplan zijn aangegeven.
De bewoners hebben laten blijken, dat ze hun bezwaren hand
haven. De betreffende brief ligt bij de stukken ter inzage.
Alles overwegende zijn wij van mening dat het stedebouwkun
dig verantwoord is medewerking te verlenen aan het betref
fende bouwplan.
Teneinde de gevraagde medewerking te kunnen verlenen is het
noodzakelijk, dat voor het perceel een voorbereidingsbe-
sluit wordt genomen.