2. ACHTERGROND GROTE STEDENBELEID
Het Grote Stedenbeleid is een centraal thema in het kabinetsbeleid. Het is gericht op de
ontwikkeling van de grote steden tot trekkers van de economie. Door een
beleidsintensivering moet worden voorkomen dat duale steden ontstaan. Steden, die èn
dreigende problemen hebben èn een wenkend potentieel, maar die door de ernst van de
problemen de dynamiek verliezen. Het Kabinet wil het Grote Stedenbeleid samen met de
grote steden uitwerken. Leeuwarden is één van deze steden.
Bij het Grote Stedenbeleid gaat het om sociale en economische structuurversterking en
modernisering, een klus van minstens 10 jaar. Alleen een integrale benadering leidt tot
stedelijke vitaliteit, waardoor de steden de sociale, economische, culturele en
maatschappelijke motoren van Nederland blijven. Deze benadering wordt gekenmerkt
door probleem- en resultaatgericht werken in een "partnership" tussen Rijk en steden.
Het Kabinet wil door decentralisatie, deregulering en ontkokering de bestaande
instrumenten beter benutten. Vergroting van de samenhang en een inzet gericht op
wederzijdse versterking van instrumenten vormen de inzet. Daarnaast wordt overwogen
om de beleidsintensiveringen te verbinden aan het Grote Stedenbeleid.
In de kadernotitie Grote Stedenbeleid gemeente Leeuwarden (januari 1995) is een schets
gegeven van de Leeuwarder situatie. Leeuwarden is het eens met de analyse van het Rijk
over de dreiging van de duale stad en verwacht dat de aanpak die het Kabinet voorstelt
effectief is. Daarom is Leeuwarden graag bereid om in samenwerking met het Rijk en
andere partners het beleid te intensiveren.
Leeuwarden heeft samen met 14 andere steden, de zogenaamde G15, een convenant
"Steden staan voor stedelijkheid" met het Rijk gesloten. Dit convenant is door de raad
vastgesteld als beleidskader. Na de stenen stadsvernieuwing en de op achterstand gerichte
sociale vernieuwing is het tijd voor een inspanning gericht op de vitaliteit van de totale
stad.
In het Grote Stedenbeleid wordt niet alleen op de te verrichten inspanningen nadruk
gelegd, maar zeker ook op de behaalde resultaten. Daarom is afgesproken dat jaarlijks
gemeten zal worden in hoeverre de voorgenomen resultaten zijn behaald. De G15 werken
een voorstel uit om via een zogenaamde audit-structuur deze meting te versterken. De
audit-structuur houdt in dat een platform, bestaande uit externe deskundigen en
vertegenwoordigers van collega-gemeenten, Rijk en provincies, onderzoeken of de
middelen en instrumenten goed zijn ingezet. Monitoring en auditing dragen zo bij aan de
ontwikkeling van het Grote Stedenbeleid.
De versterking van de stad als economische trekker is natuurlijk sterk afhankelijk van
externe factoren. De inzet van Leeuwarden is om alle mogelijkheden, die de stad heeft
om bij te dragen aan deze versterking, tot het uiterste te benutten.