Blad 2 Indien een aanvraag tot straatnaamgeving of huisnummering zou moeten worden afgewezen of een besluit tot straatnaam geving of huisnummering een belanghebbende zou treffen, moet worden bezien of artikel 4:7 of 4:8 van de Awb van toepassing is. Deze artikelen houden de verplichting in de aanvrager of belanghebbende te horen voordat het besluit wordt genomen. 3. Artikelsgewijze toelichting Artikel 5.6.1.1 In artikel 5.6.1.1 is een nummer gedefinieerd als een num mer bestaande uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfercombinatie. Het is ongebruikelijk in het nummer Romeinse cijfers op te nemen. Desondanks laat het "Logisch ontwerp GBA" - een uit voeringsmaatregel gebaseerd op de Wet GBA- deze mogelijk heid open. Artikel 5.6.2.1 In het kader van de Volkstelling 1971 is tussen gemeenten, de provinciale planologische diensten en het CBS een ge biedsindeling overeengekomen, die wordt aangeduid met de "CBS wijk- en buurtindeling"Deze indeling werd noodzake lijk geacht omdat op provinciaal en landelijk niveau be hoefte bestond aan inzicht in de onderverdeling van het gemeentelijk grondgebied. Sinds 1971 heeft het echter ont broken aan systematisch interbestuurlijk overleg waardoor onduidelijkheid kon ontstaan over de hanteren wijk- en buurtindeling. Zo is gebleken dat tal van veranderingen in de wijk- en buurtindeling, die door gemeenten zijn doorge voerd niet bekend zijn bij het CBS. Ook is gebleken dat veel van de veranderingen in de wijk- en buurtindeling die wel bij het CBS bekend zijn, door het CBS zijn afgeleid uit de sinds 1980 ingevoerde jaarlijkse opgave van gemeenten. Op provinciaal en landelijk niveau heeft een en ander ge leid tot het ontstaan van onzekerheid over de actualiteits waarde en de vergelijkbaarheid van een wijk- en buurtinde- lingen gerelateerde gegevens van verschillende gemeenten. Dit heeft het Interprovinciaal overleg voor de ruimtelijke ordening ertoe aangezet de Minister van Economische Zaken te vragen het CBS te verzoeken zijn coördinerende rol met betrekking tot de wijk- en buurtindeling te reactiveren. De Minister heeft dit verzoek ingewilligd. Dit heeft echter tot op heden nog niet geleid tot nadere bijhoudingsregels Blad 3 voor de wijk- en buurtindeling. Gemeenten dienen zich dan ook te houden aan de CBS wijk- en buurtindeling uit 1970. In de verordening komt derhalve het benoemen van de wijken en buurten terug hetgeen tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders kan worden gerekend. In veel gemeenten wordt de wijk- en buurtindeling verfijnd tot bouwblokken. Een indeling naar bouwblok is van belang voor de verwerving van onroerende zaken, voor bouwblokon- derzoek, het opstellen en wijzigen van bestemmingsplannen, het opstellen van voorbereidingsbesluiten, voor stratenta- bellen en voor statistisch onderzoek, maar ook voor de vuilophaaldienst, inentingsdistricten, gebiedsindeling van sociale instellingen etcetera. Er bestaan geen voorschriften voor de aanduiding van bouw blokken. Dit betekent dat gemeenten die de wijk- en buurt indeling willen verfijnen tot bouwblokken, naar eigen in zicht nummers kunnen hanteren bij het aanduiden van de bouwblokken In het tweede lid is het benoemen van de openbare ruimte geregeld. De openbare ruimte omvat meer dan alleen straten, plantsoenen en wegen. Zo worden bijvoorbeeld ook waterlo pen, sierwater, bruggen, viaducten, metrostations, dijken, meren en plassen veelal van een naam voorzien. Het benoemen van de openbare ruimte is een facultatieve be voegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Zij benoemen de openbare ruimte indien dat naar hun oordeel nodig is Bij het gebruik van de bevoegdheid tot straatnaamgeving en huisnummering moeten burgemeester en wethouders rekening houden met de belangen van met name bewoners en bedrijven. Wijziging van de straatnaam of van het huisnummer treft de belangen van bewoners en bedrijven. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van een gemeentelijke gehoudenheid tot het regelen van de gevolgen van de wijzigingsbesluiten. Een aantal punten is hierbij van belang: 1. Tussen het besluit tot wijziging en de uitvoering van de wijziging dient voldoende tijd te liggen zodat de bewoners en de bedrijven zich op de gewijzigde straat naam of het veranderde huisnummer kunnen voorbereiden. Hoe langer de periode is, hoe minder de gemeente ge houden is tot compenserende maatregelen. In artikel 5.6.5.1, is een periode van één jaar genoemd waarbin nen de oude en de nieuwe straatnaam of huisnummer naast elkaar kunnen worden gebruikt. Deze periode kan voor gewone gevallen als een redelijke voorbereidings periode worden gezien. Gevallen die hiervan afwijken, zoals bijvoorbeeld sterk naar buiten tredende bedrij ven met een groot klantenpotentieelmoeten op zich-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 75