komen de bijstandsnorm verstaan. Voor een nadere omschrijving van bovengenoemde begrippen wordt u verwezen naar de ter inzage gelegde stukken. 2.2. De doorgevoerde wijzigingen in de "regeling". Het Kabinet heeft omtrent de draagkracht en daarmee samen hangende eigen bijdrage het volgende besloten ingaande op 1 april 1996. Zoals in het bovenstaande is gemeld, wordt de draag kracht van de betrokken gehandicapte bepaald door zijn/haar netto-inkomen te vergelijken met het norminkomen (bijstandsnorm)Op deze draagkracht worden op grond van de huidige "regeling" in mindering gebracht de eigen bij dragen welke worden betaald in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet Financiering Volksverzekering (WFV) Op grond van de gewijzigde "regeling" kunnen per 1 april 1996 ook in mindering worden gebracht overige (door de gehandicapte gemaakte) kosten, voortvloeiende uit de hand icap. Het betreft dan kosten die: niet vanuit een andere regeling geheel ofgedeeltelijk worden vergoed; niet algemeen gebruikelijk zijn; gemaakt zijn in het kalenderjaar waarop de Wvg- voor ziening betrekking heeft. In dit kader dient te worden vermeld dat inzake bovenbe doelde overige kosten een relatie kan worden gelegd met het gemeentelijk beleid dat wordt gevoerd in het kader van de bijzondere bijstand. Wij komen hier in een volgende paragraaf op terug. Omtrent de maximale draagkracht is op grond van de gewijzigde "regeling" per 1 april 1996 het volgende van kracht Met betrekking tot rolstoelen wordt geen draagkracht in aanmerking genomen. Derhalve is voor het gebruik van een rolstoel geen eigen bijdrage meer verschul digd. Voor het overige is bij een netto-inkomen tot en met anderhalfmaal het norminkomen, de draagkracht per ka lenderjaar ten hoogste f 100,--. Bedraagt het netto-inkomen boven-modaal (hoger dan anderhalfmaal het norminkomen) dan is de draagkracht maximaal een kwart van het draagkracht percentage dat bij bijstandsverlening wordt gehanteerd (bij ruimte in het inkomen tot f 6000,-- bedraagt het percentage dan 5 en van het meerdere wordt dan 12,5 als draag krachtruimte aangemerkt) De eigen bijdrage aan voorzieningen in natura bedraagt maximaal f 100,-- ongeacht het eigen inkomen van de gehandicapte Voorbeeld: a. echtpaar inkomen f 40.000,-- op jaar basis. Dit inkomen ligt boven de grens van 15 maal het norminkomen b. ruimte in het inkomen: netto-inkomen - norminkomen voor gehuw den, f 40.000,-- - f 23.586,60 f 16.413,40 c. draagkracht percentage 5 resp. 12,5 5 van f 6.000,- f 300,-- 12,5 van (f 16.413,40 - f 6000,-) f 1.304.68 Draagkracht op jaarbasis f 1.605,68 (voor vervolg voorbeeld, zie hieronder) Zoals is aangegeven mogen de eigen bijdragen en eigen aan deel in het kader van de AWBZ en de WFV de draagkracht niet te boven gaan. Verder dient ook rekening te worden gehouden met overige ten laste van de gehandicapte blij vende kosten. In het voorbeeld is er sprake van een draagkracht van f 1.604,68. Stel: - kosten AWBZ f 400,-- - kosten WFV f 100,-- - overige kosten f 500,-- - totaal f 1.000,-- In dit geval resteert er een draagkracht ad. f 604,68 op jaarbasis 2.3. Gemeentelijke toepassing van de gewijzigde "rege ling" Zoals in de vorige paragraafgesteld, wordt op grond van de gewijzigde "regeling" met ingang van 1 april 1996 met be trekking tot rolstoelen geen draagkracht meer in aanmer king genomen. Voorts geldt bij een netto-inkomen tot en met anderhalfmaal het norminkomen een draagkracht van maximaal f 100,--. Op deze draagkracht wordt dan ook nog in mindering gebracht de betalingen in het kader van de AWBZ/WFV en overige ten laste komende kosten, die samen hangen met de handicap. Gelet hierop zal naar onze verwachting slechts een zeer gering aantal gehandicapten uit bedoelde inkomenscatego rie, de draagkracht van f 100,-- op kunnen brengen. In verband hiermee en gelet op het feit dat het onderzoek en verificatie van bovengenoemde kosten veel tijd en dus relatiefhoge perceptiekosten met zich meebrengen, stellen wij u voor de draagkracht voor de categorie met een inko men tot en met anderhalfmaal het norminkomen vast te stel len op nihil en de verordening overeenkomstig te wijzigen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 88