Hierbij merken wij nog op dat circa 85 van de huidige
Wvg- gebruikers in Leeuwarden tot bovenbedoelde inkomens
categorie behoort
Ons bovengenoemd voorstel om de draagkracht voor de gehan
dicapten met een inkomen tot en met anderhalfmaal het
norminkomen op nihil vast te stellen, heeft ook consequen
ties voor de financiële tegemoetkoming in de kosten van
een woningaanpassing.
2.4. Wijziging in de financiële tegemoetkoming woningaan
passing.
De financiële tegemoetkoming bij woningaanpassing is niet
vastgelegd in de Verordening voorzieningen gehandicapten
doch in het op deze verordening gebaseerde "Besluit finan
ciële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten" (in
het vervolg "besluit" genoemd)Wijzigingen in dit "be
sluit" hebt u aan ons gedelegeerd. Bij besluiten terzake
betrekken wij het advies van de Commissie voor Welzijn.
De tegemoetkoming in de kosten van woningaanpassingen zijn
in het huidige "besluit" gesteld op 75 van de kosten van
aanpassing. Dit betekent dat 25 van de kosten van aan
passingen door de gehandicapte zelfgefinancierd moet wor
den. Financiering hiervan vindt bij huurwoningen plaats
door doorberekening in de huur (bij aanpassingen boven de
f 5.000,--). Eigen woningbezitters dienen uit eigen midde
len ofbijvoorbeeld door middel van een lening deze eigen
bijdrage te financieren.
De bovenbedoelde bijdrage van de gehandicapte van 25 van
de kosten van aanpassing mag echter de draagkracht niet
overschrijden. Indien dit wel het geval zal zijn dan wordt
de financiële tegemoetkoming van 75 van de kosten van de
aanpassing dusdanig verhoogd dat de draagkracht niet wordt
overschreden.
Indien u nu ons voorstel volgt om de draagkracht van de
gehandicapten met een inkomen tot en met anderhalfmaal het
norminkomen op nihil te stellen, betekent dit dat de wo
ningaanpassingen bij bedoelde inkomenscategorie voor 100
worden gefinancierd.
Bij de categorie met een hoger inkomen kan het deel van de
kosten van woningaanpssing (van 25 dat niet door de
financiële tegemoetkoming wordt gedekt, wel in de huur
doorberekend worden en door eigen woningbezitters uit
eigen middelen worden gefinancierd)Ook hier geldt echter
dat de draagkracht niet mag worden overschreden.
In het voorbeeld van een echtpaar in paragraaf 2.2. be
droeg de draagkracht f 1.604,68 op jaarbasis.
Hier wordt van afgetrokken de eigen bijdrage AWBZ/VWFen
overige kosten voortvloeiende uit de handicap van in to
taal f 1.000,--, zodat er een draagkracht resteert van
f 604,68 op jaarbasis. Stel dat men een voorziening in
natura nodig heeft, dan wordt de eigen bijdrage hiervan
ad. f 100,-- eveneens op de draagkracht in mindering ge
Blad 5
bracht. Er resteert dan een draagkracht van f 504,68.
De eigen bijdrage aan een woningaanpassing mag derhalve
dit bedrag niet overschrijden.
Hoewel de categorie gehandicapten met een inkomen boven
anderhalfmaal het norminkomen nauwelijks voor bijzondere
bijstand in aanmerking komt, kan dit in uitzonderlijke
gevallen mogelijk zijn.
2.5. Relatie met bijzondere bijstandsverlening.
Zoals in paragraaf 2.2. gesteld, kunnen op de draagkracht
een aantal kosten in mindering worden gebrachtOndermeer
dient rekening te worden gehouden met overige ten laste
van de gehandicapte blijvende kosten, voortvloeiend uit de
handicap. Bij deze kosten kan een relatie worden gelegd
met het gemeentelijk beleid inzake bijzondere bijstand.
Bijzondere bijstand kan worden verleend als er in de situ
atie van de belanghebbende niet meer kan worden gesproken
van algemeen gebruikelijke kosten. De mensen die in aan
merking wensen te komen voor bijzondere bijstand zijn on
derhevig aan een inkomens- en vermogenstoets. In 1994 zijn
de vergoedingen voor dieetkosten, kleding- en bewas-
singskosten en andere zogenoemde inkomensondersteunende
voorzieningen overgeheveld naar de bijzondere bijstands
verlening
Wij zullen in die gevallen waarbij sprake is van draag
kracht, per individueel geval beoordelen ofhet om kosten
gaat die passen in de terminologie van het bovenstaande,
zie ook de voor u ter inzage gelegde stukken.