BIJLAGE bij raadsbesluit onder nummer 4873 (bijlage nr. 64) Raadsvergadering van 15 april 1996. Wijzigingen in de verordening. Het onderstreepte gedeelte van de tekst betreft de toevoe ging of aanpassing: HOOFDSTUK V Eigen bijdragen, financiële tegemoetkomingen en forfaitaire vergoedingen Eigen bijdrage voorzieningen in nature Artikel 5.1 Voor een voorziening die in natura verstrekt wordtis een eigen bijdrage verschuldigd. De hoogte van deze eigen bij drage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen en geldt vanafeen inkomen groter ofgeliik aan 1.5 maal het norminkomen a_i. voor rolstoelen is geen eigen bijdrage verschuldigd: voor overige natura-voorzieningen bedraagt de eigen bijdrage maximaal f 100.-. met dien verstande dat de eigen bijdrage conform artikel 3 van het "Besluit fi nanciële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten" de Wvg-draagkracht niet te boven mag gaan: Het huidige artikel 5.1 vervalt. De bovenstaande tekst wordt ingevoegd Financiële tegemoetkoming woonvoorziening en vervoersvoorzieningen Artikel 5.2 De hoogte van een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b en c en in de kosten van een vervoersvoorziening als bedoeld onder artikel 3.1 onder c sub 1 en 5 en arti kel 3.2.a. wordt bepaald aan de hand van het door burge meester en wethouders vast te stellen 'Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten' Maximum eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten van een voorziening waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend Artikel 53 De som van de met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.1 vastgestelde eigen bijdragen en de met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.2 vastgestelde eigen aandeel Blad 2 Artikel 5.3 De som van de met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.1 vastgestelde eigen bijdragen en de met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.2 vastgestelde eigen aandeel in de kosten van een voorziening waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend mag in een kalenderjaar de vastgestelde Wvg-draagkracht niet te boven gaan. Vervoerskostenverqoedinqen Artikel 5.4 Met inachtneming van hetgeen hiertoe in artikel 3.2 lid 4 is bepaald, wordt bij de vaststelling van de hoogte van de vervoerskostenvergoeding voor auto- en taxikosten als be doeld in artikel 3.1 onder c sub 2 t/m 4 uitgegaan van de volgende forfaitaire vergoedingen op jaarbasis a. voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto geldt een normbedrag van f 1.700.-; b. voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een bruikleenauto geldt een normbedrag van 2.500 maal y gulden, waarbij y staat voor het kilometerbedrag behorend bij het merk en type van de bruikleenauto zoals opgenomen in de bijlage III bij de verordening. cvoor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi geldt een normbedrag van f 1.700,-; d. voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi geldt een normbedrag van 2.555.--. Inkomensgrens collectiefsysteem aanvullend vervoer, vervoerskostenvergoedingen en bruikleenauto Artikel 55 Indien het inkomen zoals bedoeld onder artikel 1.1 onder b hoger is dan 1.5 x het norminkomen, wordt geen collectief- systeem van aanvullend vervoer als bedoeld in artikel 3.1 onder a, danwel een bijdrage als bedoeld in artikel 3.2.a danwel een financiële tegemoetkoming in de kosten van ver voersvoorzieningen als bedoeld onder artikel 3.1 onder c sub 2 t/m 4 ofeen vervoersvoorziening in natura als be doeld in artikel 3.1 onder b sub 1 verstrekt. Forfaitaire vergoeding voor de sportrolstoel Artikel 5.6 1 De hoogte van de forfaitaire vergoeding voor de aan- www—n li

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 92