Blad 7 De hoogte van het gemaximeerde offorfaitaire bedrag voor vervoerskosten is bepaald door de wetgever. Deze heeft gesteld dat f 1.700,- (gewijzigd per 1/1/1996 i.v.m. con sumentenprijsindexcijfer CBS 2,0% t.o.v. f 1.670,- in 1995) een adequate vervoersvoorziening is voor gehandicap ten die zich uitsluitend met eigen auto of taxi kunnen vervoeren. Voor een rolstoeltaxi ligt dit bedrag hoger omdat de kosten voor een rolstoeltaxi meer bedragen dan de kosten voor een gewone taxi. Gehanteerd worden forfaitaire vervoerskostenvergoedingen die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van de voorziening worden ver strekt. Indien het inkomen hoger is dan 1,5 maal het nor minkomen wordt geen vergoedingen voor gebruik van brui kleenauto, taxi of eigen auto, of rolstoeltaxi verstrekt. Alleen ingeval van een uitzonderlijke vervoersbehoefte kan van deze bedragen met toepassing van artikel 3.2 lid 4 worden afgeweken. In de vergoeding voor een bruikleenauto zijn de kosten van reparatie en onderhoud verdisconteerd. De vergoeding voor bruikleenauto's is afhankelijk van merk en type auto. De vergoeding bedraagt 2.500 maal het bij de bruikleenauto behorende kilometerbedrag. De diverse kilometerbedragen worden in bijlage III bij de verordening opgenomen. Komen merk en type van in de lijst niet voor, dan wordt van een merk en type uitgegaan die zo dicht mogelijk liggen bij merk en type van de betrokken auto. De factor 2.500 is gebaseerd op het aantal kilometers dat hoort bij het 50%- niveau (50% van het vergoedingsniveau van voor 1 oktober 1992) Inkomensgrens collectiefsysteem aanvullend vervoer, vervoerskostenvergoedingen en bruikleenauto Artikel 55 Artikel 5.5 geeft aan dat er boven de inkomensgrens van 1,5 maal het norminkomen geen collectiefsysteem van aan vullend vervoer (ofindien hiervoor gekozen de forfaitaire bijdrage in de kosten van vervoer conform artikel 3.2.a.) wordt verstrekt en geen bruikleenauto (in natura) offinan ciële tegemoetkomingen in kosten van het gebruik van een (bruikleen)auto of(rolstoel)taxi wordt verstrekt. Eveneens in de AAW gold een inkomensgrens waarboven deze voorzie ningen niet meer werden verstrekt op grond van het uit gangspunt dat boven deze inkomensgrens mensen in het alge meen de kosten van een auto oftaxi geacht worden zelfte kunnen dragen ("algemeen gebruikelijk")Voor het gemeen telijk beleid is als inkomensgrens uitgegaan van de in de "Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bij dragen Wvg" genoemde grens van 1,5 maal het norminkomen. Blad 8 Deze inkomensgrens komt voor gehuwden ongeveer overeen met de oude AAW-inkomensgrensVoor alleenstaanden, éénouder gezinnen en jongeren, ligt deze nieuwe inkomensgrens aan zienlijk lager. De motivatie daarvoor is dat het ijkpunt voor het gemeentelijk beleid voor wat betreft de mate waarin gehandicapten geacht worden zelf(een deel van de) kosten van vervoer en andere voorzieningen te kunnen dra gen op het norminkomen is gelegd. Dit houdt in dat er door de wetgever bewust voor is gekozen de mate waarin een be roep op de eigen financiële mogelijkheden van de gehandi capte kan worden gedaan, te relateren aan de leefsituatie. Een alleenstaande gehandicapte die eenzelfde inkomen heeft als de gehuwde gehandicapte zal meer mogelijkheden hebben zeifin de kosten van zijn vervoer en andere voorzieningen te voorzien en dus kan er eerder een beroep op zijn eigen financiële mogelijkheden worden gedaan. Als een gehandi capte met een gezinsinkomen van f 33.000,- ofhoger geacht wordt zelfeen auto te kunnen bekostigen, zal een alleen staande gehandicapte vergelijkbare mogelijkheden hebben bij een inkomen van f 23.000,-. Deze benadering komt tot uitdrukking in de Regeling inzake eigen bijdragen en financiële tegemoetko mingen Wvg en wordt door het relateren van de inkomens grens aan het norminkomen consequent doorgezet Forfaitaire vergoeding voor de sportrolstoel Artikel 5.6 Voor de vergoeding van sportrolstoelen wordt het oude AAW- beleid overgenomen. In het bedrag van f 4.190,-- is een bedrag van circa f 1.040,— voor onderhoud begrepen gedu rende drie jaar. (Bedrag is per 1/1/96 gewijzigd)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 95