30
4.3. Risicoparagraaf
Op grond van artikel 13 van de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften geldt vanaf 1995
de verplichting om bij de financiële documenten, zoals begroting, meerjaren
perspectief e.d. inzicht te geven in de financiële risico's die de gemeente loopt. Om
voor de sector een kader te scheppen welke onderdelen wel/niet in de risicoparagraaf
genoemd moeten worden, zijn de navolgende criteria gehanteerd.
Gevolgen onzeker
omvang onzeker doch taxeerbaar
omvang onzeker niet taxeerbaar
omvang bekend
Gevolgen zeker
omvang onzeker doch taxeerbaar
omvang onzeker niet taxeerbaar
omvang bekend
voorziening
risicoparagraaf
voorziening
voorziening
risocoparagraaf
raming opnemen in exploitatie
Het vorenstaande als richtinggevend te beschouwen zijn een aantal risico's voor de
beleidsperiode 1997 -2000 te voorspellen:
Hierbij dient met name te worden gedacht aan de volgende zaken
Bodemverontreiniging
De risico's, waar de dienst aansprakelijk voor gesteld kan worden, nemen toe.
In dit verband kunnen worden genoemd het bedrijfsterrein aan de Greunsweg en
de uit het baggerbeleidsplan voortvloeiende effecten.
Algemene Bedrijfsrisico's
Het onderhoud aan kunstwerken (bruggen, viaducten enz.), verhardingen,
oeververdediging, vijverpartijen e.d. zal in de komende periode een aanzienlijk
groter bedrag gaan vergen dan daarvoor in de begroting is opgenomen.
Binnen de provincie vindt op dit moment discussie plaats over de afrekening van
het zgn. 5B-subsidie Groene Ster. Mede op aanwijzing van provinciale vertegen
woordigers is bij vaststelling van het maximale investeringsvolume dat subsidiabel
is in het kader van de 5B-regeling van het begin af aan rekening gehouden met de
investeringen in de golfbaan en de zandwinning. De genoemde discussie spitst
zich thans toe op het feit of en in hoeverre de genoemde investeringskosten als
subsidiabele kosten kunnen worden aangemerkt. Hoewel er diverse schriftelijke
bewijzen zijn om de provincie aan te spreken op haar verantwoordelijkheid en er
nog geen enkele concrete aanwijzing is dat er een voor de gemeente negatieve
beschikking zal worden afgegeven, zou er in het meest ongunstige geval een
aanzienlijk lagere 5B-subsidie kunnen worden verstrekt dan het bedrag waarmee
van het begin af aan rekening is gehouden.
Indien de Raad uiteindelijk zou kiezen uit te blijven gaan van een
tweelocatiemodel, dan dient er rekening te worden gehouden met het feit, dat het
jaarlijks nadelig exploitatiesaldo zwembaden met rond 250.000,- structureel zal
toenemen.
Daarnaast zal het concretiseren van de zgn. 10% efficiency-operatie tot
ingrijpende gevolgen voor de Dienst Stadsbeheer als geheel leiden. Keuze voor
het éénlocatiemodel leidt tot een zodanig voordelig resultaat t.o.v. het huidige
nadelig saldo dat de 10% operatie volledig haalbaar wordt.
31
Hoofdstuk 5 BESCHRIJVING PER BEHEERSTAAK