Blad 18
t
Gebleken is dat men in het algemeen graag aan het water woont,
ook aan het Van HarinxmakanaalDaarbij is er voor gekozen om
niet een begeleidende wand van woningen te laten ontstaan zoals
aan de noordzijde van het kanaal. De beoogde woonbebouwing
wordt op slechts enkele plaatsen voorzien, namelijk daar waar
deze de in het plangebied aan te leggen lanen markeert, in
noord-zuid richting lopende woonstraten, die in het direct
achterliggende "poldertje" zullen worden aangelegd. Om evenwel
toch zo optimaal mogelijk van de woonsituatie aan het kanaal
gebruik te maken, is vervolgens de keuze van gestapelde
woningen voor de hand liggend.
Wij zijn ons ervan bewust, dat de argumenten welke de
wijkorganisatie aandraagt, op zich goed gebruikt zouden kunnen
worden voor een planopzet, waarbij een brede groene buffer
zonder enige bebouwing - waarin natuurontwikkeling een kans
krijgt en waarin tevens waterlopen worden opgenomen - het
kanaal begeleidt. Zo'n keuze heeft echter ook gevolgen voor de
verdere opzet van het bestemmingsplan. Onder andere zal de
ontsluitingsstructuur geheel anders moeten dan nu is voorzien.
Er zou een plan ontstaan met andere uitgangspunten. Daar is
evenwel niet voor gekozen.
Feitelijk voorziet het bestemmingsplan in de bouw van een 7-tal
stadsvilla's (met in totaal 85 gestapelde woningen) op ruime
onderlinge afstand in een circa 60 m brede groene zone. Aldus
ontstaat een rand langs het kanaal met een open karakter, die
een openbare en toegankelijke groene ruimte vormt. Er wordt
naar onze mening dan ook op verantwoorde wijze invulling
gegeven aan de ruimte langs het kanaal
De afstand van de bebouwing in Aldlan ten opzichte van de
toekomstige bebouwing in het plangebied (100 m) is naar onze
mening zodanig dat dit zal leiden tot een alleszins
aanvaardbaar bebouwingsbeeld.
Er is naar onze mening geen sprake van dat op onaanvaardbare
wijze afbreuk zou worden gedaan aan het woonklimaat in Aldlan.
Overigens is in hoofdstuk 10 (Inspraak) van de toelichting ook
reeds uitvoerig op een en ander ingegaan.
De wijkorganisatie wil nogmaals duidelijk vermelden dat zij
tegen de voorgestelde vierkante massieve flats is en dat
wanneer deze flats toch gerealiseerd zullen worden, de maximaal
aangegeven hoogte van 9 m niet mag worden overschreden. Hiertoe
zou artikel 7 van de voorschriften moeten worden aangepast.
Reactie
In het betreffende artikel (Woondoeleinden klasse IV) is
bepaald dat de hoogte ten hoogste 9 m zal bedragen. Aanpassing
van dit artikel achten wij dan ook niet nodig.
Verder wenst men dat aan lid D (Nadere eisen) van genoemd
artikel 7 de volgende zinsnede wordt toegevoegd:
waarbij de aangegeven maxima niet zullen worden overschreden
Blad 19
en de afstand tot de kanaaloever niet kleiner zal worden.'
Hierbij gaat men uit van opname van de door haar bedoelde
buffer in het plan.
Reactie
Op grond van artikel 7, lid D kunnen burgemeester en wethouders
ten behoeve van een aantal aspecten nadere eisen stellen aan de
plaats en afmetingen van de bebouwing. Daardoor ontstaat de
mogelijkheid om binnen de geldende bestemming en
bebouwingsvoorschriften nadere eisen te stellen. Het gaat
hierbij om een eventuele beperking van hetgeen in de
voorschriften is bepaald, zodat de afstand tot de kanaaloever
niet kleiner kan worden en de maxima niet kunnen worden
overschreden
4 Overig
De wijkorganisatie vraagt aandacht voor het feit dat een groot
aantal (kanaal)bewoners momenteel met vakantie is en derhalve
niet tijdig kan reageren. Zij verzoekt om eventuele nog door
hen in te dienen zienswijzen alsnog te accepteren.
Reactie:
Wij zijn hiervoor reeds ingegaan op het tijdstip van ter inzage
legging. Er bestaat naar onze mening in principe geen
aanleiding om eventueel niet binnen de wettelijke termijn
ingediende brieven met een zienswijze ontvankelijk te
verklaren.
Waardedaling
De wijkorganisatie staat op het standpunt, dat er sprake is van
waardedaling van woningen langs het kanaal. Namens de bewoners
claimt zij dit alvast op voorhand. Door de betrokken bewoners
zal hier zeker op teruggekomen worden.
Reactie:
Het ligt in de lijn der verwachting dat aan de rand van de stad
gesitueerde bebouwing geconfronteerd kan worden met een
uitbreiding, met als gevolg een gewijzigd uitzicht voor de
bestaande bebouwing. Er is hier sprake van een grote afstand
tussen de bestaande en te realiseren gebouwen, hetgeen
bijvoorbeeld ook zeker niet zal leiden tot schaduweffecten.
Eventueel kan een beroep worden gedaan op artikel 4 9 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening (schadevergoedingsartikel)
Tenslotte verzoekt de wijkorganisatie ook haar eerder gegeven
reacties te betrekken bij de vaststelling van het
bestemmingsplan
Reactie
Onder andere in het kader van de inspraak is aan eerdere
reacties voldoende aandacht besteed.