Blad 2
een reductie leidt van 25% van het aantal letselongeval
len op de kruispunten en tot een 18% reductie indien het
gehele netwerk in ogenschouw wordt genomen.
De eerste plannen voor de westelijke ontsluitingsweg zijn
van invloed geweest op beslissingen over vestigingsloca
ties. Markant voorbeeld is het besluit van Waterschap
Friesland tot vestiging in het voormalige Tebelgebouw.
Met een spoedige aanleg van de westelijke ontsluitingsweg
wordt enerzijds ingespeeld op bestaande investeringsplan
nen en kunnen anderzijds nieuwe investeringsplannen
gestimuleerd worden. Illustratief in dit verband is dat
de eerste investeringen in het Frieslandhalcomplex e.o.
geleid hebben tot een investering van meer dan f 100 mil
joen van overheden en private partijen. De voorgenomen
nieuwbouw van de Kamer van Koophandel bij het FEC bete
kent opnieuw een impuls voor dit gebied.
Bij nieuwe investeringen kan verder met name gedacht wor
den aan bedrijventerrein Leeuwarden-west, bedrijventer
rein Newtonweg 2 en het Westergopark (zie hierna).
Het Westergopark biedt op korte termijn mogelijkheden
voor uitbreiding van het FEC e.o., en daarnaast, gelet op
de kenmerken (zichtbaarheid, representativiteit, bereik
baarheid) ook kwaliteiten als locatie voor hoogwaardige
bedrijvigheid. Het park vult de lacune in het bestaande
aanbod van bedrijventerreinen in de regio dat bestaat
tussen de pure kantorenlocatie (b.v. Spoorzone) en het
meer traditionele c.q. gemengde (boven)regionale bedrij
venterrein (b.v. De Hemrik)
Inmiddels hebben reeds een aantal in het profiel passende
bedrijven concrete belangstelling getoond voor vestiging
op het Westergopark, waarvoor het noodzakelijk is dat er
op korte termijn duidelijkheid is over de daadwerkelijke
ontwikkeling van het business-park, fasering/planning en
de ontsluitingsstructuur rondom de bedrijfslocatie.
In het kader van de PDV/GDV-discussie is het gebied ten
zuiden van het Westergopark en ten noorden van het kanaal
aangewezen als mogelijke locatie voor een meubelboulevard
(d.w.z. langs de westelijke ontsluitingsweg).
Indien besluitvorming over de projecten verder in de tijd
komt kunnen er problemen ontstaan met de voorwaarden van
de 5b-regeling.
Het Ministerie van BiZa heeft voor fase 2b van het
Frieslandhalprojeet een bijdrage van f 9,75 miljoen uit
de Werkgelegenheidsimpuls 1994 toegekend. Fase 2b betreft
de reconstructie van toeleidende wegen (in 1994 gestart)
en de aanleg van de westelijke ontsluitingsweg. Daarnaast
zijn de MTC-middelen na het afblazen van dit project met
toestemming van het Ministerie van BiZa overgeheveld naar
het project business-park (ca. f 4 miljoen)Een belang
rijke voorwaarde van BiZa is dat de investeringen in een
project in de pas lopen met de jaarlijkse annuïteitsuit
keringen. Dit betekent dat verder uitstel van aanleg van
Blad 3
de westelijke ontsluitingsweg het risico in zich draagt
dat de rijksbijdrage deels of geheel teruggevorderd
wordt. Controle door BiZa vindt plaats via de verplichte
j aarlij kse voortgangsrapportages
Duidelijk zal zijn dat het niet doorgaan van de westelij
ke ontsluitingsweg of het niet voldoen aan de criteria
van BiZa zou betekenen dat een investeringsimpuls van
bijna f 14 miljoen voor de regio komt te vervallen.
Voor een mogelijke bijdrage van Rijkswaterstaat is het
van belang dat het project westelijke ontsluitingsweg
opgenomen wordt in het eerstvolgende Meerjarenprogramma
Infrastructuur en Transport. Duidelijkheid over de dek
king is daartoe van groot belang.
2DEELPROJECTEN
De ontwikkeling van de westelijke stadsrandzone betreft een
drietal deelprojecten, te weten:
a. Westelijke ontsluitingsweg;
b. Westergopark;
c. Evenementenlocatie annex parkeerterrein.
Met betrekking tot de projecten a. en b. is een aantal rap
portages/rapporten opgesteld, welke ter inzage liggen. In
het navolgende wordt kort ingegaan op de globale inhoud van
de rapportages en worden enkele opmerkingen/ kanttekeningen
c.q. beslispunten aangereikt.
aWestelijke ontsluitingsweg
De projectgroep westelijke ontsluitingsweg heeft onlangs de
eindrapportage opgesteld (ter inzage)Die rapportage gaat
eerst in op de aanleiding tot het project, de besluitvor
ming tot dusver en het belang van uitvoering.
De Commissie Stadsontwikkeling heeft in haar vergadering
van 4 juli 1995 positief geadviseerd over de voorgestelde
keuze van een variant en met een eerste uitwerking daarvan.
De voorkeursvariant volgt in principe een rechtstreeks
tracé tussen de Harlingerstraatweg (aanhaking op kruispunt
Westeinde) en via de Schenkenschans op de Fahrenheitweg
Aanleg van de weg is van essentieel belang voor de tot
standkoming van een aantal projecten en de ontwikkeling van
een aantal gebieden die gesitueerd zijn in het westelijk
deel van Leeuwarden en die economisch gezien van uitermate
groot belang zijn. In de in november 1995 door u vastge
stelde structuurschets "Leeuwarden, open stad" is de vol
gende passage opgenomen: "Sommige wegen zijn noodzakelijk
voor een betere bereikbaarheid, bij andere staat de door
stroming en/of de leefbaarheid voorop. De westelijke ont-
sluitingswegs vanuit al deze invalshoeken gewenst. De toch
al grote verkeersdruk op de Heliconweg zal de komende jaren
alleen maar toenemen. Een optimale ontsluiting van het FEC
krijgen wij door een weg aan te leggen ten westen van het