Blad 2
Naast de inhoudelijke argumentatie van deze bezwaren is het
daarbij ook relevant voor u om te beschikken over informa
tie aangaande het draagvlak binnen het onderwijs voor
dergelijke bezwaren. Dit kan worden geïllustreerd aan de
hand van het aantal scholen/leerlingen dat wordt gerepre
senteerd door de vertegenwoordiger(s) die een afwijkend
standpunt innemen.
Deze beide aspecten, de kracht van de argumenten en het
draagvlak dat daarvoor bestaat binnen het onderwijsveld,
kunt u in onderlinge samenhang betrekken bij uw uiteinde
lijke besluitvorming over de verordening onderwijshuisves
ting
De redenen om de Algemene Inspraakverordening niet van toe
passing te verklaren op het overleg inzake de vaststelling
van de verordening onderwijshuisvesting (dan wel een wijzi
ging daarvan) zijn de volgende. De Algemene Inspraakveror
dening bepaalt dat alle partijen mogen inspreken, dus in
dit geval ook onderwijspersoneel en leerlingen. Uit prak
tisch oogpunt is dit een ongewenste ontwikkeling. Daarnaast
moet er met de partijen gepoogd worden tot overeenstemming
te komen over de verordening en dat gaat verder dan in de
Algemene Inspraakverordening wordt geregeld.
In het kader van de verdere voornemens van het kabinet om
trent de versterking van de verantwoordelijkheid op lokaal
niveau van het onderwijsbeleid, is ook op andere onderdelen
regelgeving in voorbereiding (zoals het onderwijsachter-
standsbeleid en de onderwijsbegeleiding)In de diverse
wetsvoorstellen is een plaats ingeruimd voor vormen van
doorgaans op overeenstemming gericht overleg tussen de
lokale overheid en de vertegenwoordigers van het lokale on
derwijsveld. In geen van deze wetsvoorstellen is echter
zoals bij de onderwijshuisvesting het geval is, expliciet
de verplichting opgenomen dat de gemeenteraad een procedure
hiervoor dient vast te stellen.
Tegelijkertijd kan worden geconstateerd dat de regelgeving
rond het lokaal onderwijsbeleid en de positionering van het
instrument van het overleg daarin, doorgaans aanleiding zal
zijn voor de gemeente en het onderwijsveld om zich te bera
den op de wijze waarop dit overleg gevoerd moet worden. Dit
zal leiden tot de inrichting van een lokale overlegstruc
tuur dan wel een aanpassing van de bestaande overlegstruc
tuur. In dit verband kan nadrukkelijk worden bezien in hoe
verre de verordening Procedure overleg huisvesting onder
wijs daarbij kan worden betrokken.
Blad 3
De schoolbesturen van zowel primair als voortgezet onder
wijs zijn akkoord gegaan met de aan hun voorgelegde model
verordening Procedure overleg huisvesting onderwijs van de
VNG. Een drietal in de verordening genoemde termijnen is in
overleg met de schoolbesturen aangepast. De in artikel 4
van deze verordening genoemde voorbereiding op het overleg
wil men nog nader bekijken. De vertegenwoordiging van de
schoolbesturen is geregeld.
De aanpassingen en de vertegenwoordiging zijn in de u voor
liggende verordening verwerkt.
Tenslotte kunnen wij mededelen dat het overleg met de
schoolbesturen van het primair en voortgezet onderwijs over
de vaststelling van de verordening Voorzieningen huisves
ting onderwijs conform de nu voorliggende verordening Pro
cedure overleg heeft plaatsgevonden.
In dit overleg is afgesproken de modelverordening van de
VNG te volgen. Na verwerking van de afgesproken aanpassin
gen en de nagekomen wijzigingen van de VNG wordt het voor
stel tot vaststelling van de verordening Voorzieningen
huisvesting onderwijs in december ter vaststelling aan u
voorgelegd.
Onder vermelding dat de commissie Welzijn u in haar verga
dering van 31 oktober 1996 heeft geadviseerd met ons voor
stel in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten over
eenkomstig bijgaand concept-besluit.
Leeuwarden, 7 november 1996.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
drsH.H. Apotheker burgemeester.
mr. F.M.J. Steijvers
secretaris.