Blad 2
van de besturen al in een eerder stadium op de hoogte zijn
van de inhoud van de voorstellen.
De gemeente is gehouden om een "aangekleed" voorstel toe te
zenden, in die zin dat niet volstaan kan worden met de
"kale" tekst van de verordening onderwijshuisvesting, of
van een wijziging daarvan. In de vorm van een toelichting
(in de regel zal dit de beoogde algemene en artikelsgewijze
toelichting op de verordening zijn) wordt de overlegpart
ners inzicht gegeven in de achtergronden van het voorstel.
De vertegenwoordigers van de schoolbesturen hebben uiter
aard de mogelijkheid om ook zelf stukken in te brengen voor
het bestuurlijk overleg.
Indien het bestuurlijk overleg wordt voorbereid (zie arti
kel 4)dan verdient het aanbeveling dat het voorstel ook
vergezeld gaat van de uitkomst van dit vooroverleg (bij
voorbeeld in de vorm van een inventarisatie van onderwerpen
waarover wel en waarover geen overeenstemming bestaat)
De formulering dat het bestuurlijk overleg op een bepaald
tijdstip zal "aanvangen" impliceert dat het overleg niet in
één ronde behoeft te worden afgerond. Vaak zal het zo zijn
dat voor het bestuurlijk overleg meer dan één bijeenkomst
nodig is. Er is voor gekozen om deze optie van vervolg
overleg niet te binden aan nadere formele vereisten (behou
dens de beschreven omstandigheden in artikel 6, vierde lid
en artikel 8) over de uitnodiging en toezending van stuk
ken. De deelnemers kunnen hierover in het eerste overleg
concrete afspraken maken inspelend op de feitelijke situa
tie die zich op dat moment voordoet.
Secretariaat
Artikel 3
In formele zin zijn burgemeester en wethouders belast met
het voeren van het secretariaat van het overleg.
De praktijk is dat het secretariaat, onder verantwoorde
lijkheid van burgemeester en wethouders, wordt verzorgd
door een of meer ambtenaren van de sector Onderwijs, belast
met het aangelegenheden inzake het lokaal onderwijsbeleid.
Het verdient aanbeveling om aan de vertegenwoordigers in
het bestuurlijk overleg duidelijk aan te geven wie feite
lijk met het voeren van het (uitvoerend) secretariaat is
belast
Voorbereiding
Artikel 4
De praktijk laat vaak zien dat een bestuurlijk overleg
wordt voorafgaan door het nodige (technische) vooroverleg.
Blad 3
Dit overleg heeft het karakter van een voorbereiding voor
het "echte" bestuurlijk overleg. De bereikte overeenstem
ming en overgebleven verschillen van inzicht in het voor
overleg vormen de basis van het bestuurlijk overleg. Hierin
richt zich de aandacht vervolgens meestal op de nog
resterende geschilpunten waarbij in het kader van het op
overeenstemming gerichte karakter van het bestuurlijk over
leg gestreefd moet worden naar oplossing. Er is van afge
zien om het voeren van het voorbereidend overleg te binden
aan procedurele voorschriften. Afhankelijk van de omvang
van de problematiek dient dit overleg met een grote mate
van flexibiliteit te kunnen worden ingericht en gevoerd.
Dit geldt ook voor de wijze van vertegenwoordiging (ambte
lijk dan wel op bestuurlijk niveau).
Vertegenwoordiging
Artikel 5
Een schoolbestuur is uiteraard vrij om al of niet deel te
nemen aan het bestuurlijk overleg. Indien een bestuur in
gaat op de uitnodiging voor het overleg dan wijst het hier
voor een of meer vertegenwoordigers aan. Uiteraard dient de
mogelijkheid te worden geboden dat de vertegenwoordigers,
net zo goed als dat het geval zal zijn bij de vertegen
woordiger van het gemeentebestuur, zich kunnen laten bij
staan door een of meer adviseurs.
Het eerste lid biedt de mogelijkheid om de omvang van
vertegenwoordiging van een schoolbestuur, uit oogpunt van
een effectief overleg, te binden aan een maximum. Er is
gekozen voor maximaal 2 vertegenwoordigers per bevoegd ge
zag
Naast de in de verordening opgenomen opties zijn ook nog
andere varianten denkbaar, zoals:
Een vertegenwoordiging per denominatie, waardoor de
situatie kan optreden dat niet ieder schoolbestuur
rechtstreeks aan het overleg deelneemt. Ook deze
vertegenwoordiging kan worden gebonden aan een bepaald
maximum aantal vertegenwoordigers.
Het vooraf in de verordening aangeven van de
maximumomvang van het overleg (bijvoorbeeld 10 deelne
mers namens de schoolbesturen)Aan de gezamenlijke
schoolbesturen wordt overgelaten om deze
vertegenwoordiging in te vullen. De representatie
wordt daarbij zodanig ingevuld dat alle schoolbesturen
van alle op het grondgebied van de gemeente voorkomen
de denominaties zich vertegenwoordigd weten in het
overleg