Blad 26 7 AVM/Juristen namens de heer Y. van der Valk, Himpenserdyk 4 Teerns De grond die bij het agrarisch bedrijf van de heer Van der Valk in gebruik is, ligt grotendeels binnen de begrenzing van het ontwerp-plan. Bij realisering van het bosgebied (ter weerszijden van de Drachtsterweg) en het aangrenzende water zal van de totale oppervlakte cultuurgrond bij het bedrijf (circa 28,5 hectare) nog slechts 2,5 hectare kunnen worden gebruikt voor landbouwdoeleinden. De heer Van der Valk is van mening, dat in het ontwerp-plan geen rekening is gehouden met zijn agrarische belangen. De hoeveelheid landbouwgrond die overblijft, is te weinig voor een grond-gebonden melkveehouderijbedrijf In het agrarisch bedrijf van de heer Van der Valk zijn de afgelopen jaren verschillende investeringen gepleegd. Met gemeentelijke toestemming werd in 1987 een mestopslag gerealiseerd, in 198 9 een werktuigenloods en in 1994 een mest- bassin. Uitvoering van het plan brengt een kapitaalvernietiging van de geïnvesteerde bedragen met zich mee. Daarnaast leidt uitvoering tot een aanzienlijke inkomens- en vermogensschade voor de heer Van der Valk. Reactie: Het bestemmingsplan voorziet in de realisering van een nieuwe wijk, waarin naast woningbouw ook wordt voorzien in de aanleg van een boscomplex en waterpartijen. Een en ander leidt tot een zgn. woonlandschap, waarin in principe geen ruimte is voor agrarische bedrijven. Echter, om de bestemmingen te kunnen realiseren zullen de betreffende gronden verworven moeten worden. Mits er sprake is van een redelijke afschrijvingstermijn maakt de door de heer Van der Valk gestelde schade normaal gesproken onderdeel uit van de vergoeding van schade bij de verwerving van de gronden ten behoeve van de realisering van dit plan. Naar de mening van de heer Van der Valk wordt onvoldoende aangegeven op welke termijn het plan eventueel zal worden gerealiseerd. In het verleden is voor dit gebied het bestemmingsplan Wiardaburen in procedure gebracht, maar dit plan is nooit ten uitvoer gebracht. De heer Van der Valk vindt dat alvorens een ontwerp-plan in procedure kan worden gebracht, er zicht dient te bestaan op verwerkelijking van het plan. Reactie: Met betrekking tot het bezwaar dat onvoldoende is aangegeven op welke termijn de bestemmingen zullen worden gerealiseerd, merken wij op dat dit maar ten dele waar is. In hoofdstuk 7 (Maatschappelijke uitvoerbaarheid) van de toelichting staat onder andere dat "op grond van het volkshuisvestingsprogramma op korte termijn met de realisering van het plan zal moeten kunnen worden begonnen. Ook het bos zal Blad 27 spoedig moeten worden aangelegd mede met het oog op de besteding van de toegezegde subsidie. Vanwege de na te streven grondbalans is het eveneens noodzakelijk om op korte termijn met het graven van de waterpartij te kunnen beginnen." Inmiddels is de subsidiebeschikking voor het bos ontvangen. Hierin is de uitvoeringsperiode bepaald op 1996 - 1999; eventueel kan dit 2000 worden. Binnen enkele jaren zullen dan ook diverse gronden, waaronder ook het gedeelte van de heer Van der Valk, hun agrarische functie verloren hebben. Er bestaat naar onze mening voldoende zicht op verwerkelijking van het plan. De gemeente wordt verzocht het ontwerp-plan te heroverwegen en de agrarische bestemming van het betreffende gebied niet te wijzigen in de bestemmingen natuurgebied, wonen en water. Reactie Hieraan kan niet worden voldaan. Uit de gemaakte planologische keuzes ten behoeve van dit bestemmingsplan vloeit voort, dat de bestaande agrarische functie voor een belangrijk deel zal komen te vervallen. In dit verband verwijzen ook naar onze reactie op de zienswijze van de heer De Jong te Maarn. 8 de heer dra. A. A. M. de Jong Maarn. De heer De Jong constateert dat de (kleinste) helft van zijn landerijen (totaal 17,4 hectare) en alle opstallen van zijn deels verpachte veehouderijbedrijf in het ontwerp-plan vallen (strook westelijk van de Drachtsterweg, bosgebied) Voortzetting van dit bedrijf zonder die opstallen en de rest van de landerijen is onmogelijk. Hij betreurt het zeer dit aloude bedrijf van zijn familie te moeten missen en dat zijn pachter (de heer Y. van der Valk) het boerenbestaan hier onmogelijk zal worden gemaakt. Eeactie: In het bestemmingsplan zijn planologische keuzes vastgelegd, op grond waarvan voor de meeste agrarische bedrijven in het plangebied uiteindelijk geen plaats meer is. Ook het bedrijf, dat in eigendom is van de heer De Jong hoort daarbij De heer De Jong ziet evenwel een andere oplossing. Zijn (relatief kleine) veehouderijbedrijf staat aan de rand van het plan. Door het bedrijf daar te handhaven zou dit kunnen dienen als een soort natuurlijke "stads kinderboerderij". Economisch gezien zal het bedrijf zelfstandig moeten kunnen blijven bestaan, aldus de heer De Jong. Reactie: Zoals in de reactie op het bezwaarschrift van de heer Van der Valk al is aangegeven voorziet het bestemmingsplan in de aanleg

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 14