Blad 6 basisaanbod gekenmerkt kan worden. Wij kunnen ook hiermee instemmen en hopen derhalve ook met de stichting Stadstheater tot meerjarenafspraken te kunnen komen. Uiteraard kan dit alleen wanneer u met ons voorstel terzake ingestemd hebt Wij stellen u overigens voor om de inhoud van de meerjaren- subsidie-overeenkomsten buiten de subsidieverordening Fonds Cultuur om te regelen. De Algemene Subsidie Verordening kan ons inziens dienen als grondslag voor deze overeenkomsten. Analoog aan de subsidiecontracten die wij sluiten met grote instellingen kunnen in de meerjarenovereenkomsten ook meer specifieke afspraken (standaard) worden opgenomen. Mocht u inderdaad instemmen met de hier voorgestelde wijzigingen in de subsidieverordening, dan zullen wij meerjarensubsidie-overeenkomsten gaan afsluiten met de organisaties uit de Overgangsbepaling 1996 en aan de stichting Stadstheater. Uiteraard zullen wij in de komende tijd met de organisaties elk afzonderlijk overleggen over de inhoud van subsidie overeenkomsten. Ook de Adviesgroep Cultuur zullen we betrekken bij de opstelling ervan. Nadat de overeenkomsten zijn afgesloten, zullen we de Commissie Welzijn informeren over de afspraken die we met elke organisatie afzonderlijk hebben gemaakt. Tot slot In de huidige subsidieverordening hebt u bepaald dat de convenantmiddelen Beeldende Kunst die Leeuwarden jaarlijks via de provincie Fryslan ontvangt, worden gestort in het Fonds Cultuur. Dit is destijds vastgesteld omdat het Fonds Beeldende Kunst, waar de convenantmiddelen voorheen in werden gestort, in het kader van de Bezuinigingen 1993-1997 werd opgeheven. Het saldo van dat Fonds Beeldende Kunst werd toen gestort in het Fonds Cultuur. Ofschoon de verordening bepaalt dat de convenantmiddelen in het Fonds Cultuur gestort moeten worden, is dit om administratieve redenen tot op heden niet zo in de begroting verwerkt. Wij zijn van mening dat het aanbeveling verdient om deze geldstroom ook in de toekomst in de begroting van het Fonds Cultuur gescheiden te blijven opnemen, omdat het gaat om geoormerkt geld. Hetzelfde zou naar onze mening ook met andere geoormerkte inkomsten op het gebied van de beeldende kunst moeten gebeuren, zoals met percentagegelden beeldende kunst, en met overige inkomsten (bv. inkomsten uit fonds- en sponsorwerving ten behoeve van grootschalige projecten)Wij streven ernaar dat in de dienstbegroting Welzijn één aparte post voor al deze geoormerkte inkomsten en uitgaven (p.m.afhankelijk van inkomsten) wordt opgenomen. Blad 7 Tot slot vermelden wij hier verder nog dat zowel het advies van de Adviesgroep Cultuur, als ook de uitgangspunten voor beleid die wij naar aanleiding daarvan reeds hebben vast gesteld met instemming zijn ontvangen in de vergadering van de raadsadviescommissie Welzijn van 5 september 1996. Gelet op het vorenstaande stellen wij u voor: a. de huidige subsidieverordening Fonds Cultuur met ingang van 1 januari 1997 in te trekken b. bijgaande conceptsubsidieverordening vast te stellen en in werking te doen treden met ingang van 1 januari 1997 c. in beginsel in te stemmen met de toekenning van meerjarensubsidies voor de duur van maximaal vier jaar aan die organisaties waarvan het college vaststelt dat zij een cultuuraanbod verzorgen dat als basisaanbod kan worden aangemerkt, dit onder door partijen gezamenlijk te formuleren voorwaarden en afspraken, vast te leggen in een door beide partijen ondertekende overeenkomst d. het college de bevoegdheid te verlenen om de in c. bedoelde subsidie-overeenkomsten af te sluiten Resumerend stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit Leeuwarden, 7 november 1996. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 168