4.
Het bepaalde in het eerste lid is alleen van toepassing op bouwwerken, die uit de
algemene middelen worden bekostigd en voorts op bouwwerken die uit specifieke
middelen worden bekostigd, voor zover dit formeel mogelijk is.
5. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken met een
tijdelijke bestemming of van een beperkte levensduur.
Artikel 3
Het bepaalde in artikel 2, eerste lid, vindt geen toepassing bij:
aaankopen van bestaande bouwwerken
b. bouwwerken bedoeld als in artikel 1, indien naar het oordeel van Burgemeester en
Wethouders gehoord de Raadsadviescommissie Welzijn deze bouwwerken zich niet
lenen voor toepassing van deze regeling.
Artikel 4
1. De hoogte van de percentages van de bouwsom van de in artikel 1 omschreven
bouwwerken op grond waarvan het voor de uitvoering van een beeldende
kunstopdracht beschikbare budget wordt berekend, wordt als volgt vastgesteld:
a. Bij een bouwsom tot f.100.000,--: 2%;
b. Bij een bouwsom van f.100.000,-- tot f.1.000.000,--: 1,5% met dien
verstande dat minimaal een bedrag van f.2.000,-- beschikbaar wordt gesteld;
c. Bij een bouwsom van f.1.000.000,-- en meer: 1%, met dien verstande dat
minimaal een bedrag van f.15.000,-- beschikbaar wordt gesteld.
2. De op grond van het eerste lid berekende bedragen dienen expliciet in de begroting
van het bouwwerk te worden opgenomen. Zij dienen met inachtneming van het
bepaalde in artikel 8 te worden besteed voor het laten ontwerpen en uitvoeren van
kunstwerken, inclusief de kosten voor fundatie, transport, plaatsing, advies en
begeleiding.
Artikel 5
Burgemeester en Wethouders kunnen gehoord de Raadsadviescommissie Welzijn van de
normbedragen berekend overeenkomstig het gestelde in artikel 4 van deze regeling
afwijken.
2
y
Artikel 6
De opdracht kan, al naar gelang van de aard van het bouwwerk, betrekking hebben op:
de realisering van een monumentaal kunstwerk;
het inschakelen van een kunstenaar bij de vormgeving van het bouwwerk zelf, dan
wel van de omgeving daarvan;
de aankoop van kunstvoorwerpen.
Artikel 7
1De uitvoering van deze regeling is opgedragen aan Burgemeester en Wethouders.
2. De begeleidingscommissies adviseert per bouwwerk met betrekking tot de volgende
onderwerpen:
a. de wijze van besteding van de beschikbare gelden per bouwwerk;
b. de toepassing en integratie van beeldende kunst ten behoeve van het
desbetreffende gebouw of bouwobject;
c. de formulering van de opdracht;
d. de verstrekking van de definitieve opdracht aan een bepaalde kunstenaar.
Met de afronding van de realisering van een kunstopdracht is de
begeleidingscommissie van haar taken ontheven en ontbonden.
3. De adviezen van de begeleidingscommissie aan Burgemeester en Wethouders zijn
openbaar.
Artikel 8
Met betrekking tot de aanwending van de op basis van artikel 4 vastgestelde bedragen
nemen Burgemeester en Wethouders de volgende richtlijnen in acht:
a. Indien het bedrag lager is dan f. 100.000,—
Burgemeester en Wethouders verlenen, gelezen het advies van van de
begeleidingscommissie, aan maximaal drie kunstenaars de opdracht om een ontwerp
te maken. De in aanmerking te nemen kosten van de ontwerpen mogen maximaal
15% bedragen van het totaal beschikbare budget.
Burgemeester en Wethouders sluiten met de kunstenaar c.q. kunstenaars wiens c.q.
wier ontwerp zij, gelezen het advies van de begeleidingscommissie, passend achten
voor het betreffende bouwobject, een overeenkomst tot verwezenlijking van dat
ontwerp.
Indien het bedrag lager is dan f.10.000,--, zijn Burgemeester en Wethouders
bevoegd om, gehoord de begeleidingscommissie, over te gaan tot het aanwenden
van dit bedrag voor de aankoop van losse kunstwerken.
b. Indien het bedrag hoger is dan f.100.000.—
Burgemeester en Wethouders verlenen, gelezen het advies van van de
begeleidingscommissie, aan maximaal vijf kunstenaars de opdracht om een ontwerp
te maken. De in aanmerking te nemen kosten voor het maken van de ontwerpen
3