Blad 2
- de bevordering van de zelfstandige bestaansvoorziening
door inschakeling van arbeid in dienstbetrekking.
Genoemd artikel 118 geeft ook aan, welke concrete punten
van deze aandachtsvelden moeten worden beschreven.
Bij de vaststelling van het vorige beleidsplan is het uit
gangspunt gehanteerd dat het plan meer zou dienen te omvat
ten dan de wettelijk voorgeschreven inhoud. De doelstelling
van de ontwikkeling van een meer integraal beleidsdocument
wordt nu niet gehaald. Op het moment van het redigeren van
dit plan bestond onvoldoende zicht op de actuele ontwikke
lingen in de samenwerking tussen de gemeente en arbeids
voorzieningsorganisatie. Dit geldt ook voor het minima
beleid, in het bijzonder de financiering daarvan. Kort
heidshalve wordt verwezen naar de separate voorstellen ter
zake
Een en ander heeft tot gevolg dat dit plan meer in het te
ken staat van de rechtmatige uitvoering van de wet dan het
beleid gericht op uitstroom van uitkeringsgerechtigden. Dit
wordt nog versterkt door de invoering van de Wet boeten,
maatregelen, terug- en invordering sociale zekerheid (Wet
boeten) per 1 januari 1997, die belangrijke gevolgen met
zich brengt voor het handhavingsbeleid.
De nadruk op dit onderdeel van het beleid betekent aller
minst dat het activeringsbeleid een lagere prioriteit
heeft. De gemeentelijke inspanningen, onder meer tot uiting
komend in het actieplan 'werk en inkomen' in het kader van
het Grote Stedenbeleid GSB)getuigen van het tegendeel.
In hoofdstuk 2 zal nader worden ingegaan op de gevolgen van
de Wet boeten voor het handhavingsbeleid, dat tot nu toe
was geformuleerd in de door ons vastgestelde Handhavings-
notaGezien de ontwikkelingen heeft die nota aan actuali
teit ingeboet en hebben wij besloten deze in te trekken.
In hoofdstuk 3. zijn de beslispunten geformuleerd naar aan
leiding van het beleidsplan.
2. WET BOETEN, MAATREGELEN EN TERUG- EN INVORDERING
SOCIALE ZEKERHEID (Wet boeten)
2.1. algemeen
De Wet boeten geldt voor de meeste sociale zekerheidsrege
lingen die worden uitgevoerd door de bedrijfsverenigingen,
Sociale Verzekeringsbank en de gemeenten. De wet voorziet
in één gelijk regime voor sancties op het niet nakomen van
aan de uitkering verbonden verplichtingen, de terug- en
invordering van ten onrechte ontvangen uitkering. In meer
concrete bewoordingen:
Blad 3
- een aanzienlijke aanscherping van sanctie in de werk
loosheidsvoorzieningen (Werkloosheidswet (WW)Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids
ongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), Wet inkomens
voorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandige (Ioaz) en Algemene bijstandswet
(Abw)in geval van verwijtbare werkloosheid en niet aan
vaarden van passende arbeid (deze sanctie wordt voortaan
maatregel genoemd)
- de invoering van de bestuurlijke boete van maximaal
f 5.000,- bij het niet nakomen van de mlichtingenplicht
- het openstellen van bezwaar en beroep tegen besluiten tot
terug- en invordering van ten onrechte ontvangen bij
stand;
- het vergroten van de mogelijkheden tot invordering van
verschuldigde boeten en ten onrechte ontvangen uitkering.
De wijzigingen kenmerken zich door de veelheid aan ver
plichtende regels met een hoog juridisch-technisch gehalte.
2.2. verscherpt sanctiestelsel
Als gevolg van de Wet boeten heeft de bedrijfsvereniging
voor de toepassing van de WW de verplichting om ingeval van
verwijtbare werkloosheid de uitkering blijvend geheel -of
onder omstandigheden blijvend gedeeltelijk- te weigeren. De
wetgever achtte het nodig om gezien de ernst van het feit
de meest verstrekkende maatregel voor te schrijven. In na
volging daarvan zijn bepalingen in de Ioaw en Ioaz opgeno
men die hetzelfde effect beogen. Een en ander heeft tot
gevolg dat een groter aantal personen een beroep op de bij
stand zal doen.
Ook in het kader van de Abw zijn de maatregelen bij ver
wijtbare werkloosheid of het niet aanvaarden van passende
arbeid verzwaard.
Bij de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is een algehe
le weigering van bijstand gedurende één maand voorgeschre
ven. Het uitvoeringsorgaan heeft evenwel de beleidsruimte
om de omvang en de duur van de maatregel te matigen gezien
de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandighe
den
Het beleidsplan voorziet in een beoordelingskader. Verwezen
wordt naar de punten 68 t/m 75.
2.3. bestuurlijke boete
Uitvoeringsorganen in de sociale zekerheid zijn voor de
vaststelling van het recht op uitkering in het bijzonder
afhankelijk van door de belanghebbende zelf te verstrekken
informatie. Daarom heeft degene die uitkering aanvraagt of
een uitkering ontvangt de verplichting om juiste en volle
dige inlichtingen te verstrekken.