Blad 8
63. Uitgangspunt is dat van de uitkeringsgerechtigde die
niet is ontslagen van de verplichting om naar
vermogen te trachten arbeid in dienstbetrekking te
verkrijgen, wordt verwacht dat hij zich inspant om
weer betaalde arbeid te gaan verrichten.
Bij het activeringsonderzoek wordt beoordeeld of de
belanghebbende door zijn houding en/of gedrag reële
kansen op de arbeidsmarkt onbenut heeft gelaten en
-in het bevestigende geval- of hij voor deze
nalatigheid verantwoordelijk kan worden gesteld.
Bij deze beoordeling behoren de vastgestelde acti
viteiten voor wat betreft omvang (kwantiteit) en de
gerichtheid daarvan (kwaliteit) te worden afgezet
tegen de persoonlijke mogelijkheden en de reële
mogelijkheden van de arbeidsmarkt.
Als de afstand tot de arbeidsmarkt groot is, moet
vaststaan dat een oorzakelijk verband bestaat tussen
de inactiviteit en het voortduren van de werk
loosheid, voordat een maatregel ten aanzien van de
uitkering wordt overwogen. Is de afstand evenwel
relatief kort, dan wordt verondersteld dat het
voortduren van werkloosheid terug te voeren is op
het gebrek aan inspanningen en is een maatregel
aangewezen, tenzij contra-indicaties aanwezig zijn.
70. Bij de nadere bepaling van de omvang en duur van de
maatregel wordt rekening gehouden met de mate van
verwijtbaarheid, met dien verstande dat een
verminderde mate van verwijtbaarheid leidt tot
halvering van het percentage van de genormeerde
maatregel
73. Als in het kader van de toepassing van de Abw een
tijdelijke gehele weigering van bijstand in verband
met een bepaalde gedraging is geïndiceerd op grond
van een wettelijk voorschrift en deze maatregel
leidt tot een bedreigende financiële situatie, wordt
de uitsluiting van bijstand niet toegepast maar
vervangen door een maatregel in de vorm van een
tijdelijk gedeeltelijke weigering van bijstand, die
naar omvang overeenkomt met het financiële nadeel
van de genormeerde maatregel.
Als alternatief kan ook bijstand in de vorm van
geldlening worden overwogen.
4SLOT
Samenvattend stellen wij -met inachtneming van het onder
punt 2.5. van dit raadsvoorstel vermelde voorbehoud- u
voor, het Beleidsplan 1997 Uitvoering Algemene bijstands
wet c.a. vast te stellen.
Blad 9
Over het concept-beleidsplan is overleg gevoerd met cliën-
tenorganisaties, de Commissie werkloze werknemers en gewe
zen zelfstandigen (UWW) en het Openbaar Ministerie.
Het verslag van deze besprekingen is ter inzage gelegd.
Het voorstel is besproken met de Raadsadviescommissie Eco
nomische en Sociale Zaken van 25 november 1996.
De commissie adviseert u akkoord te gaan met het raadsvoor
stel en -besluit.
Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig het bijgaand
ontwerp-besluit
Leeuwarden, 5 december 1996.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
drsH.H. Apotheker burgemeester.
mr
F.M. J
Steijvers
secretaris