Blad 2
mogelijke huisvestingsvoorzieningen, maar ook dat bi] het
opstellen van de beoordelingscriteria waar mogelijk wordt
uitgegaan van één systematiek.
De in de bij de verordening behorende bijlagen genoemde
tabellen met onder andere deze beoordelingscriteria zijn
gebaseerd op de huidige rijksmethodiek. De gemeente kan in
de toekomst de eigen normeringen stellen.
Om het mogelijk te maken dat het onderwijshuisvestingsbe-
leid zoveel mogelijk wordt ingebed in het totale gemeente
lijke beleid, wordt bij de aanvraag- en toekenningsprocedu
re de gemeentelijke begrotingscyclus gevolgd. Op die wijze
wordt bewerkstelligd dat een brede lokale afweging (de
financiële bandbreedte) wordt gemaakt binnen het totaal aan
beschikbare gemeentelijke middelen.
Een tweetal (facultatieve) mogelijkheden die de wet biedt
willen wij onder uw aandacht brengen.
Ten eerste biedt de wet de gemeenteraad de mogelijkheid om,
naast de toewijzing en vergoeding van de huisvestingsvoor
ziening zelf, aan een bevoegd gezag dat daarom verzoekt een
vergoeding toe te kennen voor de kosten gemoeid met de
voorbereiding (van de aanvraag) van de huisvestingsvoorzie
ning, zoals bijv. kosten van de architect. Deze mogelijk
heid is opgenomen in artikel 3 van de verordening.
Ten tweede kan in afwijking van hetgeen in de wet geregeld
wordt, een gemeente met een schoolbestuur overeenkomen dat
het schoolbestuur zelf verantwoordelijk wordt voor de
huisvestingsvoorzieningen en daarvoor van de gemeente jaar
lijks een bedrag ontvangt; de zogenaamde doordecentrali
satie
Dit kan gaan om alle huisvestingsvoorzieningen, maar ook om
een gedeelte daarvan. De gemeenteraad kan voorwaarden stel
len aan de doordecentralisatie.
De financiële gevolgen en de risico's van doordecentralisa
tie voor zowel de schoolbesturen als de gemeente zullen na
der worden onderzocht.
Met de schoolbesturen is overeengekomen dat de datum van
indiening van de aanvragen is gesteld op 1 oktober in het
jaar voorafgaande aan het jaar van de vaststelling. Dat
heeft tot gevolg dat voor het jaar 1998 de aanvragen worden
opgeschort tot 1999. De schoolbesturen gaan hiermee ak
koord, maar hebben daarbij nadrukkelijk verzocht de
financiële ruimte van 1998 te reserveren voor 1999, zodat
deze ruimte niet verloren gaat.
Er zullen voor 1998 wel tijdelijke spoed)voorzieningen
worden toegekend. Het begrip 'tijdelijke voorzieningen'
wordt daarbij (alleen voor dit jaar) verruimd met aanvragen
die gehonoreerd zouden worden met een permanente voorzie
ning. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat voor de duur van
Blad 3
één jaar een tijdelijke voorziening moet worden getroffen,
waarna in het daaropvolgende jaar een permanente voorzie
ning aangebracht moet worden.
De bevoegdheidsverdeling tussen burgemeester en wethouders
en de raad wijkt in de verordening op sommige onderdelen af
van de in de wetgeving neergelegde verdeling. Dit is gedaan
om een betere aansluiting te bereiken op de gangbare ge
meentelijke bestuurspraktijk.
Impliciet betekent dit dat bij vaststelling van de verorde
ning de raad een aantal zaken delegeert aan burgemeester en
wethouders. De basis voor deze delegatie is neergelegd in
artikel 156 van de Gemeentewet. Met de vaststelling van de
verordening bepaalt u wat u aan bevoegdheden aan u wilt
houden en op welke onderdelen de uitoefening van bevoegdhe
den wordt gedelegeerd aan burgemeester en wethouders.
Het betreft de volgende in de wet aan hem toebedeelde
bevoegdheden/taken aan burgemeester en wethouders;
de beslissing om aanvragen die niet op tijd of uit
eindelijk incompleet zijn ingediend, buiten behande
ling te laten (zie artikel 7, derde lid van de veror
dening)
het plegen van overleg met het onderwijsveld vooraf
gaande aan de vaststelling van een programma (zie ar
tikel 10, lid 1 t/m 4);
het, al dan niet uit eigen beweging, indienen van een
verzoek om advies aan de Onderwijsraad over het vast
te stellen programma (zie artikel 10, lid 5 t/m 10);
de beslissing omtrent het tijdstip waarop de bekosti
ging van een door de raad toegekende huisvestings
voorziening een aanvang kan nemen (zie artikel 16);
de toetsing of op het hiervoor genoemde tijdstip is
voldaan aan de bij of krachtens de wet gestelde voor
schriften en of de feiten en omstandigheden waarin de
school verkeert niet ingrijpend zijn gewijzigd ten
opzichte van de feiten en omstandigheden ten tijde van
de vaststelling van het programma (zie artikel 15 en
16)
de beslissing over aanvragen voor voorzieningen met
een spoedeisend karakter (zie artikel 19 e.v.
de jaarlijkse prijsbijstelling van de op normatieve
wijze bepaalde vergoedingen voor toegekende huisves
tingsvoorzieningen (zie artikel 49).
Met betrekking tot dit laatste punt wordt opgemerkt, dat de
prijsbijstelling alleen de aanpassing betreft van de bedra
gen in de verordening aan de prijsindex. De op deze basis
aangepaste normeringen zullen, alsvorens zij van kracht
worden, ter kennisname worden voorgelegd aan de Commissie
Welzijn.