Blad 8
c een rapportage waaruit de bouwkundige noodzaak
blijkt indien het een voorziening betreft bestaande
uit nieuwbouw ter gehele of gedeeltelijke vervanging
van een gebouw, uit- onderhoud aan een gebouw voor
basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs,
uit aanpassing aan de buitenzijde van een gebouw
voor voortgezet onderwijs of uit herstel van een
constructiefout;
d een begroting van de kosten gemoeid met de uitvoe
ring van de voorziening, indien de aanvraag betrek
king heeft op een voorziening waarop het gestelde in
artikel 4, derde lid, laatste volzin van toepassing
is;
e een voor aanbesteding gereed bouwplan en bouwbegro-
ting, indien de aanvraag volgt op een toekenning van
een vergoeding van de kosten van bouwvoorbereiding
als bedoeld in artikel 27.
Bij de rapportage als bedoeld onder c wordt gebruik ge
maakt van het door burgemeester en wethouders vastge
stelde formulier 'Bouwkundige opname'.
3 Bij het ontbreken van een of meer gegevens als bedoeld
in het eerste of tweede lid delen burgemeester en wet
houders dit voor 15 februari schriftelijk mee aan de
aanvrager. Daarbij wordt de aanvrager in de gelegenheid
gesteld voor 15 maart de ontbrekende gegevens aan te
vullen
Indien de aanvrager de vereiste ontbrekende gegevens
niet heeft verstrekt voor 15 maart, besluiten burge
meester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.
4 Indien een door burgemeester en wethouders in behande
ling genomen aanvraag betrekking heeft op een voorzie
ning voor een school waarvan de beoordeling van de nood
zaak mede is gebaseerd op het aantal leerlingen van de
betrokken school op de wettelijke teldatum van 1 oktober
van het jaar waarin de datum genoemd in artikel 6 valt,
dan zendt de aanvrager onverwijld aan burgemeester en
wethouders een afschrift van de opgave als bedoeld in
artikel 5, vierde lid onder 1°. Indien het afschrift
niet binnen een week na het tijdstip van de wettelijke
teldatum is ontvangen, delen burgemeester en wethouders
dit schriftelijk mee aan de aanvrager. Daarbij wordt de
aanvrager in de gelegenheid gesteld het afschrift van de
opgave alsnog binnen drie dagen na de datum van ont
vangst van de mededeling in te dienen. Indien het af
schrift van de opgave niet binnen de termijn bedoeld in
de vorige volzin is verstrekt, besluit de raad de aan
vraag niet te behandelen.
5 Een besluit om ingevolge het derde lid de aanvraag niet
te behandelen wordt aan de aanvrager bekendgemaakt bin
nen vier weken na het verstrijken van de daarin genoemde
termijn. Een besluit om ingevolge het vierde lid de aan
vraag niet te behandelen wordt binnen vier weken na het
Blad 9
nemen van de daarin genoemde beslissing bekendgemaakt
aan de aanvrager.
Artikel 8
Opgave ingediende aanvragen
Burgemeester en wethouders verstrekken ter informatie aan
de bevoegde gezagsorganen een opgave van de ingevolge
artikel 6 en artikel 25 ingediende aanvragen. Voorzover van
toepassing geven burgemeester en wethouders daarbij aan
welke aanvraag of aanvragen niet in behandeling worden ge
nomen
Paragraaf 2.2 Overleg voorafgaand aan vaststelling pro
gramma en overzicht
Artikel 9
Toelichting aanvraag; overleg over ingediende begroting
1 Na het in behandeling nemen van een aanvraag door burge
meester en wethouders, kan de aanvraag voor 1 mei vol
gend op de datum als genoemd in artikel 6, door de aan
vrager nader worden toegelicht. De toelichting kan
plaatsvinden op verzoek van de aanvrager of op verzoek
van burgemeester en wethouders.
2 Indien de aanvraag een voorziening betreft waarop het
gestelde in artikel 4, derde lid, laatste volzin van
toepassing is, treden burgemeester en wethouders voor de
in het eerste lid genoemde datum in overleg met de aan
vrager indien zij van oordeel zijn dat de door de
aanvrager overgelegde begroting van de kosten dient te
worden aangepast. Wanneer in het overleg geen overeen
stemming wordt bereikt over de hoogte van het geraamde
bedrag dan geven burgemeester en wethouders dat, onder
vermelding van de redenen, aan in het voorstel tot vast
stelling van het bedrag, het programma en het overzicht
als bedoeld in paragraaf 2.3.
Burgemeester en wethouders geven in dit voorstel tevens
de hoogte van het geraamde bedrag aan waarvan voor de
aangevraagde voorziening wordt uitgegaan bij de toepas
sing van het gestelde in paragraaf 2.3.
Artikel 10
Overleg programma en overzicht; advies Onderwijsraad
1 Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de
raad doen met betrekking tot het programma en het over
zicht, worden de bevoegde gezagsorganen in een overleg
in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over de voorge
nomen inhoud van dat voorstel naar voren te brengen.
2 Het overleg als bedoeld in het eerste lid vindt plaats
voor 15 september. De bevoegde gezagsorganen worden ten
minste twee weken voor de door burgemeester en wethou
ders vastgestelde datum schriftelijk daarvan in kennis
gesteld. Zij worden hierbij tevens in kennis gesteld van