Blad 22 3 Indien er zich in meerdere gebouwen leegstand voordoet wordt a als eerste de leegstand gevorderd in het gebouw dat in gebruik is bij een school van hetzelfde bevoegd gezag, tenzij uit oogpunt van doelmatigheid het vor deren van leegstand in een ander gebouw een betere oplossing biedt; b vervolgens de leegstand gevorderd in het gebouw waarin een school van dezelfde richting is gehuis vest en c vervolgens de leegstand gevorderd in het gebouw dat het dichtst gelegen is bij het hoofdgebouw van de school ten behoeve waarvan de vordering plaatsvindt. 4 Burgemeester en wethouders kunnen, indien de bij de vor dering betrokken bevoegde gezagsorganen daarmee in stemmen, in een individueel geval van de in het derde lid opgenomen volgorde afwijken. Artikel 32 Overleg en mededeling 1 Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om over te gaan tot vordering van leegstand in een lesge- bouw of gymnastiekruimte, voeren zij daarover overleg met het bevoegd gezag waarvan de leegstand gevorderd wordt en met het bevoegd gezag waarvoor de huisvesting is bestemd. Dit overleg maakt deel uit van het overleg als bedoeld in artikel 10. 2 Binnen vier weken na de vaststelling van het programma als bedoeld in artikel 11, doen burgemeester en wethou ders schriftelijk mededeling van de vordering aan het bevoegd gezag waarvan gevorderd wordt. Van deze medede ling kan worden afgezien als dat bevoegd gezag in het overleg te kennen heeft gegeven geen bezwaar tegen de vordering te hebben. 3 Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om over te gaan tot vordering in het kader van een aanvraag als bedoeld in artikel 19, voeren zij daarover zo spoe dig mogelijk overleg met het bevoegd gezag waarvan ge vorderd wordt en met het bevoegd gezag waarvoor de huis vesting is bestemd. 4 Binnen een week na afloop van het overleg als bedoeld in het vorige lid, doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling van de vordering aan het bevoegd gezag waarvan gevorderd wordt. Van deze mededeling kan worden afgezien als dat bevoegd gezag in het overleg te kennen heeft gegeven geen bezwaar tegen de vordering te hebben 5 De schriftelijke mededeling van burgemeester en wethou ders als bedoeld in de tweede en vierde lid, bevat in ieder geval: a de naam van de school en het bevoegd gezag ten be hoeve waarvan wordt gevorderd; Blad 23 b een aanduiding van het aantal groepen of aantal leerlingen ten behoeve waarvan gevorderd wordt of, indien het betreft het onderwijs in lichamelijke oefening, het aantal klokuren dat gevorderd wordt; c een aanduiding van het gebouw waarop de vordering betrekking heeft; d een aanduiding van het aantal en het type ruimten dat gevorderd wordt; e de periode waarvoor gevorderd wordt en de ingangsda tum van het medegebruik. Artikel 33 Vergoeding De bevoegde gezagsorganen die het betreft stellen in onder ling overleg, met inachtneming van de wettelijke bepalin gen, een vergoeding voor het medegebruik vast. Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt, geldt het bepaalde in bijlage IV, deel C. Paragraaf 5.2 Medegebruik ten behoeve van culturelemaat schappelijke of recreatieve doeleinden Artikel 34 Aanduiding omstandigheden Burgemeester en wethouders kunnen overgaan tot vordering indien: a er sprake is van leegstand van een lesgebouw of een gym nastiekruimte zoals bepaald in artikel 30; b er sprake is van onderbenutting van een sportveld van een school voor voortgezet onderwijs, blijkend uit het lesrooster van de school of scholen die dat sportveld voor het onderwijs gebruiken. Artikel 35 Overleg en mededeling 1 Alvorens over te gaan tot vordering voeren burgemeester en wethouders overleg met het bevoegd gezag. 2 In dat overleg komt in ieder geval aan de orde: a voor welke activiteit of activiteiten gevorderd wordt; b of die activiteit of activiteiten zich verdragen met het onderwijs aan de in het gebouw gevestigde school; c welke maatregelen eventueel noodzakelijk zijn om te voorkomen dat het onderwijs aan de in het gebouw gevestigde school hinder van het medegebruik onder vindt; d wat naar de mening van burgemeester en wethouders en het bevoegd gezag een redelijke vergoeding voor het medegebruik is; e de datum waarop het medegebruik redelijkerwijs een aanvang kan nemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 253