Blad 24
3 Binnen vier weken na afloop van het overleg doen burge
meester en wethouders schriftelijk mededeling van de
vordering aan het bevoegd gezag. Indien het overleg zo
als bedoeld in het eerste lid heeft geleid tot af
spraken, bevat de mededeling in ieder geval die af
spraken. Voorzover het overleg niet tot overeenstemming
heeft geleid, bevat de mededeling de beslissing van bur
gemeester en wethouders over de punten waarover geen
overeenstemming bestond. Indien het bevoegd gezag in het
overleg te kennen heeft gegeven geen bezwaar te hebben
tegen de vordering, kan van de schriftelijke mededeling
als hier bedoeld worden afgezien.
Paragraaf 5.3 Verhuur
Artikel 36
Toestemming burgemeester en wethouders
1 Alvorens een huurovereenkomst te sluiten, vraagt het
bevoegd gezag toestemming voor de verhuur aan burgemees
ter en wethouders.
2 Het verzoek om toestemming wordt schriftelijk gedaan en
bevat een aanduiding van de huurder, alsmede van de be
stemming van de te verhuren ruimte.
3 Burgemeester en wethouders verlenen de toestemming niet
indien
a de bestemming van de te verhuren ruimte in strijd is
met bepalingen daaromtrent uit de wet of
regelgeving;
b de te verhuren ruimte onmiddellijk nodig is voor een
school
4 Burgemeester en wethouders nemen binnen vier weken na
ontvangst van het verzoek een besluit en zenden dat aan
het bevoegd gezag.
HOOFDSTUK 6 Einde gebruik gebouwen en terreinen
Artikel 37
Tijdstip beëindiging gebruik; staat van onderhoud
1 Nadat een gebouw of terrein niet meer door het bevoegd
gezag nodig is voor de huisvesting van een school wordt
het gebruik van het gebouw of terrein zo spoedig moge
lijk beëindigd, doch uiterlijk op de datum genoemd in de
door burgemeester en wethouders en het bevoegd gezag
ondertekende gezamenlijke akte of de datum zoals vastge
steld door gedeputeerde staten bij de beslissing inzake
een geschil over de totstandkoming van een gezamenlijke
akte
2 Indien er, naar het oordeel van burgemeester en wethou
ders, mogelijk sprake is van achterstallig onderhoud aan
het gebouw of terrein bedoeld in het eerste lid, dat tot
de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag behoort,
wordt, voordat de eigendomsoverdracht heeft plaatsgevon
Blad 25
den, een staat van onderhoud opgemaakt.
3 De staat van onderhoud wordt opgemaakt in opdracht van
burgemeester en wethouders na overleg met het bevoegd
gezag
4 Over de staat van onderhoud wordt overleg gevoerd met
het bevoegd gezag. In dat overleg wordt, indien van
toepassing, vastgesteld welk deel van het onderhoud als
nog door het bevoegd gezag wordt uitgevoerd of welk be
drag in plaats daarvan aan burgemeester en wethouders
betaald wordt. Indien het overleg niet tot over
eenstemming leidt, stellen partijen vast welke handel
wijze gevolgd wordt.
5 Het opmaken van een staat van onderhoud blijft achter
wege indien dit naar het oordeel van burgemeester en
wethouders niet nodig is.
HOOFDSTUK 7 Gebruik en vergoeding gymnastiekruimte voor
basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs
Artikel 38
Omvang en vergoeding gebruik
1 De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik
van een gymnastiekruimte door een school voor basison
derwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs is gebaseerd
op het aantal klokuren per week waarin volgens het
activiteitenplan door de school de gymnastiekruimte
wordt gebruikt.
Voor een school voor basisonderwijs wordt het maximaal
aantal klokuren dat voor vergoeding in aanmerking komt
vastgesteld volgens het bepaalde in bijlage III, deel B
en bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep
6-12-jarige leerlingen.
Voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs
wordt het maximaal aantal klokuren dat voor vergoeding
in aanmerking komt vastgesteld volgens het bepaalde in
bijlage III, deel B, en bedraagt ten hoogste 3,75
klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes
jaar indien de school niet de beschikking heeft over een
speellokaal en ten hoogste 2,25 klokuur per groep leer
lingen van zes jaar en ouder.
2 Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand
gehouden school voor primair onderwijs dat eigenaar is
van een gymnastiekruimte ontvangt jaarlijks een vergoe
ding. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld vol
gens het bepaalde in bijlage IV, deel A, op basis van de
door het betreffende bevoegd gezag ingevolge artikel 5,
derde lid, onder 5°, verstrekte gegevens. Het maximaal
aantal voor vergoeding in aanmerking komende klokuren
wordt op grond van het eerste lid vastgesteld. Wanneer
er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte
door een of meer andere scholen voor primair onderwijs
wordt voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding