Blad 8
6. De structuur
De verordening bevat een aanzienlijk aantal vrij technische
bepalingen. Dit geldt met name voor de bouwkundige en
financiële normering en de urgentie en prognosecriteria.
Omwille van de inzichtelijkheid bestaat de verordening
daarom uit een zgn. rompverordening met bijlagen. In de
romp staan bepalingen die in hun algemeenheid voor iedere
gemeente gelden, zoals de begripsomschrijvingen, de aan
vraagprocedure en de competentieverdeling tussen raad en
college van burgemeester en wethouders. Verder is een aan
tal kapstokbepalingenopgenomen. Deze maken het mogelijk
dat een nadere uitwerking plaatsvindt in de bijlagen. Romp
en bijlagen vormen overigens in juridische zin één geheel.
De totstandkoming en wijziging van de bijlagen zullen op
dezelfde wijze dienen plaats te vinden als die van de romp.
Dat betekent overigens niet dat iedere wijziging tot een
nieuwe vaststelling door de gemeenteraad moet leiden. Wan
neer het gaat om zaken die jaarlijks bijgesteld moeten wor
den, zoals normbedragen, is die bijstelling opgedragen aan
burgemeester en wethouders
7De procedures van aanvragen en afhandeling
Wat de procedures betreft wordt aangesloten bij de gemeen
telijke begrotingscyclus. De totale cyclus, die start met
vaststelling of (indien noodzakelijk) wijziging van de ver
ordening en eindigt met de uitvoering van de huisvestings
voorziening, vindt plaats in drie kalenderjaren. In het
schema wordt geschetst welke activiteiten in welk jaar moe
ten plaatsvinden, waarbij met jaar 't' het jaar van uitvoe
ring van de huisvestingsvoorziening door het schoolbestuur
is bedoeld. De aangegeven maanden zijn uiteraard indica
tief.
Het hiervoor beschreven proces kan zich in principe ieder
jaar herhalen. Dit betekent bijvoorbeeld dat op het moment
van overleg met de schoolbesturen over het raadsvoorstel
voor het programma, ook het wettelijk voorgeschreven over
leg over een eventuele wijziging van de Verordening
voorzieningen huisvesting onderwijs kan plaatsvinden. Dit
met inachtneming van het gestelde in de Verordening proce
dure overleg huisvesting onderwijs.
Er is bij de aanvraagprocedures geen onderscheid gemaakt
tussen voor blijvend en voor tijdelijk gebruik bestemde
voorzieningen. Beide worden op hetzelfde moment en voor
hetzelfde programma aangevraagd. Dat kan ook omdat ten op
zichte van het systeem van vóór 1 januari 1997 de procedure
voor de voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen met
een half jaar bekort is. Indien zich calamiteiten voordoen,
waarbij de voortgang van het onderwijs belemmerd wordt, kan
een spoedprocedure gevolgd worden. Door de verkorting van
de reguliere procedures zal hiervan naar verwachting weinig
gebruik hoeven te worden gemaakt.
Blad 9
mei
jun
3 ul
aug
sep
o Ut
nov
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
3 vil
o kt
nov
dec
j an
feb
mrt
i overleg over verordening
I va3t3telling/wi7zigmg verordening
indiening aanvragen jaar t
formele toets aanvragen
ambtelijke voorbereiding
overleg aanvragers
voorontwerp programma/overzicht
raadsvoorstel programma/overzicht
overleg schoolbesturen
vaststelling gemeentebegroting incl. huisvestingsbudget
vaststelling programma/overzicht
overleg wijze van uitvoering
offertes aanvragen
uitvoering programma
toet3 bouwplannen
toets gewijzigde omstandigheden
i begrotingsvoorbereiding
I bepalen ko3ten aangevraagde voorzieningen
I overleg budget portefeuillehouders
jul V
8 De normering
De wet draagt gemeenten op om in de verordening bouwkundige
en financiële normen vast te leggen. Ten aanzien van de
financiële normering bestaan straks geen centrale voor
schriften meer. Het vastleggen hiervan is dus volledig
overgelaten aan gemeenten. Wel moet de vaststelling zodanig
plaatsvinden, dat een schoolbestuur vooraf weet waar het op
kan rekenen.
Voor de bouwkundige normering is er wel sprake van centrale
regelgeving. Met name in het Bouwbesluit van VROM zullen
eisen aan gebouwen, waaronder schoolgebouwen, gesteld wor
den. Ook zullen in een algemene maatregel van bestuur van
OCenW minimale oppervlaktenormen worden gegeven. Aanvullend
daarop zijn in de verordening enkele minimale eisen opgeno
men
De bouwkundige normering dient twee doelen. Enerzijds wordt
daarmee bepaald aan welke eisen nieuwe voorzieningen moeten
voldoen. Anderzijds kan uit de bouwkundige normering infor
matie worden ontleend over de capaciteit en de functionali
teit van een bestaand gebouw. Deze informatie is belangrijk
om te beoordelen of er een nieuwe voorziening aan een ge
bouw getroffen moet worden.
Omdat er in het primair onderwijs nog steeds discussies (en
beroepszaken) lopen over de precieze capaciteit van gebou
wen, is het verstandig om bij de invoering van de decentra
lisatie een zogenoemde nulmeting te houden. Aan de hand