Blad 4
Ad e
De bijzondere omstandigheden zoals genoemd in de wet zijn
in de verordening niet nader uitgewerkt, aangezien derge
lijke omstandigheden zich niet uitputtend laten beschrij
ven. Wel is in de wet bepaald dat de gemeente een huisves
tingsvoorziening kan weigeren indien de voorziening nodig
is voor herstel van schade die is veroorzaakt door schuld
of toedoen van het bevoegd gezag.
De aanduiding in de wet dat herstel en vervanging in ver
band met schade aan een gebouw geldt als een huisvestings
voorziening betekent dat de beoordeling van deze voorzie
ning dient te verlopen via de reguliere procedure van het
programma of via de spoedprocedure. De reguliere procedure
zal niet altijd geschikt zijn voor de afhandeling van der
gelijke aanvragen. Het herstel van schade is meestal spoed
eisend. Daarbij komt dat zeker voor de kleine schadegeval
len (bijvoorbeeld glasschade) de reguliere procedure te
zwaar en te omslachtig is.
Dit pleit ervoor om in ieder geval de kleinere schaden door
burgemeester en wethouders te laten afwikkelen in het kader
van de spoedprocedure. Er wordt nog bezien of voor de af
wikkeling van dergelijke schaden een lichtere procedure kan
worden getroffen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de
praktijk zoals die zich heeft ontwikkeld in het voortgezet
onderwijs in relatie tot het collectief verzekeringscon
tract. Deze praktijk houdt in dat bepaalde schaden (met
name glasschade) rechtstreeks door de schoolbesturen kunnen
worden afgewikkeld met een door de verzekeraars ingesteld
bureau dat belast is met de afwikkeling. Het collectief
contract, deze werkwijze incluis, wordt voor het jaar 1997
voortgezet. Op weg naar 1998 zal door alle betrokkenen wor
den bezien in hoeverre deze handelwijze ook na 1997 kan
worden voortgezet en wellicht worden verbreed naar het pri
mair onderwijs. Indien dit haalbaar mocht zijn dan kan een
groot deel van de schadegevallen buiten de verordening om
worden afgehandeld. Alleen voor de grotere schadegevallen
zal dan de verordening in stelling moeten worden gebracht.
Ad f
Evenals voor de invoering van de decentralisatie het geval
was, kan aan een schoolbestuur in het voortgezet onderwijs
onder bepaalde voorwaarden een vergoeding worden toegekend
voor het huren van een sportterrein voor buitensportactivi
teiten gedurende een periode van maximaal acht weken.
Artikel 3
Bouwvoorbereiding voorzieningen
De wet biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om, naast de
toewijzing en vergoeding van de huisvestingsvoorziening
zelf, aan een bevoegd gezag dat daarom verzoekt een vergoe
ding toe te kennen voor de kosten gemoeid met de voorberei
ding (van de aanvraag) van de huisvestingsvoorziening. Het
Blad 5
betreft een facultatieve bepaling. Een gemeente is, met
andere woorden, niet verplicht daadwerkelijk deze mogelijk
heid te bieden. Uit oogpunt van 'kenbaar bestuur', waaron
der het vooraf geven van duidelijkheid over het gemeente
lijk optreden, is ervoor gekozen om in de verordening een
bepaling op te nemen waarmee de lokale overheid aangeeft
of, en zo ja ten aanzien van welke soort van huisvestings
voorzieningen, de gemeente de mogelijkheid van een bouw-
voorbereidingskrediet opent.
In artikel 3 wordt hiervoor de basis gelegd, waarbij het
voor de hand ligt dat een gemeente de mogelijkheid beperkt
tot die huisvestingsvoorzieningen die naar aard en
(financiële) omvang belangrijk zijn. Hierbij kan vooral
worden gedacht aan voorzieningen zoals (vervangende) nieuw
bouw en uitbreiding. Deze voorzieningen vergen doorgaans de
meeste voorbereidingstijd en kosten in het kader van de
bouwplanontwikkeling
In hoofdstuk 4 van de modelverordening wordt de aanvraag en
besluitvormingsprocedure voor de bouwvoorbereiding nader
geregeld. Hierbij is uitgegaan van een -ook in tijd bezien-
gelijkschakeling met de aanvraagprocedure voor opneming van
een huisvestingsvoorziening in het programma. Formeel is
het evenwel een gescheiden traject, omdat de vergoeding
voor de kosten van bouwvoorbereiding in de zin der wet géén
voorziening in de huisvesting is en derhalve ook geen on
derdeel van het huisvestingsprogramma kan zijn.
Artikel 4
Vaststelling vergoeding voorzieningen
Dit artikel vormt de 'kapstok' op basis waarvan de vergoe
ding wordt vastgesteld voor de door de gemeente voor ver
goeding in aanmerking gebrachte huisvestingsvoorzieningen
in het kader van de programma vaststelling, ae spoedproce
dure, de bouwvoorbereiding of het overgangsrecht.
Ten aanzien van de in de artikelen 2 en 3 onderscheiden
voorzieningen wordt hier de grondslag van de vergoeding
gelegd. Hierbij zijn twee benaderingen denkbaar: een norma
tieve en een feitelijke bepaling van de kosten die vergoed
worden. Ook hier is uit oogpunt van 'kenbaar bestuur' er
voor gekozen om voorafgaande aan de indiening van en be
sluitvorming over aanvragen, duidelijk per voorziening aan
te geven welke benadering ten aanzien van de vergoeding
geldt. Bij de vaststelling van de verordening dient per
voorziening de afweging te worden gemaakt welke benadering
van toepassing is. Hierbij ligt het voor de hand om in ie
der geval voor niet of nauwelijks vooraf te normeren kosten
van bepaalde voorzieningen te kiezen voor een vergoedings
wij ze die gebaseerd is op een individuele beoordeling van
de feitelijke kosten (de zgn. offertelijn)
Uitgaande van de voorzieningen waarvoor in bijlage IV, deel
A, van de modelverordening gezien de aard van de voorzie-