Blad 6
ning geen normvergoeding is bepaald, is de offertelijn in
ieder geval goed denkbaar bij de volgende voorzieningen:
verplaatsing van een of meer bestaande noodlokalen;
herstel van constructiefouten;
herstel en vervanging in verband met schade;
aanpassingen aan gebouwen;
gehele of gedeeltelijke ingebruikneming van een bestaand
gebouw;
- aankoop van terreinen ten behoeve van de realisering van
een huisvestingsvoorziening;
huur van bestaande andere, niet onderwijsgebouwen
- kosten van bouwvoorbereiding;
medegebruik of nieuwbouw van een bad voor watergewenning
of bewegingstherapie in het (v)so.
Anders dan bij de vooraf genormeerde vergoeding het geval
is, begint de offertelijn met een door de aanvrager bij de
aanvraag van de gewenste huisvestingsvoorziening over te
leggen raming van de kosten. De gemeente toetst deze raming
en stelt deze zo nodig bijHet bedrag van de al dan niet
bijgestelde raming is vervolgens een gegeven in het kader
van de vaststelling van het huisvestingsbudget en het pro
gramma. Bij een eventuele uitvoering van de voorziening,
die voortkomt uit een plaatsing op het programma, kan de
raming op basis van over te leggen offertes worden omgezet
in een definitieve vaststelling van de vergoeding die de
gemeente ter beschikking stelt van de aanvrager.
Artikel 5
Informatieverstrekking
Dit artikel is de concrete uitwerking van de informatiebe
paling uit de wet. Deze bepaalt dat een bevoegd gezag aan
de gemeente alle inlichtingen dient te verschaffen die de
gemeente noodzakelijk acht voor een adequate uitvoering van
de bevoegdheden terzake van de onderwijshuisvesting.
Ook hier is omwille van de duidelijkheid voor zowel de
schoolbesturen als de gemeente gekozen voor een zo concreet
mogelijke invulling van de inhoud van de informatiever
strekking in de verordening. Artikel 5 omvat het informa
tieverkeer zoals dat zich voltrekt tussen schoolbestuur en
lokale overheid, ongeacht of er sprake is van een verzoek
om vergoeding van een huisvestingsvoorziening. De gemeente
moet immers over een adequaat en daarmee up to date bestand
beschikken van gegevens die relevant zijn voor de onder
wijshuisvesting. Dit bestand vormt vaak het vertrekpunt bij
de beoordeling van de huisvestingswensen.
De leden 1 t/m 4 hebben betrekking op informatie die het
schoolbestuur uit eigen beweging dient te verstrekken aan
burgemeester en wethouders.
Het vijfde lid ziet op een informatie verplichting van een
schoolbestuur op een expliciet verzoek daartoe van burge
meester en wethouders.
Blad 7
Het informatieverkeer dient gekenmerkt te worden door een
zekere terughoudendheid bij de lokale overheid, in die zin
dat de te verstrekken informatie ook een aantoonbare func
tie vervult in het licht van de gemeentelijke zorg voor de
huisvesting. Verstrekking van informatie waarbij een
dergelijke functie niet kan worden aangetoond, dient ach
terwege te blijven.
Zoals in het informatie artikel is beschreven, valt de ge
gevensuitwisseling te onderscheiden in basis- en periodieke
gegevens. Basisgegevens betreffen 'basale' gegevens over
het bevoegd gezag, over de school en over de huisvestings
situatie van de school. De basisgegevens, die per 1 januari
1997 worden aangetroffen en verzameld, zullen bijvoorbeeld
samen de input vormen van de 'nulmeting' (zie ook bijlage
III, deel A)De nulmeting is de basis op grond waarvan de
bestaande huisvestingssituatie in termen van aanwezige ca
paciteit wordt vastgelegd.
De basisgegevens zullen in de regel niet frequent wijzigen.
Bij wijziging dienen de veranderde gegevens, door het be
voegd gezag wel gemeld te worden bij burgemeester en wet
houders teneinde het gegevensbestand up to date te houden.
Daarnaast worden de periodieke gegevens onderscheiden. De
belangrijkste hiervan is de jaarlijkse leerlingtelling,
gezien de directe relatie tussen het aantal leerlingen en
de benodigde huisvestingscapaciteit. Omdat deze telgegevens
dermate belangrijk zijn voor de uitvoering van de
huisvestingstaken, is de verstrekking daarvan expliciet
opgenomen in de verordening. Met de jaarlijkse opgave van
het aantal leerlingen worden de telformulierenbedoeld
die de schoolbesturen op basis van artikel 12 Bekosti
gingsbesluit WBV/OWBO en artikel 10 Bekostigingsbesluiten
ISOVSO/OISOVSO, dienen te verstrekken aan de Minister van
OCenW.
Artikel 6
Indiening aanvraag
Indieningstermi jnen
In de algemene toelichting op de verordening is in para
graaf 10 de procedure (koppeling aan gemeentelijke begro
tingscyclus en het daaraan ontleende tijdpad) uitgebreid
beschreven. De in de verordening vermelde data zijn zodanig
gekozen, dat er voor de gemeente voldoende voorberei
dingstijd is om te komen tot een zorgvuldige vaststelling
van het programma. Dit behoeft allerminst uit ze sluiten
dat naar gelang de lokale situatie (zoals de omvang van de
gebouwenvoorraad en de hiermee samenhangende omvang van het
te verwachten aantal aanvragen, de mogelijke aanwezigheid
van een meerjarige planning en hieraan gekoppelde afspraken
over de huisvesting en de inrichting van de eigen organisa
tie) de voorbereidingstijd wordt bekort en dus van een la
ter tijdstip van indiening wordt uitgegaan (1 maart of 1