Blad 22
begroting, dus ook niet van een toets daarvan. De begroting
is nameli]k al bi] de indiening van de aanvraag overgelegd
en heeft toen alleen de functie gehad om te komen tot een
bedrag ten behoeve van de vaststelling van het programma.
Bij de uitvoering van een voorziening die volgens de offer-
telijn wordt gerealiseerd, nemen de offertes de rol over
van de begroting.
Artikel 17
Aanvang bekostiging
Dit artikel is de uitwerking van de wettelijke opdracht
zoals neergelegd in bijvoorbeeld artikel 76, vierde lid
WBOEr is gekozen voor een globale regeling waarin ruimte
is voor variatie naargelang de concrete omstandigheden. De
opdracht aan de raad in genoemde artikel van de WBO wordt
gedelegeerd aan burgemeester en wethouders. Door de bepa
ling op te nemen dat de aanvrager altijd aan zijn financi
ële verplichtingen moet kunnen voldoen, is de bescherming
van de aanvrager gewaarborgd.
Artikel 18
Vervallen aanspraak op vergoeding
Lid 1
De data van 1 en 15 oktober zijn gekozen met het oog op de
vaststelling van de volgende gemeentebegroting. Het is van
belang om op dat moment te weten of een toegekende voorzie
ning eventueel in een volgend begrotingsjaar betaald moet
worden. De bepaling over de toezending van onder meer de
bouwopdracht binnen twee weken berust niet op de wet. Het
is echter van belang om een dergelijke bepaling op te ne
men, omdat de gemeente daarna actie in de richting van de
aanvrager kan ondernemen. De term 'door de aanvrager' is
opgenomen om duidelijk te maken dat, indien de gemeente
optreedt als bouwheer en de termijn wordt overschreden, er
geen sprake is van het vervallen van het recht op een ver
goeding. De aanvrager heeft dan immers recht op een voor
ziening
Lid 2
Deze hardheidsclausule is, in aanvulling op de wet, opgeno
men, omdat het denkbaar is dat, bijvoorbeeld door ruimte
lijke ordeningprocedures, de termijn buiten de schuld van
de aanvrager wordt overschreden.
Lid 3
De datum van 15 september is gekozen opdat de aanvrager bij
afwijzing van het verzoek kan proberen voor 1 oktober als
nog een bouwopdracht etc. te geven.
Blad 23
Artikelen 19-24
Spoedprocedure
In dit hoofdstuk van de modelverordening zijn nadere regels
opgenomen over de indiening en beoordeling van aanvragen
met een spoedeisend karakter. Deze aanvragen doorlopen niet
de procedure die geldt voor het programma en zijn daarom
niet gebonden aan een bepaalde indieningsdatum. De aanvra
gen kunnen dus het gehele ]aar door worden ingediend. Het
zou een misvatting zijn op grond hiervan te veronderstellen
dat de spoedprocedure als een soort 'ontsnappingsroute' kan
worden gebruikt. Een ontsnappingsroute die zou kunnen wor
den gevolgd wanneer een bevoegd gezag verzuimd tijdig - op
grond van artikel 6 van de modelverordening - een aanvraag
in te dienen voor het programma of wanneer een aanvraag
niet op het programma is geplaatst wegens toepassing van de
financiële weigeringsgrond. In dit laatste geval kan een
bevoegd gezag in de verleiding komen de aanvraag opnieuw in
te dienen via de spoedprocedure, omdat de financiële
weigeringsgrond bij deze procedure niet kan worden gehan
teerd door de gemeente.
Een andere optie is dat een bevoegd gezag op 'twee paarden
wedt', namelijk: voor dezelfde voorziening een aanvraag
indient voor de opneming in het programma én een aanvraag
indient in het kader van de spoedprocedure.
Al deze procedurele opties lopen echter bij toepassing van
de verordening spaak, omdat het uiteindelijk gaat om de
inhoud van de aanvraag. Onomstotelijk moet blijken dat het
bij een aanvraag met een spoedeisend karakter gaat om een
calamiteit in de ware zins des woords. Een calamiteit die
onvoorzienbaar was en volgens de wetgever zodanig moet zijn
dat het treffen van een voorziening geen uitstel kan lij
den, omdat anders het onderwijsproces geen doorgang meer
kan vinden. Het meest voor de hand liggende voorbeeld daar
bij is het afbranden van een schoolgebouw, waardoor het
onderwijsproces (tijdelijk) in een andere accommodatie moet
doorgaan
Toepassing van de verordening leidt er toe dat in vergelij
king met de situatie van voor de decentralisatie, het mo
ment tussen indiening van een reguliere aanvraag en de be
oordeling in het kader van het programma, aanzienlijk wordt
bekort. Dit betekent dat het overgrote deel van de aanvra
gen voor huisvestingsvoorzieningen via deze procedure op
adequate wijze kan worden afgehandeld. Ook de aanvragen die
wellicht hoog zouden scoren bij de toepassing van de urgen-
tiesystematiek, maar waarvan op moment van indiening en op
het moment van programmavaststelling (nog) niet kan worden
gesproken over de noodzaak om onverwijld de voorziening te
treffen omdat anders het onderwijsproces stokt. Dit bete
kent ook dat mag worden verwacht dat de aanvragen die in
het kader van de spoedprocedure worden ingediend ook écht
spoedeisend zijn. Normaliter zal dit betekenen dat de toe
passing, maar zeker ook de toewijzing in het kader van de