Blad 2 karakter en wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Zo is afgesproken dat de gemiddelde stadsgewestelijke bouw productie van jaar tot jaar wordt opgehoogd met het "te kort" ten opzichte van het 30%-aandeel. Tevens is expliciet afgesproken dat de stadsgewestgemeenten hun bouwproductie op elkaar afstemmen en jaarlijks met elkaar afrekenen. Zo is voor het lopende jaar (1996) rekening gehouden met de in 1995 gerealiseerde hoge productie in Menaldumadeel en Tytsjerksteradiel en de lage productie in met name Leeuwar den. In Leeuwarden zijn in 1995 niet meer dan 321 woningen gebouwd. Zowel ten opzichte van het oorspronkelijk bouwpro gramma (450) als het nieuwe bouwprogramma (600) is dit laag te noemen. De lange winterstop is hier voor een deel debet aan. Het Overlegplatform heeft uitgesproken dat de situatie in Leeuwarden grote reden tot zorg geeft en doet een dringend beroep voorstellen te ontwikkelen teneinde de ver wachte noodzakelijke extra bouwinspanning in de komende ja ren te kunnen realiseren. Onderstaand gemeentelijke woningbouwprogramma sluit naad loos aan op het stadsgewestelijke programma. De jaren 1996 en 1997 dienen daarbij gezien te worden als een bouwtaak stelling. De aantallen voor de jaren, 1998, 1999 en 2000 zijn te beschouwen als een vooruitblik en de aantallen voor de jaren na 2000 als een indicatie. Het gemeentelijke woningbouwprogramma 1996 en volgende ja ren locatie 1996 1997 1998 1999 1996 -1999 2000 2001 2002 2003 2004 2000 - 2004 2005- 2009 binnenstad 150 80 90 70 390 30 30 30 30 30 150 100 f schil 90 160 70 70 390 50 50 50 50 50 250 100 na-oorlogse wijken 30 40 40 40 150 50 50 50 50 50 250 100 Leeuwarderbos 70 70 Camminghaburen 60 60 1 Goutum-Noord 250 90 340 Hempens- Teems le fase 200 300 300 800 200 200 Hempens-Teems 2e fase 100 100 200 250 200 650 II dorpen 20 30 30 20 100 20 20 20 20 20 100 100 nieuwe locaties 150 150 350 300 950 2050 totaal 600 600 600 600 2400 550 550 500 500 450 2550 2450 start bouw Blad 3 3flankerend beleid Hoewel voor de noodzaak in de gemeente Leeuwarden de woningbouwproductie de komende jaren te verhogen zeer goede redenen aan te voeren zijn, is het eveneens een harde noodzaak de mogelijk gevolgen daarvan voor vooral de bestaande huurwoningvoorraad in ogenschouw te nemen. Evenals andere delen van Nederland, zoals Zeeland, Gro ningen en delen van Drenthe en Overijssel kenmerkt de Friese en Leeuwarder (huur)woningmarksituatie in zijn geheel zich door haar zogenaamde 'ontspannen' karakter. Dat betekent in de praktijk dat over het geheel genomen vraag en aanbod van woningen op dit moment redelijk met elkaar in evenwicht lijken te zijn, getuige de leegstand van 2.9% begin dit jaar. Op deelmarkten echter zijn er wel spanningen tussen vraag en aanbod. Gewezen is op de spanning op grote de len van de koopmarkt, waar op dit moment de vraag naar koopwoningen die van het aanbod overstijgt. Cp de huur woningmarkt daarentegen zijn er de nodige segmenten waar op dit moment het omgekeerde het geval isHier over treft het aanbod van woningen de vraag ernaar aanzien lijk. Bekendste en nog steeds meest actuele voorbeelden zijn de dure huurwoningen in de zeventiger jaren wijken, waar nog steeds hoge leegstandspercentages kunnen optre den, hoewel er aanzienlijke vooruitgang geboekt is in de bestrijding ervan de laatste jaren. De vraag die bij de woningbouwproductie een belangrijke rol speelt is in hoeverre de verschillende deelmarkten elkaar (gaan) beïnvloeden. Dat geldt evenzeer voor de deelmarkten koop en huur tussen Leeuwarden en het stads gewest en de rest van de provincie. In hoeverre en onder welke omstandigheden (koopprijzen, rentestand, huur- prijsstijgingen etc) de verschillende deelmarkten elkaar direct en indirect (via een keten van verhuizingen) be- invloeden is echter niet goed bekend en daardoor rede lijk onvoorspelbaar. Wel zijn er uit eigen informatie en recent onderzoek van de provincie Friesland duidelijke signalen dat er reke ning gehouden moet worden met het bestaan van dwarsverbanden tussen de koop- en huurmarkt, zowel bin nen Leeuwarden als tussen Leeuwarden en de omliggende gemeenten. Vorige jaren blijkt bijvoorbeeld in heel Friesland 42% van de vrije sectorwoningen betrokken te zijn door huurders, voor 2/3 deel afkomstig uit huurwo ningen beneden de f 750,- per maand. In Leeuwarden zelf lagen de cijfers deels wat anders namelijk 34% kwam uit een huurwoning, opvallend genoeg de grote meerderheid juist uit de duurdere huurwoningen boven de f 750,-.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 28