Blad 2
j. houder: een natuurlijke of rechtspersoon die een
kindercentrum of gastouderbureau in stand houdt;
k. NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie-In
stituut vastgestelde norm;
1. begeleider: de in een kindercentrum werkzame persoon
die anders dan als functionaris belast is met het bie
den van verzorging en opvoeding of onderdak en begelei
ding aan kinderen.
Artikel 2
Vergunningsplicht
1. Het is verboden, zonder schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders, een kindercentrum open te
stellen of te houden.
2. Het is verboden, zonder schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders, een gastouderbureau op te
zetten of te houden.
Artikel 3
Weigering en ontheffing
1. Burgemeester en wethouders weigeren de vergunning in
dien niet wordt voldaan aan de kwaliteitsregels die in
hoofdstuk 2 van deze verordening worden gesteld.
2. In afwijking van lid 1 zijn burgemeester en wethouders
bevoegd ontheffing te verlenen van de op artikel 11
gebaseerde nadere regels, en de voorschriften in de
artikelen 13b en 22.
Artikel 4
Voorschriften en beperkingen
1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning
of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen wor
den verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen
slechts strekken tot bescherming van het belang of de
belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing
is vereist.
2. Degene aan wie krachtens deze verordening een ver
gunning of ontheffing is verleend, is verplicht de
daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te
komen
Artikel 5
Behandeling aanvragen
1. Op m behandeling genomen aanvragen is afdeling 3.4 Awb
Blad 3
van toepassing.
2. Een ieder kan zijn zienswijze over de aanvraag naar
voren brengen.
Artikel 6
Termijnen
1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om
vergunning of op een verzoek tot ontheffing binnen acht
weken na de dag waarop de aanvraag of het verzoek is
ontvangen
2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor
ten hoogste acht weken verdagen.
Artikel 7
Aanhouding
1. Burgemeester en wethouders houden de beslissing op de
aanvraag om vergunning of het verzoek tot ontheffing
aan, totdat zij een beslissing hebben genomen over de
aanvraag voor een bouwvergunning overeenkomstig artikel
40, lid 1 van de Woningwet.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 6 nemen burge
meester en wethouders, voor zover de aanhouding bedoeld
in het eerste lid langer duurt dan de in artikel 6 ge
stelde termijnen, de beslissing op een aanvraag om ver
gunning of een verzoek tot ontheffing zo spoedig moge
lijk na afloop van de in artikel 6 bedoelde termijnen.
Artikel 8
Duur van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing wordt verleend voor maximaal
vijf jaar.
Artikel 9
Verplichtingen van de houder
1. De vergunning of ontheffing is niet overdraagbaar.
2. De houder is verplicht aan burgemeester en wethouders
gegevens te verstrekken die door of namens hen in ver
band met de huisvesting, verzorging en begeleiding van
de kinderen van belang worden geacht.
3. De houder is voorts verplicht om bij wijziging van de
gegevens die zijn verstrekt bij de vergunningaanvraag
daarvan onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen
aan burgemeester en wethouders.