Blad 6
Artikel 14
De aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering
1. De houder van een kindercentrum moet ten behoeve van in
het centrum aanwezige functionarissen, begeleiders en
kinderen een passende aansprakelijkheids- en ongeval
lenverzekering afsluiten.
2. De houder van een gastouderbureau moet ten behoeve van
de bij het bureau werkzame functionarissen en begelei
ders, alsmede de bij het bureau aangesloten gastouders
en door hen opgevangen kinderen, een passende aan
sprakelijkheids- en ongevallenverzekering afsluiten.
Paragraaf 2
Specifieke regels voor kindercentra
Artikel 15
Groepsgrootte en aantallen functionarissen
1. De opvang van kinderen vindt in groepen plaats met dien
verstande dat een groep van kinderen:
a. in de leeftijd van 0 tot 1 jaar gelijktijdig ten
hoogste 12 kinderen omvat;
b. in de leeftijd van 0 tot 13 jaar gelijktijdig ten
hoogste 16 kinderen omvat, waaronder ten hoogste 8
kinderen van 0 tot 1 jaar;
c. in de leeftijd van 4 tot 13 jaar gelijktijdig ten
hoogste 20 kinderen omvat.
2. Ten minste één functionaris wordt ingezet voor de
verzorging en opvoeding van gelijktijdig ten hoogste:
a. 4 kinderen in de leeftijd van 0 tot 1 jaar;
b. 5 kinderen in de leeftijd van 1 tot 2 jaar;
c. 6 kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 jaar;
d. 8 kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar;
e. 10 kinderen in de leeftijd van 4 tot het einde van
de basisschoolleeftijd;
f. het aantal functionarissen bij een gemengde groep
wordt bepaald aan de hand van het gemiddelde, waar
bij naar boven kan worden afgerond.
3. In afwijking van lid 2 kan gedurende een beperkte tijd,
doch niet meer dan anderhalf uur, na opening en voor
sluiting van het kindercentrum en in bijzondere omstan
digheden één functionaris minder ingezet worden, met
dien verstande dat tenminste één functionaris wordt
ingezet
4. Indien slechts één functionaris ingezet wordt ingevolge
lid 2 of 3, wordt naast deze functionaris ten minste
één volwassene ingezet ter ondersteuning van die
functionaris
Blad 7
Artikel 16
Verblijfsruimte kindercentra
1. Per groep is een ruimte beschikbaar die per kind drie
vierkante meter netto speel-/werkoppervlakte bevat,
bepaald overeenkomstig NEN 2580.
2. Er is buitenspeelruimte beschikbaar, waarvan de opper
vlakte minimaal vier vierkante meter per spelend kind
bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN 2580.
3. Kinderen tot 1,5 jaar beschikken over slaapgelegenheid
in een aparte ruimte en kinderen ouder dan 1,5 beschik
ken over slaapgelegenheid in een rustige af te scheiden
ruimte
Artikel 17
Voorkoming verspreiding infectieziekten
1. Het is aan de houder, dan wel aan degene die met de
dagelijkse leiding is belast, verboden:
a. enig persoon tot het kindercentrum of tot enige
daarmee in verbinding staande lokaliteit toe te
laten of daarin te vertoeven, wanneer, volgens of
vanwege de directeur van de GGD, daarmee het gevaar
van overbrenging van een infectieziekte, zoals ge
noemd in de Wet bestrijding infectieziekten en op
sporing ziekte-oorzaken, aanwezig is;
b. enig persoon tot het kindercentrum of tot enige
daarmee in verbinding staande lokaliteit toe te
laten of daarin zelf te vertoeven, wanneer hij
redelijkerwijs kan vermoeden dat daarmee het gevaar
van overbrenging van een infectieziekte, zoals ge
noemd in de onder a vermelde wet, aanwezig is.
2. Van het in het eerste lid onder a omschreven verbod is
de houder ontheven, zodra de behandelend geneesheer een
schriftelijke verklaring heeft afgegeven dat de kans op
overbrenging van een infectieziekte is uitgesloten.
3. De bepalingen in het eerste en tweede lid laten onver
let de bepalingen krachtens de in het eerste lid, onder
a, genoemde wet.
Paragraaf 3
Specifieke regels voor gastouderopvang
Artikel 18
Eisen aan de gastouderopvang
1. Gastouderopvang geschiedt op basis van schriftelijke
overeenkomsten tussen het gastouderbureau, de ou-