Blad 4
Verder blijkt een behoorlijk deel van de kopers van
vrije sector vestigers afkomstig te zijn uit andere ge
meenten dan de eigen gemeente (gemiddeld 41% voor heel
Friesland met grote verschillen tussen de gemeenten)
Kortom er is alle reden te veronderstellen dat er sprake
is van de nodige dwarsverbanden, al is de mate waarin
dat gebeurt onzeker en in ieder geval sterk wisselend
per gemeente.
Hoewel de genoemde onzekerheid over omvang van de
dwarsverbanden tussen koop en huur er toe leidt dat
vooral binnen de huurwoningmarkt de huidige en toekom
stige woningbouwproductie in Friesland, het Stadsgewest
en Leeuwarden met veel zorg bekeken wordt, zijn er naar
onze mening ontwikkelingen gaande en afspraken in de
maak die het mogelijk maken het geheel beheersbaar te
houden
Hoopvol stemt allereerst dat ondanks hoge bouwaantallen
in omliggende gemeenten de laatste jaren het leegstands-
cijfer in Leeuwarden nauwelijks is gestegen (van 2.8% in
oktober 1994 tot 2.9% in januari 1996).
Een tweede gunstige ontwikkeling is dat de Leeuwarder
woningcorporaties de herstructurering van hun woningbe-
zit serieus ter hand hebben genomen. Dat uit zich aan de
ene kant in deelname in bouw van nieuwe sociale huurwo
ningen daar waar er kansen liggen. Zo bouwen de Leeuwar
der corporaties nog altijd 294 van de geplande 710 te
bouwen woningen in 1996 en 297 van de geplande 987 wo
ningen in 1997. Het zijn vrijwel allemaal binnenstede
lijke bouwlocaties. Aan de andere kant zetten de woning
corporaties in toenemende mate de verkoop van huurwo
ningen in als systematisch beleidsinstrument om onder
andere toekomstige problemen in de verhuurbaarheid te
ondervangen. De verkoop van huurwoningen laat de laatste
jaren dan ook een sterke stijging zien vergeleken met
een paar jaar geleden (van gemiddelden rond de 80 wo
ningen per jaar tot ongeveer 240 woningen in 1995 en
zo'n 125 woningen tot halverwege dit jaar)Het zijn
vooral dure huurwoningen boven de f 750,- in vooral Cam-
minghaburen en Aldlan die laatste jaren verkocht worden.
Een derde recente ontwikkeling is dat het inzicht is
gegroeid bij Rijk, provincie en friese gemeenten dat de
bouwaantallen in veel Friese gemeenten van de laatste
jaren niet gedragen worden door de daadwerkelijke be
hoefte op termijn. De bereidheid om hierover stevige
afspraken te maken, waarbij de noodzaak voor Leeuwarden
om juist meer te moeten bouwen erkend wordt, lijkt aan
wezig.
Blad 5
Vatten we het flankerende gemeentelijke beleid voor de
sociale huurwoningvoorraad, ten gevolge van nieuwbouw-
productie, voor de komende jaren kort samen dan bestaat
dit uit de volgende elementen:
1. Het ligt in de bedoeling, via het convenant tussen
gemeente en woningcorporaties, de reeds ingezette
herstructurering van de huurwoningvoorraad te
continuëren en onderwerp te maken van nadere af
spraken, die indien nodig jaarlijks aan de woning
marktsituatie worden aangepast.
2. BWS-subsidies en BLS-subsidies blijven ingezet wor
den voor de bouw van sociale huurwoningen of socia
le koopwoningen, met nadruk op binnenstedelijke
locaties. In uitbreidingsgebieden, zoals Hempens-
Teerns, is het streven een deel van de woningen te
bestemmen voor sociale koopwoningen of sociale
huurwoningen al naar gelang de marktsituatie. In
het kader van het Grote Stedenbeleid zullen hier
voor naar alle waarschijnlijkheid middelen worden
gereserveerd
3Een kwetsbaar segment van de huurwoningmarkt in
Leeuwarden zijn de vroeg na-oorlogse wijken in
stadsdeel Oost. Deze wijken zijn al langere tijd
onderwerp van aandacht bij zowel gemeente als wo
ningcorporaties. In het Grote Stedenbeleid behoren
deze wijken tot de speerpunten van het beleid: op
richten van een ontwikkelingsmaatschappij, een
stimuleringsregeling voor de verkoop van huurwo
ningen en gelden voor de herstructurering van Bil-
gaard en Heechterp behoren de komende jaren tot de
maatregelen. Ook middelen uit het zogenaamde
Herstructureringsfonds zijn bedoeld voor deze wij
ken.
4. De gemeente dringt aan op goede afspraken over de
woningbouwproductie in Friesland en Leeuwarden
waarin twee elementen voorop staan. Aan de ene kant
dat de bouwopgave van de gemeente Leeuwarden in het
kader van VINEX gerealiseerd wordt. Aan de andere
kant is het nodig dat voorkomen wordt, door goede
afspraken en sancties, dat er te veel gebouwd wordt
in omliggende gemeenten.