Blad 6 4. Stand van zaken (augustus 1996) productie 1996 In 1996 zullen naar verwachting 427 woningen gereed komen. Dit aantal is als volgt opgebouwd. nieuwbouw, gereedgemeld per 1-8-'96 147 in aanbouw per 1-7-'96, gereed in '96 251 anderszins toegevoegd per 1-7-'96 29 totaal 427 in aanbouw per 1-7-'96 gereed in '97 158 Dit resultaat blijft beduidend achter bij het opgehoogde bouwprogramma wat uitgaat van een gemiddelde jaarppro- ductie van 600 woningen. Daarbij is nog niet eens reke ning gehouden met de extreem lage productie in 1995 als gevolg van de lange winterstop en de daarmee gepaard gaande overloop van gereedmeldingen van 1995 naar 1996. Circa 120 van de genoemde 427 woningen worden in buitenstedelijk gebied gebouwd, voornamelijk in Camminghaburen en Goutum Noord, de resterende 3 00 in binnenstedelijk gebied. Daarmee wordt de binnen stedelijke taakstelling ruimschoots gehaald. Anderzijds zijn de naweeën van de verlate ontwikkeling van Goutum Noord en van het ontbreken van alternatieve buitenstede- li jke locaties nog merkbaar in de achterblijvende cij fers van de buitenstedelijke bouwlocaties. Het eerdergenoemde opgehoogde bouwprogramma gaat niet uit van productiecijfers maar van start bouw. Bijgevoeg de lijst van woningbouwlocaties laat zien dat volgens de huidige planning in 1996 met de bouw van ca. 727 woningen gestart is dan wel zal gaan worden, waarvan 288 in buitenstedelijk resp439 binnenstedelijk gebied. Deze verhouding binnen-buitenstedelijk is op basis van de huidige vraag op de woningmarkt nog niet optimaalOm de taakstelling van 600 woningen in 1996 te kunnen halen is een planuitval van circa 100 woningen nog toegestaan. bouwprogramma 1997-2000 In 1997 staan circa 977 woningen op de rol voor start bouwen, in 1998 558, in 1999 454 en in 2000 706 (zie bijgevoegd overzicht van woningbouwlocaties)Punt van zorg is en blijft de vertraging in de planontwikkeling Hempens-TeernsDeze locatie neemt het leeuwendeel van de geplande productie in die jaren in beslag, te weten de eerdergenoemde 200 woningen in 1997, 300 in 1998 en 400 in 1999 en 2000. Op basis van de huidige planningen Blad 7 zou echter pas in december 1997 de eerste paal de grond in kunnen. De geplande start van de bouw van 200 woning en in 1997 wordt daardoor wellicht niet gehaald. De rui me planvoorraad voor 1997 laat echter een behoorlijke uitval toe om de taakstelling van 600 woningen te kunnen halen. De bouwprogramma's voor de jaren 1998, 1999 en 2000 blijven duidelijk onder de maat. Daar komt nog bij dat de ervaring leert dat ca. 1/3 deel van de geplande woningbouwprojecten tijdens de planontwikkeling uitvalt of doorgeschoven wordt naar later tijdstip. Om de gewen ste productie van 600 woningen te halen dienen er dus jaarlijks voor ca. 900 woningen aan plannen in ontwikke ling te zijn. Dit benadrukt nogmaals de noodzaak om nu al te werken aan een forse ophoging van het planaanbod voor 1998 - 2000. 5De knelpunten Zoals in het bovenstaande al naar voren is gekomen, komt de feitelijke productie niet overeen met het programma. Enerzijds is dit niet zo verwonderlijk: een marktgericht woningbouwbeleid met teruglopende objectsubsidies, houdt impliciet in dat de overheid minder sturingsmogelijkhe den heeft dan in de periode toen het overgrote deel van de productie in de gesubsidieerde sectoren lag. Ander zijds blijkt uit een analyse van de knelpunten dat het overblijvende instrumentarium niet optimaal benut wordt. De Taakgroep Woningbouw, een ambtelijke werkgroep van sleutelfiguren in de woningbouw, heeft als taak gekregen de woningproductie op het gewenste niveau te krijgen, knelpunten te signaleren, de ontwikkelingen in de pproductienauwgezet te volgen, stagnerende woningbouw plannen te versnellen, adviezen voor sturing te geven en oplossingen voor ontstane problemen te geven. Een eerste analyse van de Taakgroep Woningbouw laat zien dat de volgende knelpunten zich regelmatig voordoen: hoge verwervingskosten; hoge kosten bodemvervuiling (onderzoek en uitvoe ring) kosten versus kwaliteit; markttechnische problemen capaciteitsproblemen; organisatorische problemen; te lange planvorming en procedure; tekort aan alternatieve uitbreidingslocaties. Ontegenzeggelijk hebben de meeste problemen een financi ële achtergrond. Dit geldt vooral voor verwerving van gronden en voor bodemsaneringNagenoeg overal in de binnenstad is er sprake van bodemvervuiling, terwijl de verwervingskosten van met name bedrijfsgrond dermate

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 30