Blad 6 Jaar rentenadeel ontwikkeling fonds 1997 16.000 400.000 1998 30.400 760.000 1999 43.200 1.080.000 2000 38.400 960.000 2001 33.600 840.000 2002 28.800 720.000 2003 24.000 600.000 2004 19.200 480.000 2005 14.400 360.000 2006 9.600 240.000 2007 4.800 120.000 2008 1.600 80.000 2009 40.000 Om voor de gemeente een budgettair neutraal effect te rea liseren zullen de financiële consequenties hiervan worden gecompenseerd uit de stadsvernieuwingsmiddelen. Deze com pensatie vindt jaarlijks op basis van bovengenoemde bedra gen plaats. Omdat deze compensatie ten koste gaat van de middelen die anders ook ten behoeve van in de oudere wijken werkzame investeerders zouden zijn ingezet bedraagt het positieve effect per saldo f 327.500,zijnde de contante waarde van de jaarlijkse rentevoordelen op de renteloze leningen verstrekt door het Bouwfonds. In overleg met de voor de leningen in aanmerking komende partijen zal de gemeente projecten aanwijzen die passen binnen het gemeentelijk beleid voor de volkshuisvesting/ stadsvernieuwing voor de komende jaren. De financieringsfa ciliteit biedt deze partijen een mogelijkheid om financieel moeilijk haalbare projecten toch te realiseren. Op deze wijze komen de middelen het beleidsveld en dus de burger ten goede in de vorm van betere woon- en leefomstandighe den De effecten van het stimuleringsfonds zien er samengevat als volgt uit: Voor gemeente: rentenadeel op leningverstrekking f 193.500 Compensatie uit stadsvernieuwingsmiddelen - 193.500 per saldo voor gemeente budgettair neutraal Blad 7 Voor derden: rentevoordeel laagrentende leningen gemeente f 193.500 rentevoordeel renteloze leningen Bouwfonds - 327.500 f 521.000 af: vermindering subsidies uit sv-middelen - 193.500 per saldo voordeel f 327.500 De voordelen kunnen worden gerealiseerd bij een totaal le ningsvolume van f 2.400.000,--. De leningen dienen in 10 jaar te worden afgelost. Beleid. Het Stimuleringsfonds volkshuisvesting biedt de gemeente op deze wijze de gelegenheid een weloverwogen beleid te voeren op het gebied van de volkshuisvesting, vooral op langere termijn. De twee belangrijkste strategische doelen van het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid op de langere termijn zi jn 1. het realiseren van de VINEX-taakstellingen op het gebied van de nieuwbouw 2. het voorkomen van verval, segregatie en onleefbaarheid in de oudere wijken (zowel na- als vooroorlogs) op kor tere en langere termijn Beide hoofddoelen zijn verwoord in het Woningmarktplan en het Taakstellende Volkshuisvestingsplan van het Grote Ste denbeleid. Wanneer we vervolgens deze hoofddoelstellingen van het gemeentelijk beleid afzetten tegen de bestedingsmo gelijkheden die het stimuleringsfonds biedt dan zijn de mogelijkheden voor de VINEX-taakstellingen op dit moment minder kansrijk. Hoewel uitdrukkelijk beoogd wordt sociale woningbouw ook in de VINEX-locaties te bewerkstelligen, gaan de plannen die hieromtrent ontwikkeld worden meer in de richting van sociale koopwoningen dan sociale huurwo ningen De leningen bestemmen voor het fysiek en sociaal instand houden van de voor- en naoorlogse wijken in Leeuwarden ge niet daarom de voorkeur. Prioriteit ligt daarbij, zeker nog de eerste 8 a 10 jaar, bij de na-oorlogse wijken, vooral in Schil-Oost. De signalen die over de leefbaarheid in deze wijken afgegeven worden, zoals recent nog in een rapport van de Nationale Woningraad, maken duidelijk dat hiervoor de komende decennia majeure inspanningen nodig blijven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 321